archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Goed, beter, best Gerbrand Muller

0514VG LitGM
De behoefte aan wedijver is zo oud als de mensheid. Zo zou een boek over de geschiedenis van de wedijver kunnen beginnen. In dat boek zouden plaatjes kunnen staan van wedijverende atleten door de eeuwen heen, een hoofdstuk zou Olympia en de Olympische Spelen behandelen en in een ander hoofdstuk zou worden ingegaan op de achtergronden van wedijver (paragrafen: 'homo ludens', 'wedijver en de survival of the fittest', 'het zelf en zijn idolen').

Wie de beste is wordt in alle takken van sport zorgvuldig bijgehouden. De besten worden niet met rust gelaten, keer op keer moeten zij opnieuw bewijzen dat zij op hun gebied scherpzinniger, gewiekster, handiger, sterker, sneller, behendiger, sierlijker, taaier, volhardender, doortastender, dapperder zijn dan alle anderen ter wereld. Alle besten worden op een gegeven moment overtroefd door een nieuwe beste. Die nieuwe beste zal op zijn beurt overtroefd worden door een volgende en die volgende na zekere tijd door weer een volgende. De ene beste volgt de andere op en dat zal wel zo doorgaan zolang er mensen op de wereld zijn.

Ik kijk altijd weer verwonderd toe als ik iemand iets zie doen waar ik zelf in de verste verte niet toe in staat ben: een timmerman die met een handzaag met rustige, regelmatige bewegingen een plank kaarsrecht doormidden zaagt, een kelner die zich met een volgeladen dienblad soepel tussen de mensen beweegt, een tennisser die een keihard toegespeelde bal even keihard binnen de lijnen over het net naar zijn tegenstander terugslaat. Des te wonderlijker is het nog om mensen elkaar in het doen van hun verbijsterende verrichtingen te zien overtreffen. Dat men tussen die mensen een rangorde wil vaststellen is niet meer dan natuurlijk.

De beste tennissers ter wereld zijn gerangschikt als de nummer een, de nummer twee, de nummer drie… Er bestaan ontelbare gouden, zilveren en bronzen bekers en trofeeën die met de regelmaat van de klok voor de meest uiteenlopende sportprestaties aan mensen en clubs worden uitgereikt. In de tijd van de mechanische schrijfmachine heeft de snelste typiste het eens moeten opnemen tegen de snelste tapdanseres: de tapdanseres won van de typiste met 645 taps tegen 623 aanslagen per minuut.

Het is niet genoeg. Mensen willen ook vastgesteld zien wie de grootste Engelsman, de grootste Fransman, de grootste Belg, de grootste Duitser, de grootste Nederlander aller tijden is. Pim Fortuyn zal wel eeuwig de grootste Nederlander aller tijden blijven, want wie het van Erasmus, Rembrandt en Willem van Oranje heeft gewonnen kan niet meer overtroffen worden. Er is inmiddels ook een beste Engelse, Franse, Nederlandse enzovoort schrijver, c.q. boek aller tijden, en kort geleden hebben de Nederlandse lezers Tolkiens In de ban van de ring als het beste boek aller tijden in welke taal dan ook aangewezen. Deze trilogie won het in een nek aan nek race van Anna, Hanna en Johanna van Marianne Frederiksson.

Er bestaat niet zoiets als de beste roman of het beste gedicht, het beste schilderij of het beste muziekstuk. Dat spreekt vanzelf, die verkiezingen waren maar voor de aardigheid. Zou het? Spreekt het echt nog wel vanzelf dat er geen beste roman bestaat? Geen beste schrijver, geen beste schilder, geen beste componist? Geen beste pianist, geen beste violist? Ja, uiteindelijk weten de mensen dat wel. Mooi. Toch ga ik nog even door: soms kan het geen kwaad dingen te zeggen die iedereen uiteindelijk wel weet.

Oorlog en vrede van Tolstoj is een meesterwerk, Dokter Zjivago van Pasternak niet minder. Of Honderd jaar eenzaamheid van García Márquez. Of Kafka: Der Prozess, Das Schloss, Amerika. Kertesz' Het Fiasco en Onbepaald door het lot. Knut Hamsuns Honger. Flaubert, Stendhal, Balzac: Madame Bovary, Le Rouge et le Noir, La Peau de Chagrin zijn schitterende romans om steeds weer te herlezen. Of neem de juweeltjes van Benjamin Constant: Adolphe en Cécile. Of La Princesse de Clève van madame De la Fayette. Diderot, La Religieuse. Ik noem maar volstrekt willekeurig iets op uit de zee van meesterwerken die in de loop van de tijd geschreven zijn. Marcel Proust, A la Recherche du Temps Perdu. Electra van Sofocles. Hamlet. De lof der zotheid. Woutertje Pieterse. Dit stukje mag niet te lang worden. De koperen tuin. De sprong der paarden en de zoete zee. Lermontovs Held van deze tijd. De gedichten van Lermontov. De gedichten van Pasternak. Dostojewski. Octavio Paz, in Nederland nog altijd te weinig bekend, ondanks de goede vertalingen die Meulenhoff uitgaf, zoals het gedicht Zonnesteen, en de beschouwingen over Mexico en over de moderne poëzie: Het labyrinth van de eenzaamheid en De boog en de lier. Als er iets is wat deze opsomming niet pretendeert dan is het ook maar een begin te zijn van een aanzet tot het begin van volledigheid. Suiker. De tranen der acacia's. De dode zielen, Taras Bulba. Voor een opsomming van alle meesterschrijvers c.q. -werken ter wereld zouden tien jaargangen van dit tijdschrift nog niet genoeg zijn. De kapiteinsdochter. Vaders en zonen. De zwarte monnik. De steppe. De Ilias en de Odyssee. Het heeft dus helemaal geen zin er maar een paar te noemen, want dat geeft alleen maar aanleiding tot misverstanden. Lautréamont, Les Chants de Maldoror. De Nerval, Aurélia. Charles Maturin, Melmoth the Wanderer. Jan Potocki, Veertien dagen uit het leven van Alfons van Worden. De 0ndraaglijke lichtheid van het bestaan. Elias Canetti. Bohumil Hrabal. Ismael Kadare, De brug met de drie bogen. Andrej Platonov. Fjodor Sologoeb. Immers, iemand zou eens kunnen denken dat ik toch stiekem iets dat lijkt op het begin van een aanzet tot een voorselectie zou proberen te maken. José María Arguedas, De diepe rivieren. Ramón del Valle Inclán, Sonata de Otoño, Sonata de Invierno, Sonata de Primavera, Sonata de Estío. Benito Pérez Galdós, Tristana. Goethe's Faust. Paul Bowles. Jean Stafford, Boston Adventure. Carson Mc. Cullers, The member of the wedding. D.H. Laurence, Women in Love, Sons and Lovers. E.M. Forster, Passage to India. Robert Musil, Törless. Thomas Mann, Der Zauberberg.

Der Zauberberg: na het lezen van dat boek was er voor mij iets in de wereld veranderd. De schrijver had er iets onvergetelijks aan toegevoegd: het tot in alle sprekende details beschreven leven in het sanatorium waar Hans Castorp verblijft, de verschillende snelheden waarmee de tijd zich daar voltrekt, eerst snel (alles wat Castorp meemaakt is nog nieuw), dan langzaam, zoals de tijd op een schip op volle zee verstrijkt (want niets is meer nieuw, de dagen, weken, maanden, jaren rijgen zich aaneen), aan het eind opnieuw snel. Sprekende details: alleen al het donderende geraas dat opklinkt telkens als een zekere vrouw ('eine Frau, ein junges Mädchen wohl eher, mit rötlichblondem Haar, das sie einfach in Zöpfen um den Kopf gelegt trug') de eetzaal binnenkomt - anders dan de andere sanatoriumpatiënten heeft zij de gewoonte de met kleine glazen ruitjes gevulde toegangsdeur los te laten zodat deze met een klap achter haar terugvalt.

Alle meesterwerken voegen iets aan de wereld toe. Nooit zal ik het verduisterde vliegveld vergeten in Het fiasco waar Köves als enige passagier het vliegtuig verlaat: hij is aangekomen in den vreemde, dat wil zeggen in zijn eigen woonstad Boedapest, dat beheerst wordt door een duister, ongrijpbaar en ongenaakbaar regime. Of de intense verwondering van de jongen Ernesto in De diepe rivieren over de stenen van de Inca-muur in Cuzco: 'De muur was roerloos, maar hij kookte in al zijn lijnen en het oppervlak veranderde steeds, zoals dat van de rivieren in de zomer, als ze naar het midden toe gezwollen zijn en dat is dan het gevaarlijkste deel met de sterkste stroom… 'Papa,' zei ik. 'Iedere steen spreekt. Laten we nog even blijven.' ' De vader tracht de jongen ervan te overtuigen dat de stenen dood zijn, de jongen werpt tegen dat elke steen verschillend is: de stenen zijn niet door mensenhanden gehouwen, maar ze leven en bewegen. De vader zegt dat de jongen verward is. De koortsachtige toestand waarin de jongen verkeert deelt zich aan de lezer mee.

Meesterwerken kunnen worden geëvenaard, niet overtroffen. Meesterwerken zijn en blijven uiteindelijk onvergelijkbaar. Oorlog en vrede en Dokter Zjivago hebben met elkaar gemeen dat ze tot op zekere hoogte de Russische geschiedenis van een eeuw samenvatten, Oorlog en vrede die van de negentiende, Dokter Zjivago die van de twintigste eeuw, maar beide romans zijn evengoed werelden op zichzelf.

Wie meesterwerken met elkaar wil laten wedijveren, in ernst of voor de aardigheid, heeft er niets van begrepen. De vraag alleen al, welk boek verdient de eerste prijs, Der Prozess of L'Éducation Sentimentale, doet beide boeken op een verschrikkelijke manier onrecht. Het is een walgelijke vraag. Ja, het gedoe met het beste boek zus en het beste boek zo is weerzinwekkend. Wat is er in godsnaam met de mensen aan de hand? In wat voor tijd leven we?
 
************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:


© 2008 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Goed, beter, best Gerbrand Muller
0514VG LitGM
De behoefte aan wedijver is zo oud als de mensheid. Zo zou een boek over de geschiedenis van de wedijver kunnen beginnen. In dat boek zouden plaatjes kunnen staan van wedijverende atleten door de eeuwen heen, een hoofdstuk zou Olympia en de Olympische Spelen behandelen en in een ander hoofdstuk zou worden ingegaan op de achtergronden van wedijver (paragrafen: 'homo ludens', 'wedijver en de survival of the fittest', 'het zelf en zijn idolen').

Wie de beste is wordt in alle takken van sport zorgvuldig bijgehouden. De besten worden niet met rust gelaten, keer op keer moeten zij opnieuw bewijzen dat zij op hun gebied scherpzinniger, gewiekster, handiger, sterker, sneller, behendiger, sierlijker, taaier, volhardender, doortastender, dapperder zijn dan alle anderen ter wereld. Alle besten worden op een gegeven moment overtroefd door een nieuwe beste. Die nieuwe beste zal op zijn beurt overtroefd worden door een volgende en die volgende na zekere tijd door weer een volgende. De ene beste volgt de andere op en dat zal wel zo doorgaan zolang er mensen op de wereld zijn.

Ik kijk altijd weer verwonderd toe als ik iemand iets zie doen waar ik zelf in de verste verte niet toe in staat ben: een timmerman die met een handzaag met rustige, regelmatige bewegingen een plank kaarsrecht doormidden zaagt, een kelner die zich met een volgeladen dienblad soepel tussen de mensen beweegt, een tennisser die een keihard toegespeelde bal even keihard binnen de lijnen over het net naar zijn tegenstander terugslaat. Des te wonderlijker is het nog om mensen elkaar in het doen van hun verbijsterende verrichtingen te zien overtreffen. Dat men tussen die mensen een rangorde wil vaststellen is niet meer dan natuurlijk.

De beste tennissers ter wereld zijn gerangschikt als de nummer een, de nummer twee, de nummer drie… Er bestaan ontelbare gouden, zilveren en bronzen bekers en trofeeën die met de regelmaat van de klok voor de meest uiteenlopende sportprestaties aan mensen en clubs worden uitgereikt. In de tijd van de mechanische schrijfmachine heeft de snelste typiste het eens moeten opnemen tegen de snelste tapdanseres: de tapdanseres won van de typiste met 645 taps tegen 623 aanslagen per minuut.

Het is niet genoeg. Mensen willen ook vastgesteld zien wie de grootste Engelsman, de grootste Fransman, de grootste Belg, de grootste Duitser, de grootste Nederlander aller tijden is. Pim Fortuyn zal wel eeuwig de grootste Nederlander aller tijden blijven, want wie het van Erasmus, Rembrandt en Willem van Oranje heeft gewonnen kan niet meer overtroffen worden. Er is inmiddels ook een beste Engelse, Franse, Nederlandse enzovoort schrijver, c.q. boek aller tijden, en kort geleden hebben de Nederlandse lezers Tolkiens In de ban van de ring als het beste boek aller tijden in welke taal dan ook aangewezen. Deze trilogie won het in een nek aan nek race van Anna, Hanna en Johanna van Marianne Frederiksson.

Er bestaat niet zoiets als de beste roman of het beste gedicht, het beste schilderij of het beste muziekstuk. Dat spreekt vanzelf, die verkiezingen waren maar voor de aardigheid. Zou het? Spreekt het echt nog wel vanzelf dat er geen beste roman bestaat? Geen beste schrijver, geen beste schilder, geen beste componist? Geen beste pianist, geen beste violist? Ja, uiteindelijk weten de mensen dat wel. Mooi. Toch ga ik nog even door: soms kan het geen kwaad dingen te zeggen die iedereen uiteindelijk wel weet.

Oorlog en vrede van Tolstoj is een meesterwerk, Dokter Zjivago van Pasternak niet minder. Of Honderd jaar eenzaamheid van García Márquez. Of Kafka: Der Prozess, Das Schloss, Amerika. Kertesz' Het Fiasco en Onbepaald door het lot. Knut Hamsuns Honger. Flaubert, Stendhal, Balzac: Madame Bovary, Le Rouge et le Noir, La Peau de Chagrin zijn schitterende romans om steeds weer te herlezen. Of neem de juweeltjes van Benjamin Constant: Adolphe en Cécile. Of La Princesse de Clève van madame De la Fayette. Diderot, La Religieuse. Ik noem maar volstrekt willekeurig iets op uit de zee van meesterwerken die in de loop van de tijd geschreven zijn. Marcel Proust, A la Recherche du Temps Perdu. Electra van Sofocles. Hamlet. De lof der zotheid. Woutertje Pieterse. Dit stukje mag niet te lang worden. De koperen tuin. De sprong der paarden en de zoete zee. Lermontovs Held van deze tijd. De gedichten van Lermontov. De gedichten van Pasternak. Dostojewski. Octavio Paz, in Nederland nog altijd te weinig bekend, ondanks de goede vertalingen die Meulenhoff uitgaf, zoals het gedicht Zonnesteen, en de beschouwingen over Mexico en over de moderne poëzie: Het labyrinth van de eenzaamheid en De boog en de lier. Als er iets is wat deze opsomming niet pretendeert dan is het ook maar een begin te zijn van een aanzet tot het begin van volledigheid. Suiker. De tranen der acacia's. De dode zielen, Taras Bulba. Voor een opsomming van alle meesterschrijvers c.q. -werken ter wereld zouden tien jaargangen van dit tijdschrift nog niet genoeg zijn. De kapiteinsdochter. Vaders en zonen. De zwarte monnik. De steppe. De Ilias en de Odyssee. Het heeft dus helemaal geen zin er maar een paar te noemen, want dat geeft alleen maar aanleiding tot misverstanden. Lautréamont, Les Chants de Maldoror. De Nerval, Aurélia. Charles Maturin, Melmoth the Wanderer. Jan Potocki, Veertien dagen uit het leven van Alfons van Worden. De 0ndraaglijke lichtheid van het bestaan. Elias Canetti. Bohumil Hrabal. Ismael Kadare, De brug met de drie bogen. Andrej Platonov. Fjodor Sologoeb. Immers, iemand zou eens kunnen denken dat ik toch stiekem iets dat lijkt op het begin van een aanzet tot een voorselectie zou proberen te maken. José María Arguedas, De diepe rivieren. Ramón del Valle Inclán, Sonata de Otoño, Sonata de Invierno, Sonata de Primavera, Sonata de Estío. Benito Pérez Galdós, Tristana. Goethe's Faust. Paul Bowles. Jean Stafford, Boston Adventure. Carson Mc. Cullers, The member of the wedding. D.H. Laurence, Women in Love, Sons and Lovers. E.M. Forster, Passage to India. Robert Musil, Törless. Thomas Mann, Der Zauberberg.

Der Zauberberg: na het lezen van dat boek was er voor mij iets in de wereld veranderd. De schrijver had er iets onvergetelijks aan toegevoegd: het tot in alle sprekende details beschreven leven in het sanatorium waar Hans Castorp verblijft, de verschillende snelheden waarmee de tijd zich daar voltrekt, eerst snel (alles wat Castorp meemaakt is nog nieuw), dan langzaam, zoals de tijd op een schip op volle zee verstrijkt (want niets is meer nieuw, de dagen, weken, maanden, jaren rijgen zich aaneen), aan het eind opnieuw snel. Sprekende details: alleen al het donderende geraas dat opklinkt telkens als een zekere vrouw ('eine Frau, ein junges Mädchen wohl eher, mit rötlichblondem Haar, das sie einfach in Zöpfen um den Kopf gelegt trug') de eetzaal binnenkomt - anders dan de andere sanatoriumpatiënten heeft zij de gewoonte de met kleine glazen ruitjes gevulde toegangsdeur los te laten zodat deze met een klap achter haar terugvalt.

Alle meesterwerken voegen iets aan de wereld toe. Nooit zal ik het verduisterde vliegveld vergeten in Het fiasco waar Köves als enige passagier het vliegtuig verlaat: hij is aangekomen in den vreemde, dat wil zeggen in zijn eigen woonstad Boedapest, dat beheerst wordt door een duister, ongrijpbaar en ongenaakbaar regime. Of de intense verwondering van de jongen Ernesto in De diepe rivieren over de stenen van de Inca-muur in Cuzco: 'De muur was roerloos, maar hij kookte in al zijn lijnen en het oppervlak veranderde steeds, zoals dat van de rivieren in de zomer, als ze naar het midden toe gezwollen zijn en dat is dan het gevaarlijkste deel met de sterkste stroom… 'Papa,' zei ik. 'Iedere steen spreekt. Laten we nog even blijven.' ' De vader tracht de jongen ervan te overtuigen dat de stenen dood zijn, de jongen werpt tegen dat elke steen verschillend is: de stenen zijn niet door mensenhanden gehouwen, maar ze leven en bewegen. De vader zegt dat de jongen verward is. De koortsachtige toestand waarin de jongen verkeert deelt zich aan de lezer mee.

Meesterwerken kunnen worden geëvenaard, niet overtroffen. Meesterwerken zijn en blijven uiteindelijk onvergelijkbaar. Oorlog en vrede en Dokter Zjivago hebben met elkaar gemeen dat ze tot op zekere hoogte de Russische geschiedenis van een eeuw samenvatten, Oorlog en vrede die van de negentiende, Dokter Zjivago die van de twintigste eeuw, maar beide romans zijn evengoed werelden op zichzelf.

Wie meesterwerken met elkaar wil laten wedijveren, in ernst of voor de aardigheid, heeft er niets van begrepen. De vraag alleen al, welk boek verdient de eerste prijs, Der Prozess of L'Éducation Sentimentale, doet beide boeken op een verschrikkelijke manier onrecht. Het is een walgelijke vraag. Ja, het gedoe met het beste boek zus en het beste boek zo is weerzinwekkend. Wat is er in godsnaam met de mensen aan de hand? In wat voor tijd leven we?
 
************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:
© 2008 Gerbrand Muller
powered by CJ2