archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Voor tweeërlei uitleg vatbaar; kort verhaal Bas Geeraets

1006VG Eten
Sperziebonen. Ze liggen als mikado op het bord. Merel trekt een bedompt gezicht, prikt er voorzichtig in. Honger heeft ze niet, en al helemaal geen zin in sperziebonen. Ze steekt haar tong uit, vol walging. ‘Ik lust geen sperziebonen’. Behalve dat ze het denkt spreekt ze het ook uit.

Thijs had zijn best gedaan, hij was naar de markt geweest voor verse groente, had vlees bij de slager gehaald, gevraagd hoe dat vlees het beste te bereiden was en had alles nauwgezet volgens recept klaargemaakt. Kaarsen waren gekocht, een tafelkleed en het servies van zijn moeder had hij geleend. Die avond zou alles perfect zijn. Zoals dingen perfect horen te zijn.
Voor Thijs was de huidige avond de spannendste sinds hij zijn betrekking had genomen op een kamer in de stad. Hij woonde hier nu vier weken, van zich thuis voelen kon nog geen sprake zijn.
De eerste nacht waren er geluiden geweest die hem niet bekend voorkwamen. Hij had daaropvolgend uren uit zijn raam naar de rumoerige straat gekeken, tot de mensen langzaam afdropen naar hun huizen, bang voor de naderende zon. Bij een bons ergens in huis was Thijs opgeschrokken en was als een haasje gevlucht naar zijn bed. De dekens trok hij tot de neus, zijn ogen zochten een vast punt op het plafond en hij luisterde aandachtig naar wat er komen zou. Uiteindelijk viel hij zo in slaap.
De ochtend daaropvolgend belde hij zijn moeder vanuit de keuken, alles was goed, ik heb heerlijk geslapen. Uit huis was prachtig.

Langzaam werden die ochtend ook zijn huisgenoten wakker. Een grote harige jongen die bami in de magnetron gooide en naar bier stonk, een lange jongen die hij had ontmoet toen hij kwam kijken voor zijn kamer knikte naar hem, en een meisje, Merel. In een wit shirt en een lange grijze broek kwam zij binnen en liep meteen naar het koffieapparaat, ‘waar zijn mijn sigaretten?’

Thijs kon het niet laten naar haar billen te kijken, een meisje zo dicht bij en zo vroeg in de ochtend. ‘Dat is intimiteit’, zei hij zichzelf, terwijl hij de randjes van haar onderbroek afgetekend zag in de stof. Binnen een week werd Thijs smoorverliefd op haar. Een meisje dat zo in de nabijheid was, het verwarde hem. Een meisje dat in zijn douche, douchte, een meisje dat over zijn vloer liep, haar ondergoed dat in zijn wasmachine zat. Hij had er niet eens tegen gevochten.

Elke dag zat hij nodeloos lang in de keuken, de gezamenlijke ruimte waar haar kamer op uitkwam. Hij luisterde naar de lange telefoongesprekken die Merel voerde en naar haar muziek. De eerste echte studiedagen waren het – pas daarna ging hij kopiëren om haar aandacht te trekken.

En dat lukte.

Na wat sessies kletsen en verkennen gingen ze samen eten.

Ze neemt twee happen van haar vlees. Thijs vindt het vlees subliem. Hij kijkt naar Merel die verveeld met een sigaret speelt. Zij kijkt naar de slappe sperziebonen in vleesjus, prikt in de geroosterde aardappelen met rotszout, steekt een sigaret op en zegt, ‘Mijn vriend komt zo, zal ik morgen afwassen?’. Het eten ligt Thijs zwaar op de maag.
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl


© 2013 Bas Geeraets meer Bas Geeraets - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Voor tweeërlei uitleg vatbaar; kort verhaal Bas Geeraets
1006VG Eten
Sperziebonen. Ze liggen als mikado op het bord. Merel trekt een bedompt gezicht, prikt er voorzichtig in. Honger heeft ze niet, en al helemaal geen zin in sperziebonen. Ze steekt haar tong uit, vol walging. ‘Ik lust geen sperziebonen’. Behalve dat ze het denkt spreekt ze het ook uit.

Thijs had zijn best gedaan, hij was naar de markt geweest voor verse groente, had vlees bij de slager gehaald, gevraagd hoe dat vlees het beste te bereiden was en had alles nauwgezet volgens recept klaargemaakt. Kaarsen waren gekocht, een tafelkleed en het servies van zijn moeder had hij geleend. Die avond zou alles perfect zijn. Zoals dingen perfect horen te zijn.
Voor Thijs was de huidige avond de spannendste sinds hij zijn betrekking had genomen op een kamer in de stad. Hij woonde hier nu vier weken, van zich thuis voelen kon nog geen sprake zijn.
De eerste nacht waren er geluiden geweest die hem niet bekend voorkwamen. Hij had daaropvolgend uren uit zijn raam naar de rumoerige straat gekeken, tot de mensen langzaam afdropen naar hun huizen, bang voor de naderende zon. Bij een bons ergens in huis was Thijs opgeschrokken en was als een haasje gevlucht naar zijn bed. De dekens trok hij tot de neus, zijn ogen zochten een vast punt op het plafond en hij luisterde aandachtig naar wat er komen zou. Uiteindelijk viel hij zo in slaap.
De ochtend daaropvolgend belde hij zijn moeder vanuit de keuken, alles was goed, ik heb heerlijk geslapen. Uit huis was prachtig.

Langzaam werden die ochtend ook zijn huisgenoten wakker. Een grote harige jongen die bami in de magnetron gooide en naar bier stonk, een lange jongen die hij had ontmoet toen hij kwam kijken voor zijn kamer knikte naar hem, en een meisje, Merel. In een wit shirt en een lange grijze broek kwam zij binnen en liep meteen naar het koffieapparaat, ‘waar zijn mijn sigaretten?’

Thijs kon het niet laten naar haar billen te kijken, een meisje zo dicht bij en zo vroeg in de ochtend. ‘Dat is intimiteit’, zei hij zichzelf, terwijl hij de randjes van haar onderbroek afgetekend zag in de stof. Binnen een week werd Thijs smoorverliefd op haar. Een meisje dat zo in de nabijheid was, het verwarde hem. Een meisje dat in zijn douche, douchte, een meisje dat over zijn vloer liep, haar ondergoed dat in zijn wasmachine zat. Hij had er niet eens tegen gevochten.

Elke dag zat hij nodeloos lang in de keuken, de gezamenlijke ruimte waar haar kamer op uitkwam. Hij luisterde naar de lange telefoongesprekken die Merel voerde en naar haar muziek. De eerste echte studiedagen waren het – pas daarna ging hij kopiëren om haar aandacht te trekken.

En dat lukte.

Na wat sessies kletsen en verkennen gingen ze samen eten.

Ze neemt twee happen van haar vlees. Thijs vindt het vlees subliem. Hij kijkt naar Merel die verveeld met een sigaret speelt. Zij kijkt naar de slappe sperziebonen in vleesjus, prikt in de geroosterde aardappelen met rotszout, steekt een sigaret op en zegt, ‘Mijn vriend komt zo, zal ik morgen afwassen?’. Het eten ligt Thijs zwaar op de maag.
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2013 Bas Geeraets
powered by CJ2