archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Dostojevski in het Russisch Gerbrand Muller

0702VG Dostoyevski
'Dat er mensen zijn, onder hen niet de minsten, die niets in Dostojevski zien, zit me dwars,' schreef ik enige tijd geleden in dit tijdschrift (jg. 5, nr. 3). Wat je dwars zit blijft je bezighouden. Ik ben intussen begonnen De idioot in het Russisch te lezen. Dat vormt op zichzelf al voldoende aanleiding op Dostojevski terug te komen.

De idioot, waar Karel van het Reve nooit doorheen is gekomen, zoals hij bekent in zijn Geschiedenis van de Russische literatuur. Ik heb vroeger De idioot verslonden. Dan lijkt het verwonderlijk dat iemand die Russische literatuur aan de universiteit doceert er niet in slaagt het boek uit te lezen. Misschien wordt het tijd om Karel van het Reve en andere leden van de zogenoemde 'anti-Dostojevskiclub' aan het woord te laten. Maar eerst wil ik hier nog verslag doen van mijn ervaringen met Dostojevski in het Russisch.

Anders dan de eerste maal, ruim veertig jaar geleden, ga ik nu langzaam door De idioot heen. Van Poesjkin, Lermontov of Tsjechov hoef je maar enkele zinnen moeizaam in het origineel uit te spellen om een indruk te krijgen van hun meesterschap. Voor het uitzonderlijke van Dostojevski krijg je pas oog als je een paar bladzijden achter elkaar in een redelijk tempo leest. Dat lukt me nu, weliswaar met de vertaling ernaast zodat ik niet steeds woorden hoef op te zoeken. Wat mij na een paar bladzijden het eerst trof was de sobere stijl. Nergens gebruikt Dostojevski ook maar één woord te veel, in dat opzicht doet hij niet onder voor de andere grote Russische schrijvers*).

Ik zie uit naar de tijd dat ik Dostojevski zonder vertaling ernaast zal kunnen lezen, want het is telkens weer een deceptie de compacte pregnante Russische zinnen in het Nederlands te zien weergegeven. In zijn enthousiasme heeft Charles B. Timmer, toch een knap vertaler, het dikwijls mooier en levendiger willen maken dan de auteur en maakt hij van 'misschien' 'best mogelijk', van 'liegt' 'raaskalt', van 'hoe' 'wel verdraaid' van 'een heel goede vriend' 'de dikste vrienden', van 'ik heb veel geld' 'ik bulk van het geld' enzovoort en zo verder. Keer op keer ligt het er in de vertaling net iets te dik bovenop. Een Nederlandse lezer zou kunnen concluderen dat Dostojevski weliswaar een diepzinnig schrijver is, maar als stilist toch tekortschiet. Terwijl Dostojevski, anders dan Timmer, juist op een wonderbaarlijke manier steeds het juiste midden houdt. Door de sobere stijl werken zijn beschrijvingen van de opeenvolgende dramatische gebeurtenissen des te sterker op je in.

Timmers taalgebruik doet gedateerd aan. Daar had ik veertig jaar geleden geen last van; toen vond ik alleen maar de zinnen niet steeds even mooi, maar dat was ik gewend bij de meeste vertalingen van Russische schrijvers. Mij valt nu op dat Timmers gedateerd woordgebruik vooral hindert waar hij afwijkt van Dostojevski's pregnante en sobere taal. Een sublieme tekst veroudert niet. Had Timmers vertaling in soberheid en adequaat woordgebruik het origineel benaderd, dan zouden ons de inmiddels deels verouderde woorden misschien wel nauwelijks zijn opgevallen en in elk geval niet hebben gehinderd. De idioot is honderd jaar ouder dan Timmers vertaling. Ongetwijfeld zal het woorden bevatten die een Rus niet meer gebruikt (ik kan daar niet over oordelen, want voor mij zijn alle Russische woorden nieuw; overigens verandert het Russisch veel minder snel dan het Nederlands), maar het zou me verwonderen als de pregnante taal van Dostojevski door de eeuwen heen niet even leesbaar zou blijven als de Griekse tragedies nu zijn voor de weinige mensen ter wereld die nog vlot klassiek Grieks kunnen lezen.

Nu wil ik voorbeelden geven van Dostojevski's meesterschap. Daartoe moet ik zelf trachten Dostojevski's sobere zinnen in het Nederlands om te zetten. Laat ik proberen hoe ver ik kom. Van Timmer neem ik over wat me goed lijkt.

' - Dat weten we waar jij zo gauw naar toe moet,' zei de generaalsvrouw veelbetekenend.
- Ik heb haast, mijn beste, ik ben al te laat! En geef hem jullie albums, mesdames, laat hem daar iets in schrijven, hij is een buitengewoon calligraaf! Een talent; zoals hij bij mij op kantoor in oud handschrift schreef: 'Ondertekend door de abt Pafnoeti'. Nou, tot ziens.
- Pafnoeti? Abt? Maar wacht, wacht nou toch even, waar ga je naartoe en wat is er met die Pafnoeti? riep de generaalsvrouw vol ergernis en bijna verschrikt haar wegsnellende man achterna.
- Ja ja, mijn beste, dat was een abt in de oude tijd… maar ik moet naar de graaf, die wacht allang op me, en hij heeft me nog wel zelf ontboden… Prins, tot ziens!
De generaal verwijderde zich met snelle passen.
- Ik weet wel naar welke graaf hij toegaat, zei Lizaveta Prokofjevna bits en ze richtte geprikkeld haar ogen op de prins. - Wat was het nou?' begon ze terwijl ze met afkeer en geërgerd haar geheugen afzocht. - Nou, waar hadden we het over? Ach ja, wat voor een abt?
- Maman, begon Aleksandra, en Aglaja stampte zelfs met haar voetje.
- Kom er niet tussen Aleksandra Ivanovna, snauwde de generaalsvrouw, ik wil het ook weten. Komt u hier zitten prins, in deze stoel tegenover mij, nee hier bij de zon, meer in het licht zodat ik u kan zien. Nou, wat voor abt?
- De abt Pafnoeti, antwoordde de prins hoffelijk en ernstig.
- Pafnoeti? Dat is interessant; nou wat is er met hem?
De generaalsvrouw stelde haar vragen ongeduldig, snel, kortaf zonder haar ogen van de prins af te wenden, en als de prins antwoordde knikte zij met haar hoofd bij elk woord dat hij sprak.'

Ook iemand die het verhaal niet kent en het boek toevallig op deze plaats openslaat zal getroffen worden door de levendigheid, om niet te zeggen warrigheid van de hier beschreven scène. De weergave is trefzeker, de lezer ziet en hoort de mensen spreken en degene die het boek hier zo maar heeft opengeslagen kan het gevoel hebben dat hij per ongeluk een kamer is binnengelopen waar zich net van alles afspeelt zodat hij zich afvraagt wat er aan de hand is.

Wat is er aan de hand? Generaal Jepanski heeft zojuist kennis gemaakt met prins Myskin (de hoofdpersoon van De idioot) en is naar de eetkamer gelopen om zijn vrouw te vragen of zij hem wil ontvangen. De prins heeft voor de generaal iets in het handschrift van de veertiende-eeuwse abt Pafnoeti geschreven om te laten zien hoe mooi hij kan schrijven. De generaal heeft zijn vrouw daar iets over verteld, net voldoende om haar nieuwsgierigheid te wekken en haar aandacht af te leiden van een kwestie waarover zij hem, naar hij vreest, onaangename vragen zal willen stellen. Hij maakt zich snel uit de voeten nadat hij de prins, die intussen ook is binnengekomen, aan de dames heeft voorgesteld.

De slavist Hans Boland heeft een paar maanden geleden in een uitzending van 'de avonden' opgemerkt dat Dostojevski's realistische weergave van situaties en gesprekken revolutionair voor zijn tijd was en als een mijlpaal in de ontwikkeling van de literatuur kan worden gezien. De boven tamelijk willekeurig gekozen passage illustreert wat Boland bedoelt.

Er valt nog veel meer over deze passage te zeggen. Houd hem daarom, lezer, in gedachten, ik kom er later op terug.

Dostojevski's meesterschap blijkt ook uit de volgende citaten.

Prins Myskin heeft zijn intrek genomen bij de familie van de verarmde generaal Owolgin, waar hem een klein kamertje is toegewezen. Hij heeft zich daar net teruggetrokken en zich wat opgeknapt als de deur op een kier wordt geopend en een hoofd om de deur verschijnt.

'Hij [de bezoeker] opende de deur maar zo ver dat hij zijn hoofd naar binnen kon steken. Het vooruitgestoken hoofd keek een sekonde of vijf de kamer rond; toen ging de deur langzaam open, de hele gestalte vertoonde zich op de drempel, maar de gast ging nog niet naar binnen, maar bleef vanaf de drempel de prins met half toegeknepen ogen opnemen. Tenslotte sloot hij de deur achter zich, kwam naderbij, ging op een stoel zitten, greep de prins stevig bij de hand en deed hem schuin tegenover hem op de divan plaatsnemen.'

De manier van binnenkomen vertelt al iets over de bezoeker, een bladzijde verder tekent Dostojevski de man in twee zinnen ten voeten uit:

'De prins kwam er later achter dat deze heer zich als het ware uit plicht tot taak stelde iedereen in verbazing te brengen met zijn originaliteit en humor, maar op een of andere manier bracht hij daar nooit iets van terecht. Op sommige mensen maakte hij zelfs een onaangename indruk, wat hij oprecht betreurde, maar hij bleef trouw aan de opgave die hij zich gesteld had.'

Nieuw en misschien wel nooit geëvenaard zijn Dostojevski's fijne beschrijvingen van subtiele stemmingen en gevoelens:

'Nastasja Filippowna was zeer getroffen zowel door het optreden van Ganja als de reactie van de prins. Haar gewoonlijk bleke en nadenkende gezicht, waarop de zichtbaar geforceerde lach van daarnet zo weinig paste, werd nu duidelijk bewogen door een nieuw gevoel; maar ze leek dat niet te willen tonen en de spot week niet van haar gezicht.'

In een volgend stuk hoop ik de leden van de anti-Dostojevski-club aan het woord te laten. Denk daarbij, lezer, af en toe aan deze mooie citaten terug!

*) Hans Boland, die Dostojevski bewondert, citeert overigens een zin uit het door hem vertaalde Duivels als staaltje van Dostojevski's 'breedsprakigheid': 'Het meest opvallend aan hem waren zijn onnatuurlijk grote, lange, wijde, dikke, ver van zijn schedel staande flaporen'. (Trouw 23 december 2006). Zoveel bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar lijken inderdaad wat veel van het goede. Hoewel... ik hoop ook hier nog eens op terug te komen.
 
**************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:


© 2009 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Dostojevski in het Russisch Gerbrand Muller
0702VG Dostoyevski
'Dat er mensen zijn, onder hen niet de minsten, die niets in Dostojevski zien, zit me dwars,' schreef ik enige tijd geleden in dit tijdschrift (jg. 5, nr. 3). Wat je dwars zit blijft je bezighouden. Ik ben intussen begonnen De idioot in het Russisch te lezen. Dat vormt op zichzelf al voldoende aanleiding op Dostojevski terug te komen.

De idioot, waar Karel van het Reve nooit doorheen is gekomen, zoals hij bekent in zijn Geschiedenis van de Russische literatuur. Ik heb vroeger De idioot verslonden. Dan lijkt het verwonderlijk dat iemand die Russische literatuur aan de universiteit doceert er niet in slaagt het boek uit te lezen. Misschien wordt het tijd om Karel van het Reve en andere leden van de zogenoemde 'anti-Dostojevskiclub' aan het woord te laten. Maar eerst wil ik hier nog verslag doen van mijn ervaringen met Dostojevski in het Russisch.

Anders dan de eerste maal, ruim veertig jaar geleden, ga ik nu langzaam door De idioot heen. Van Poesjkin, Lermontov of Tsjechov hoef je maar enkele zinnen moeizaam in het origineel uit te spellen om een indruk te krijgen van hun meesterschap. Voor het uitzonderlijke van Dostojevski krijg je pas oog als je een paar bladzijden achter elkaar in een redelijk tempo leest. Dat lukt me nu, weliswaar met de vertaling ernaast zodat ik niet steeds woorden hoef op te zoeken. Wat mij na een paar bladzijden het eerst trof was de sobere stijl. Nergens gebruikt Dostojevski ook maar één woord te veel, in dat opzicht doet hij niet onder voor de andere grote Russische schrijvers*).

Ik zie uit naar de tijd dat ik Dostojevski zonder vertaling ernaast zal kunnen lezen, want het is telkens weer een deceptie de compacte pregnante Russische zinnen in het Nederlands te zien weergegeven. In zijn enthousiasme heeft Charles B. Timmer, toch een knap vertaler, het dikwijls mooier en levendiger willen maken dan de auteur en maakt hij van 'misschien' 'best mogelijk', van 'liegt' 'raaskalt', van 'hoe' 'wel verdraaid' van 'een heel goede vriend' 'de dikste vrienden', van 'ik heb veel geld' 'ik bulk van het geld' enzovoort en zo verder. Keer op keer ligt het er in de vertaling net iets te dik bovenop. Een Nederlandse lezer zou kunnen concluderen dat Dostojevski weliswaar een diepzinnig schrijver is, maar als stilist toch tekortschiet. Terwijl Dostojevski, anders dan Timmer, juist op een wonderbaarlijke manier steeds het juiste midden houdt. Door de sobere stijl werken zijn beschrijvingen van de opeenvolgende dramatische gebeurtenissen des te sterker op je in.

Timmers taalgebruik doet gedateerd aan. Daar had ik veertig jaar geleden geen last van; toen vond ik alleen maar de zinnen niet steeds even mooi, maar dat was ik gewend bij de meeste vertalingen van Russische schrijvers. Mij valt nu op dat Timmers gedateerd woordgebruik vooral hindert waar hij afwijkt van Dostojevski's pregnante en sobere taal. Een sublieme tekst veroudert niet. Had Timmers vertaling in soberheid en adequaat woordgebruik het origineel benaderd, dan zouden ons de inmiddels deels verouderde woorden misschien wel nauwelijks zijn opgevallen en in elk geval niet hebben gehinderd. De idioot is honderd jaar ouder dan Timmers vertaling. Ongetwijfeld zal het woorden bevatten die een Rus niet meer gebruikt (ik kan daar niet over oordelen, want voor mij zijn alle Russische woorden nieuw; overigens verandert het Russisch veel minder snel dan het Nederlands), maar het zou me verwonderen als de pregnante taal van Dostojevski door de eeuwen heen niet even leesbaar zou blijven als de Griekse tragedies nu zijn voor de weinige mensen ter wereld die nog vlot klassiek Grieks kunnen lezen.

Nu wil ik voorbeelden geven van Dostojevski's meesterschap. Daartoe moet ik zelf trachten Dostojevski's sobere zinnen in het Nederlands om te zetten. Laat ik proberen hoe ver ik kom. Van Timmer neem ik over wat me goed lijkt.

' - Dat weten we waar jij zo gauw naar toe moet,' zei de generaalsvrouw veelbetekenend.
- Ik heb haast, mijn beste, ik ben al te laat! En geef hem jullie albums, mesdames, laat hem daar iets in schrijven, hij is een buitengewoon calligraaf! Een talent; zoals hij bij mij op kantoor in oud handschrift schreef: 'Ondertekend door de abt Pafnoeti'. Nou, tot ziens.
- Pafnoeti? Abt? Maar wacht, wacht nou toch even, waar ga je naartoe en wat is er met die Pafnoeti? riep de generaalsvrouw vol ergernis en bijna verschrikt haar wegsnellende man achterna.
- Ja ja, mijn beste, dat was een abt in de oude tijd… maar ik moet naar de graaf, die wacht allang op me, en hij heeft me nog wel zelf ontboden… Prins, tot ziens!
De generaal verwijderde zich met snelle passen.
- Ik weet wel naar welke graaf hij toegaat, zei Lizaveta Prokofjevna bits en ze richtte geprikkeld haar ogen op de prins. - Wat was het nou?' begon ze terwijl ze met afkeer en geërgerd haar geheugen afzocht. - Nou, waar hadden we het over? Ach ja, wat voor een abt?
- Maman, begon Aleksandra, en Aglaja stampte zelfs met haar voetje.
- Kom er niet tussen Aleksandra Ivanovna, snauwde de generaalsvrouw, ik wil het ook weten. Komt u hier zitten prins, in deze stoel tegenover mij, nee hier bij de zon, meer in het licht zodat ik u kan zien. Nou, wat voor abt?
- De abt Pafnoeti, antwoordde de prins hoffelijk en ernstig.
- Pafnoeti? Dat is interessant; nou wat is er met hem?
De generaalsvrouw stelde haar vragen ongeduldig, snel, kortaf zonder haar ogen van de prins af te wenden, en als de prins antwoordde knikte zij met haar hoofd bij elk woord dat hij sprak.'

Ook iemand die het verhaal niet kent en het boek toevallig op deze plaats openslaat zal getroffen worden door de levendigheid, om niet te zeggen warrigheid van de hier beschreven scène. De weergave is trefzeker, de lezer ziet en hoort de mensen spreken en degene die het boek hier zo maar heeft opengeslagen kan het gevoel hebben dat hij per ongeluk een kamer is binnengelopen waar zich net van alles afspeelt zodat hij zich afvraagt wat er aan de hand is.

Wat is er aan de hand? Generaal Jepanski heeft zojuist kennis gemaakt met prins Myskin (de hoofdpersoon van De idioot) en is naar de eetkamer gelopen om zijn vrouw te vragen of zij hem wil ontvangen. De prins heeft voor de generaal iets in het handschrift van de veertiende-eeuwse abt Pafnoeti geschreven om te laten zien hoe mooi hij kan schrijven. De generaal heeft zijn vrouw daar iets over verteld, net voldoende om haar nieuwsgierigheid te wekken en haar aandacht af te leiden van een kwestie waarover zij hem, naar hij vreest, onaangename vragen zal willen stellen. Hij maakt zich snel uit de voeten nadat hij de prins, die intussen ook is binnengekomen, aan de dames heeft voorgesteld.

De slavist Hans Boland heeft een paar maanden geleden in een uitzending van 'de avonden' opgemerkt dat Dostojevski's realistische weergave van situaties en gesprekken revolutionair voor zijn tijd was en als een mijlpaal in de ontwikkeling van de literatuur kan worden gezien. De boven tamelijk willekeurig gekozen passage illustreert wat Boland bedoelt.

Er valt nog veel meer over deze passage te zeggen. Houd hem daarom, lezer, in gedachten, ik kom er later op terug.

Dostojevski's meesterschap blijkt ook uit de volgende citaten.

Prins Myskin heeft zijn intrek genomen bij de familie van de verarmde generaal Owolgin, waar hem een klein kamertje is toegewezen. Hij heeft zich daar net teruggetrokken en zich wat opgeknapt als de deur op een kier wordt geopend en een hoofd om de deur verschijnt.

'Hij [de bezoeker] opende de deur maar zo ver dat hij zijn hoofd naar binnen kon steken. Het vooruitgestoken hoofd keek een sekonde of vijf de kamer rond; toen ging de deur langzaam open, de hele gestalte vertoonde zich op de drempel, maar de gast ging nog niet naar binnen, maar bleef vanaf de drempel de prins met half toegeknepen ogen opnemen. Tenslotte sloot hij de deur achter zich, kwam naderbij, ging op een stoel zitten, greep de prins stevig bij de hand en deed hem schuin tegenover hem op de divan plaatsnemen.'

De manier van binnenkomen vertelt al iets over de bezoeker, een bladzijde verder tekent Dostojevski de man in twee zinnen ten voeten uit:

'De prins kwam er later achter dat deze heer zich als het ware uit plicht tot taak stelde iedereen in verbazing te brengen met zijn originaliteit en humor, maar op een of andere manier bracht hij daar nooit iets van terecht. Op sommige mensen maakte hij zelfs een onaangename indruk, wat hij oprecht betreurde, maar hij bleef trouw aan de opgave die hij zich gesteld had.'

Nieuw en misschien wel nooit geëvenaard zijn Dostojevski's fijne beschrijvingen van subtiele stemmingen en gevoelens:

'Nastasja Filippowna was zeer getroffen zowel door het optreden van Ganja als de reactie van de prins. Haar gewoonlijk bleke en nadenkende gezicht, waarop de zichtbaar geforceerde lach van daarnet zo weinig paste, werd nu duidelijk bewogen door een nieuw gevoel; maar ze leek dat niet te willen tonen en de spot week niet van haar gezicht.'

In een volgend stuk hoop ik de leden van de anti-Dostojevski-club aan het woord te laten. Denk daarbij, lezer, af en toe aan deze mooie citaten terug!

*) Hans Boland, die Dostojevski bewondert, citeert overigens een zin uit het door hem vertaalde Duivels als staaltje van Dostojevski's 'breedsprakigheid': 'Het meest opvallend aan hem waren zijn onnatuurlijk grote, lange, wijde, dikke, ver van zijn schedel staande flaporen'. (Trouw 23 december 2006). Zoveel bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar lijken inderdaad wat veel van het goede. Hoewel... ik hoop ook hier nog eens op terug te komen.
 
**************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:
© 2009 Gerbrand Muller
powered by CJ2