archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Brief aan Hella Haasse (Merteuil 2) Willem Minderhout

0902VG Hella
Het ware leven van Madame de Merteuil (2)

Geachte mevrouw Haasse,

De omstandigheden waarin ik mij thans bevindt inspireerden mij om de correspondentie met u weer op te nemen. Niet alleen mijn omstandigheden, ook de uwe geven daar aanleiding toe. Ik heb namelijk begrepen dat u overleden bent. Dat wordt over het algemeen een nare zaak gevonden, maar ons brengt dat wellicht nader tot elkaar. U bent nu immers ook niet meer – of liever: niet minder – dan een herinnering. U bent geworden wat ik altijd al was: een fantasie, een verhaal. Toegegeven: uw verhaal zou ik al lang geleden vergeten zijn geweest, ware het niet dat ik mij opeens weer in Den Haag bevind.

Ik moet u bekennen dat het even duurde voordat ik door had waar ik me bevond. Het zwiepende geluid van de wind door de natte takken bracht me echter vrij spoedig bij mijn positieven. Dit nare weer kende ik alleen van Holland. Het huis waarin ik mij bevond herinnerde ik me echter niet als ‘Huis Valmont’ aan de Daal en Bergselaan. Niet dat ik het huis niet kende. Het leek enigszins op Maison Lafitte, het geriefelijke kasteel dat als decor dient voor de film ‘Dangerous Liaisons’. Sinds het verschijnen van die film – ja, ik weet wat dat is. Ik houd me op de hoogte van alle ontwikkelingen – bevind ik me daar regelmatig, al neemt de frequentie wat af de laatste tijd.

Nu bevond ik me dus weer in ‘Huis Valmont’ het huis dat u voor mij verzonnen heeft. Uw boek verscheen twaalf jaar eerder dan de film. Geen wonder dat uw beeld van ‘Huis Valmont’ nog niet werd bepaald door beelden van Maison Lafitte. Mijn nieuwe auteur blijkt die film echter wel gezien te hebben en dat komt mijn woongenot zeer ten goede.

Toen ik uit het raam keek meende ik de aanleiding voor mijn terugkeer ontdekt te hebben. Met de rug naar mijn huis stond een man van middelbare leeftijd met een oude, wat morsige, man te praten. Het gesprek leek moeizaam te verlopen totdat de oude man ineens in een prachtige jongedame veranderde. Dit bleek de man tot een groot enthousiasme te inspireren. Wat dat betreft is er niets veranderd. Heftig gesticulerend zag ik hem naar het duingebiedje wijzen dat tegenwoordig Wapendal heet. Het meisje, in wie ik Cecile Volanges meende te herkennen, hing aan zijn lippen. Ik vond het vreemd dat ze met de rug naar mijn kasteel stonden want u schrijft toch duidelijk dat dat ‘omheinde stuk duinlandschap’ achter u lag toen u in de Bosjes van Pex de witte muren van ‘Huis Valmont’ zag schemeren. Een slordige lezer dus, zoals alle mannen, maar zo te zien wel een toegewijde lezer.

Ik sloeg mijn mantille om, verliet mijn huis en liep in de richting van mijn bezoekers. Ik kon ze ongemerkt benaderen, want ze keken immers de verkeerde kant uit. Op het moment dat ik binnen gehoorafstand kwam hoorde ik het meisje nog net zeggen: ´Zien we elkaar dan weer hier? Bij Wapendal aan de Daal en Bergselaan?‘ De man wist niet hoe snel hij haar dat moest beloven. Zij nam afscheid en hij keek haar nog lang na. Ik merkte dat hij even met zijn gedachten ergens anders was want ik voelde mij langzaam vervagen. Tot mijn spijt duurde dit slechts een kort moment waarna ik een steeds concretere vorm begon aan te nemen. Dit duidt erop dat mijn hernieuwd verblijf in Den Haag wel eens van lange duur kan zijn.

De eenzaamheid in ‘Huis Valmont’ beklemt mij. Ik nam mij voor weer contact op te nemen met wat oude bekenden. Uw naam, die de enthousiaste heer keer op keer door de Daal en Bergselaan liet schallen, schoot mij het eerst te binnen. Ik herinner mij dat ons eerste contact wat stroef verliep. U maakte mij vele verwijten en scheen mij niet goed te kunnen, of te willen, begrijpen. Maar wellicht bent u, nu u ook het rijk der fabelen betreden heeft, wat milder gestemd ten opzichte van uw oude vriendin. Ik hoop dat ook u onze correspondentie weer wil opnemen.

Markiezin de Merteuil

PS: Toen ik in de spiegel keek was ik blij verrast. U had in navolging van Choderlos de Laclos mijn door pokken verwoeste gelaat uitermate afstotend beschreven. Met ‘een zwarte lap over het blind geworden oog, het gezicht door littekens, rode zwellingen, nog werkende puisten verwoest’ zou ik mijn entree hebben gemaakt in Den Haag. Niets meer daarvan! Ik keek misschien eerst nog wat schuchter en afwachtend uit mijn ogen, maar toen ik mijn gave huid en mijn edele en ongeschonden trekken herkende nam ook mijn blik weer de gewoonlijke zelfbewuste – u zou zeggen ‘arrogante’– houding aan. Ik ben terug!
 
P.A.F. Choderlos de Laclos (1782), Liaisons Dangereuses
Hella Haasse (1976), Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven, Amsterdam, Querido.
 
***********************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be


© 2011 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Brief aan Hella Haasse (Merteuil 2) Willem Minderhout
0902VG Hella
Het ware leven van Madame de Merteuil (2)

Geachte mevrouw Haasse,

De omstandigheden waarin ik mij thans bevindt inspireerden mij om de correspondentie met u weer op te nemen. Niet alleen mijn omstandigheden, ook de uwe geven daar aanleiding toe. Ik heb namelijk begrepen dat u overleden bent. Dat wordt over het algemeen een nare zaak gevonden, maar ons brengt dat wellicht nader tot elkaar. U bent nu immers ook niet meer – of liever: niet minder – dan een herinnering. U bent geworden wat ik altijd al was: een fantasie, een verhaal. Toegegeven: uw verhaal zou ik al lang geleden vergeten zijn geweest, ware het niet dat ik mij opeens weer in Den Haag bevind.

Ik moet u bekennen dat het even duurde voordat ik door had waar ik me bevond. Het zwiepende geluid van de wind door de natte takken bracht me echter vrij spoedig bij mijn positieven. Dit nare weer kende ik alleen van Holland. Het huis waarin ik mij bevond herinnerde ik me echter niet als ‘Huis Valmont’ aan de Daal en Bergselaan. Niet dat ik het huis niet kende. Het leek enigszins op Maison Lafitte, het geriefelijke kasteel dat als decor dient voor de film ‘Dangerous Liaisons’. Sinds het verschijnen van die film – ja, ik weet wat dat is. Ik houd me op de hoogte van alle ontwikkelingen – bevind ik me daar regelmatig, al neemt de frequentie wat af de laatste tijd.

Nu bevond ik me dus weer in ‘Huis Valmont’ het huis dat u voor mij verzonnen heeft. Uw boek verscheen twaalf jaar eerder dan de film. Geen wonder dat uw beeld van ‘Huis Valmont’ nog niet werd bepaald door beelden van Maison Lafitte. Mijn nieuwe auteur blijkt die film echter wel gezien te hebben en dat komt mijn woongenot zeer ten goede.

Toen ik uit het raam keek meende ik de aanleiding voor mijn terugkeer ontdekt te hebben. Met de rug naar mijn huis stond een man van middelbare leeftijd met een oude, wat morsige, man te praten. Het gesprek leek moeizaam te verlopen totdat de oude man ineens in een prachtige jongedame veranderde. Dit bleek de man tot een groot enthousiasme te inspireren. Wat dat betreft is er niets veranderd. Heftig gesticulerend zag ik hem naar het duingebiedje wijzen dat tegenwoordig Wapendal heet. Het meisje, in wie ik Cecile Volanges meende te herkennen, hing aan zijn lippen. Ik vond het vreemd dat ze met de rug naar mijn kasteel stonden want u schrijft toch duidelijk dat dat ‘omheinde stuk duinlandschap’ achter u lag toen u in de Bosjes van Pex de witte muren van ‘Huis Valmont’ zag schemeren. Een slordige lezer dus, zoals alle mannen, maar zo te zien wel een toegewijde lezer.

Ik sloeg mijn mantille om, verliet mijn huis en liep in de richting van mijn bezoekers. Ik kon ze ongemerkt benaderen, want ze keken immers de verkeerde kant uit. Op het moment dat ik binnen gehoorafstand kwam hoorde ik het meisje nog net zeggen: ´Zien we elkaar dan weer hier? Bij Wapendal aan de Daal en Bergselaan?‘ De man wist niet hoe snel hij haar dat moest beloven. Zij nam afscheid en hij keek haar nog lang na. Ik merkte dat hij even met zijn gedachten ergens anders was want ik voelde mij langzaam vervagen. Tot mijn spijt duurde dit slechts een kort moment waarna ik een steeds concretere vorm begon aan te nemen. Dit duidt erop dat mijn hernieuwd verblijf in Den Haag wel eens van lange duur kan zijn.

De eenzaamheid in ‘Huis Valmont’ beklemt mij. Ik nam mij voor weer contact op te nemen met wat oude bekenden. Uw naam, die de enthousiaste heer keer op keer door de Daal en Bergselaan liet schallen, schoot mij het eerst te binnen. Ik herinner mij dat ons eerste contact wat stroef verliep. U maakte mij vele verwijten en scheen mij niet goed te kunnen, of te willen, begrijpen. Maar wellicht bent u, nu u ook het rijk der fabelen betreden heeft, wat milder gestemd ten opzichte van uw oude vriendin. Ik hoop dat ook u onze correspondentie weer wil opnemen.

Markiezin de Merteuil

PS: Toen ik in de spiegel keek was ik blij verrast. U had in navolging van Choderlos de Laclos mijn door pokken verwoeste gelaat uitermate afstotend beschreven. Met ‘een zwarte lap over het blind geworden oog, het gezicht door littekens, rode zwellingen, nog werkende puisten verwoest’ zou ik mijn entree hebben gemaakt in Den Haag. Niets meer daarvan! Ik keek misschien eerst nog wat schuchter en afwachtend uit mijn ogen, maar toen ik mijn gave huid en mijn edele en ongeschonden trekken herkende nam ook mijn blik weer de gewoonlijke zelfbewuste – u zou zeggen ‘arrogante’– houding aan. Ik ben terug!
 
P.A.F. Choderlos de Laclos (1782), Liaisons Dangereuses
Hella Haasse (1976), Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven, Amsterdam, Querido.
 
***********************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be
© 2011 Willem Minderhout
powered by CJ2