archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Op een vlot in open zee Frits Hoorweg

Mijn eerste Engelse boek was Aku-Aku van Thor Heyerdahl. Nou ja, het was natuurlijk een in het Engels vertaald Noors boek. Ik kreeg het van mijn broer bij gelegenheid van mijn overgang van de 2e naar de 3e klas van de HBS. Niet omdat ik zo’n bolleboos was in Engels; eerder het tegenovergestelde. Als ik het mij goed herinner was ik naar een 5 afgezakt. Grote consternatie! Mijn vader sprak met stemverheffing zijn verbazing uit en mijn 8 jaar oudere broer schudde het hoofd. De laatste kwam enige tijd later met het pedagogisch interessante initiatief mij een boek in de Engelse taal cadeau te doen. Zijn toelichting getuigde ook van een groot opvoedkundig talent.

‘Boeken zijn nu eenmaal waanzinnig duur, maar dat geldt niet voor Engelse en Amerikaanse pockets. En daarom moet je ervoor zorgen dat je net zo makkelijk Engels als Nederlands leest!’
Nu ik het opschrijf zie ik dat er kanttekeningen bij deze redenering te plaatsen zijn, maar toen was ik diep onder de indruk. Bovendien als je zo’n boek als geschenk hebt geaccepteerd kun je niet veel anders doen dan het te lezen, wat ik dus braaf deed. In het begin met een woordenboek ernaast, maar daar had ik al snel genoeg van. Als het maar lukt om de vaart in dat lezen te houden leer je de betekenis van de meeste moeilijke woorden onderweg wel. Daartoe is het wel een vereiste dat het boek niet al te ingewikkeld is. En aan die eis voldeed het boek van Heyerdahl.

De schrijver was aanvankelijk zoöloog en als zodanig maakte hij studie van de fauna op een Polynesisch eiland (Fatuhiva). Daar raakte hij in de ban van de verhalen die de bewoners hem vertelden over hun afstamming. Hij schoolde zich om tot antropoloog en ontwikkelde de theorie dat een deel van de bewoners van Polynesië afstamt van de oorspronkelijke bewoners van Peru. Die zouden, om het even simpel samen te vatten, door de Inca’s de zee ingedreven zijn en vervolgens op hun vlotten de Stille Oceaan zijn overgestoken.
Andere antropologen weigerden serieus op deze theorie in te gaan. Ze volstonden met de reactie: ‘Die mensen hadden geen zeewaardige schepen.’ Sindsdien heeft het leven van Thor Heyerdahl (1914-2002) in het teken gestaan van pogingen om per vlot oceanen over te steken. Grotendeels succesvol. Hij wordt nu geëerd als de uitvinder van de experimentele antropologie. In Oslo heeft hij een eigen museum. Overigens nemen de kenners die theorie over de afstamming van de bewoners van Polynesië nog steeds niet serieus. Blijkbaar waren er nog een paar andere argumenten dan het ene dat Heyerdahl grondig heeft ontkracht.

‘Aku-Aku’ gaat vooral over de onderzoekingen die hij op Paaseiland deed. In de tijd dat ik me er doorheen aan het worstelen was ging ik vaak naar het strand. Daar zat in weer en wind een groep jongelui van mijn school. We klierden wat af, nu eens bekogelden we de meisjes met kwallen en dan weer gooiden we ze in het water. Als het koud was maakten we een vuur en bouwden we een schutting. Achter zo’n schutting werd soms heftig gevoosd, zoals wij dat toen noemden. Kortom, er werd vooral gewerkt aan een goede relatie met de andere sexe. Wat mij betreft ‘met wisselend succes,’ zoals de effectenhandelaar zei nadat de beurs was ingestort. Ik heb toen geregeld mijn Engelse pocket meegenomen naar het strand. In de vage hoop dat ik er indruk mee zou kunnen maken. En verdomd, dat lukte! Ik werd zelfs aangesproken door meisjes uit hogere klassen, ongekend. Overigens leidden die gesprekken verder tot niks. Jammer, maar het voordeel daarvan was dat er genoeg tijd overbleef om te lezen. Zo ben ik dus redelijk geoefend geraakt in de Engelse taal.

‘Aku-Aku’ ligt nog altijd in mijn boekenkast, maar wel op een bescheiden plekje, onderop een stapeltje, anders vallen de ezelsoren te veel op. Bij iedere opruimbeurt staat het op de nominatie om te verdwijnen, maar elke keer maak ik er toch maar weer plaats voor, naast The Kon-Tiki expedition, het verhaal van Heyerdahl’s allereerste tocht in 1947, van Peru naar Raroia.
Het laatstgenoemde boek blijft zijn leukste, geschreven in een onbeholpen recht-toe-recht-aan stijl, een aanstekelijk jongensboek dat goed afloopt. Hij is niet zuinig met loftuitingen voor zijn onverstoorbare reisgenoten (vier Noren en een Zweed) en schuift zichzelf niet al te hinderlijk in beeld. Er zijn allerlei aardige terzijdes, zoals het aan boord spoelen van een slangmakreel (Gempylus serpens), een vissoort waarvan tot dan werd aangenomen dat hij lang geleden was uitgestorven.

Bij de bibliotheek vond ik zijn allerlaatste boek, een soort van autobiografie: ‘In de sporen der mensheid.’ Dat boek stond me al snel ernstig tegen. Heyerdahl heeft het in dit boek vooral over z’n derde vrouw, en over veraf onderwerpen als verdraagzaamheid en zorg voor de natuur. Althans als hij ertoe kan komen zijn favoriete onderwerp, zichzelf, even met rust te laten. Nu kun je natuurlijk zeggen: wat wil je anders in een autobiografie? Maar de toon is helemaal fout, zelfspot ontbreekt totaal. Hier is iemand aan het woord die zo vaak gevierd is dat hij zelf is gaan geloven in wat er bij die gelegenheden over hem gezegd werd.

Op Internet vond ik -met behulp van mijn zoon, die de Spaanse taal enigszins machtig is- nog wat interessante weetjes over de familie Heyerdahl. Thor Heyerdahl Jr, de oudste zoon van Thor Sr., uit zijn eerste in 1947 ontbonden huwelijk, heeft het tot directeur geschopt van het Kon-Tiki museum. En diens zoon Olav heeft in 2006 deelgenomen aan een reprise van het kunststukje van zijn grootvader: de Tangaroa-expeditie. Ook deze tocht was weer een succes. Zou deze familie ooit nog los raken van de heldendaden van Thor Sr.?
Over terzijdes gesproken. Tijdens de tocht van 2006 gooide iemand, zomaar voor de lol, een hengeltje uit, ongeveer ter hoogte van de plek waar 59 jaar eerder een slangmakreel aan boord van de Kon-Tiki was gespoeld. En jawel, wat bleef er aan zijn hengel hangen? U raadt het.
 
***************************************************
De plaatjes zijn afkomstig uit het verslag van de Tangaroa-expeditie.


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Op een vlot in open zee Frits Hoorweg
Mijn eerste Engelse boek was Aku-Aku van Thor Heyerdahl. Nou ja, het was natuurlijk een in het Engels vertaald Noors boek. Ik kreeg het van mijn broer bij gelegenheid van mijn overgang van de 2e naar de 3e klas van de HBS. Niet omdat ik zo’n bolleboos was in Engels; eerder het tegenovergestelde. Als ik het mij goed herinner was ik naar een 5 afgezakt. Grote consternatie! Mijn vader sprak met stemverheffing zijn verbazing uit en mijn 8 jaar oudere broer schudde het hoofd. De laatste kwam enige tijd later met het pedagogisch interessante initiatief mij een boek in de Engelse taal cadeau te doen. Zijn toelichting getuigde ook van een groot opvoedkundig talent.

‘Boeken zijn nu eenmaal waanzinnig duur, maar dat geldt niet voor Engelse en Amerikaanse pockets. En daarom moet je ervoor zorgen dat je net zo makkelijk Engels als Nederlands leest!’
Nu ik het opschrijf zie ik dat er kanttekeningen bij deze redenering te plaatsen zijn, maar toen was ik diep onder de indruk. Bovendien als je zo’n boek als geschenk hebt geaccepteerd kun je niet veel anders doen dan het te lezen, wat ik dus braaf deed. In het begin met een woordenboek ernaast, maar daar had ik al snel genoeg van. Als het maar lukt om de vaart in dat lezen te houden leer je de betekenis van de meeste moeilijke woorden onderweg wel. Daartoe is het wel een vereiste dat het boek niet al te ingewikkeld is. En aan die eis voldeed het boek van Heyerdahl.

De schrijver was aanvankelijk zoöloog en als zodanig maakte hij studie van de fauna op een Polynesisch eiland (Fatuhiva). Daar raakte hij in de ban van de verhalen die de bewoners hem vertelden over hun afstamming. Hij schoolde zich om tot antropoloog en ontwikkelde de theorie dat een deel van de bewoners van Polynesië afstamt van de oorspronkelijke bewoners van Peru. Die zouden, om het even simpel samen te vatten, door de Inca’s de zee ingedreven zijn en vervolgens op hun vlotten de Stille Oceaan zijn overgestoken.
Andere antropologen weigerden serieus op deze theorie in te gaan. Ze volstonden met de reactie: ‘Die mensen hadden geen zeewaardige schepen.’ Sindsdien heeft het leven van Thor Heyerdahl (1914-2002) in het teken gestaan van pogingen om per vlot oceanen over te steken. Grotendeels succesvol. Hij wordt nu geëerd als de uitvinder van de experimentele antropologie. In Oslo heeft hij een eigen museum. Overigens nemen de kenners die theorie over de afstamming van de bewoners van Polynesië nog steeds niet serieus. Blijkbaar waren er nog een paar andere argumenten dan het ene dat Heyerdahl grondig heeft ontkracht.

‘Aku-Aku’ gaat vooral over de onderzoekingen die hij op Paaseiland deed. In de tijd dat ik me er doorheen aan het worstelen was ging ik vaak naar het strand. Daar zat in weer en wind een groep jongelui van mijn school. We klierden wat af, nu eens bekogelden we de meisjes met kwallen en dan weer gooiden we ze in het water. Als het koud was maakten we een vuur en bouwden we een schutting. Achter zo’n schutting werd soms heftig gevoosd, zoals wij dat toen noemden. Kortom, er werd vooral gewerkt aan een goede relatie met de andere sexe. Wat mij betreft ‘met wisselend succes,’ zoals de effectenhandelaar zei nadat de beurs was ingestort. Ik heb toen geregeld mijn Engelse pocket meegenomen naar het strand. In de vage hoop dat ik er indruk mee zou kunnen maken. En verdomd, dat lukte! Ik werd zelfs aangesproken door meisjes uit hogere klassen, ongekend. Overigens leidden die gesprekken verder tot niks. Jammer, maar het voordeel daarvan was dat er genoeg tijd overbleef om te lezen. Zo ben ik dus redelijk geoefend geraakt in de Engelse taal.

‘Aku-Aku’ ligt nog altijd in mijn boekenkast, maar wel op een bescheiden plekje, onderop een stapeltje, anders vallen de ezelsoren te veel op. Bij iedere opruimbeurt staat het op de nominatie om te verdwijnen, maar elke keer maak ik er toch maar weer plaats voor, naast The Kon-Tiki expedition, het verhaal van Heyerdahl’s allereerste tocht in 1947, van Peru naar Raroia.
Het laatstgenoemde boek blijft zijn leukste, geschreven in een onbeholpen recht-toe-recht-aan stijl, een aanstekelijk jongensboek dat goed afloopt. Hij is niet zuinig met loftuitingen voor zijn onverstoorbare reisgenoten (vier Noren en een Zweed) en schuift zichzelf niet al te hinderlijk in beeld. Er zijn allerlei aardige terzijdes, zoals het aan boord spoelen van een slangmakreel (Gempylus serpens), een vissoort waarvan tot dan werd aangenomen dat hij lang geleden was uitgestorven.

Bij de bibliotheek vond ik zijn allerlaatste boek, een soort van autobiografie: ‘In de sporen der mensheid.’ Dat boek stond me al snel ernstig tegen. Heyerdahl heeft het in dit boek vooral over z’n derde vrouw, en over veraf onderwerpen als verdraagzaamheid en zorg voor de natuur. Althans als hij ertoe kan komen zijn favoriete onderwerp, zichzelf, even met rust te laten. Nu kun je natuurlijk zeggen: wat wil je anders in een autobiografie? Maar de toon is helemaal fout, zelfspot ontbreekt totaal. Hier is iemand aan het woord die zo vaak gevierd is dat hij zelf is gaan geloven in wat er bij die gelegenheden over hem gezegd werd.

Op Internet vond ik -met behulp van mijn zoon, die de Spaanse taal enigszins machtig is- nog wat interessante weetjes over de familie Heyerdahl. Thor Heyerdahl Jr, de oudste zoon van Thor Sr., uit zijn eerste in 1947 ontbonden huwelijk, heeft het tot directeur geschopt van het Kon-Tiki museum. En diens zoon Olav heeft in 2006 deelgenomen aan een reprise van het kunststukje van zijn grootvader: de Tangaroa-expeditie. Ook deze tocht was weer een succes. Zou deze familie ooit nog los raken van de heldendaden van Thor Sr.?
Over terzijdes gesproken. Tijdens de tocht van 2006 gooide iemand, zomaar voor de lol, een hengeltje uit, ongeveer ter hoogte van de plek waar 59 jaar eerder een slangmakreel aan boord van de Kon-Tiki was gespoeld. En jawel, wat bleef er aan zijn hengel hangen? U raadt het.
 
***************************************************
De plaatjes zijn afkomstig uit het verslag van de Tangaroa-expeditie.
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2