archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Liever moe dan lui Frits Hoorweg

0100 Niet uitstellen eerst een Rus

Ogenschijnlijk zijn deze twee boeken elkaars antithese:
 
How to be idle van Tom Hodgkinson (Hamish Hamilton) en
Getting things done van David Allen (Penguin).

Beide boeken zijn nogal succesvol, ik neem aan bij niet overlappende doelgroepen. Misschien ben ik wel de enige in de wereld die beide boeken heeft gelezen. Afgaand op de titel had ik de verwachting dat het eerstgenoemde boek een goede handleiding zou zijn voor mensen zoals ik, die moeilijk stil kunnen zitten en die altijd het idee hebben dat ze nog van alles moeten doen. Maar dat valt tegen. Aan het tweede boek hebben dat soort mensen denk ik meer. Dat gold in ieder geval voor mijzelf.

‘How to be idle’ is ingedeeld in 24 hoofdstukken, voor ieder uur in het etmaal één. Het eerste hoofdstuk gaat over opstaan en daar gaat Tom Hodgkinson wat mij betreft al heel erg in de fout. Hij pleit ervoor de wekker niet te zetten, maar bij het slapen gaan met jezelf af te spreken hoe laat je ongeveer op wilt staan. ‘Heus, u zult merken dat het lukt,’ beweert hij onnozel. Ja natuurlijk, dat weet iedereen, maar het ruïneert je nachtrust, dat is het probleem. Je wordt om het uur wakker met de gedachte dat het al zover is. Dat overkomt me zelfs al als ik vroeger dan gewoonlijk moet opstaan, ook als ik de wekker wèl gezet heb.
Deze aanbeveling geeft meteen aan wat er fout is met het hele boek. Iedereen kan zich in theorie voorstellen dat het wel wat heeft om de dag zuipend, vretend en rokend door te brengen. ‘Goede ideeën komen op je af als je ontspant.’ Ook dat is weer een waarheid als een koe. Het probleem is helaas dat de meeste mensen daar moeite mee hebben, omdat ze het gevoel hebben nog niet klaar te zijn met de dingen die ze nu eenmaal moeten doen. De loodgieter bellen, een rapport schrijven, een cadeautje voor secretaressedag kopen, er is altijd wel iets dat je te binnen schiet als je net dacht te kunnen gaan ontspannen.

Wat dat betreft zijn de adviezen van David Allen nuttiger. Ook hij lijkt er op uit om de lezer, althans tijdelijk, te bevrijden van zorgen, en zo de gelegenheid te scheppen voor zorgeloos nadenken. Zijn oplossing om die heerlijkheid te bereiken is: lijstjes maken. Neem regelmatig (bijvoorbeeld één keer in de week) een moment om de dingen door te nemen die je misschien wel moet doen. Breng daar ordening in aan en doe om te beginnen alles dat minder dan twee minuten per handeling vergt. Een heel goede regel en één waar heel veel tegen wordt gezondigd! De meeste mensen hebben de neiging om alles, doet er niet toe hoe onbenullig, eerst maar eens op een stapeltje te leggen. Even over nadenken. Wat vervolgens niet gebeurt, met als resultaat dat ze het een poosje vergeten. Op een gegeven moment worden ze daar dan voor gestraft omdat blijkt dat ze een termijn hebben laten verstrijken of ze realiseren zich met een schok dat het bijna zover is. Weg gemoedsrust!

Dingen die je niet meteen kunt doen laten zich onderverdelen in rubrieken als: delegeer (aan wie?), doen (met datum) en ooit nog eens doen (zonder datum). Maak er drie lijstjes van en neem die wekelijks door. Ik versimpel het nu iets ten behoeve van dit artikel, maar veel ingewikkelder is het niet. Eigenlijk is het een wonder dat Allen er een heel boek over heeft kunnen volschrijven (het lijkt wel of die man verder niks te doen heeft!). Dat lukt hem door het onderwerp te verruimen en ook verstandige dingen over projectmanagement te vertellen. Maar de kern blijft dat gedoe met die lijstjes voor het ordenen van je dagelijkse zorgen. Na het maken van zo’n lijstje heeft de toegewijde tobber tenminste een week rust. Tenminste als hij zich niet na een paar dagen gaat afvragen waar hij ook al weer zijn lijstjes heeft gelaten. Maar hij heeft in ieder geval de zekerheid dat de navolger van Hodgkinson elke nacht in zijn bed ligt te woelen, omdat hij de wekker niet heeft gezet en zich bovendien realiseert dat hij vergeten is boodschappen te doen.

Hodgkinson luncht en dineert graag uitgebreid. Hij schijnt dat zeer ontspannende activiteiten te vinden. Mijn ervaring is anders. Een etentje, het is zo ongeveer het meest vermoeiende wat ik mij kan voorstellen. Je moet namelijk tegelijkertijd eten en praten en dat in een ruimte die zich voor het laatste slecht leent. De akoestiek van het gemiddelde restaurant is abominabel en meestal wordt er ook nog muziek ten gehore gebracht. Het gevolg is dat een gesprek in een restaurant niet meer is dan tegen elkaar praten zonder elkaar te verstaan. Gelukkig kun je tegenwoordig snel via e-mail verifiëren of jouw indruk van de gemaakte afspraken klopt.
Om twee uur ’s nachts converseert Hodgkinson graag, liefst geïnspireerd door drank. Ieder zijn meug maar ik ben altijd blij als ik om middernacht naar bed kan. En van de kwaliteit van nachtelijke conversatie ben ik, anders dan hij, in het geheel niet onder de indruk. In een In Memoriam in een Engelse krant, vaak een opmerkelijk venijnige rubriek, las ik ooit de volgende kwalificatie: ‘his exposé’s had all the clarity and coherence of a late night talk at the bar.’ Precies, daar hoef je niet voor op te blijven. Overigens een citaat dat nog van pas kan komen als Hodgkinson zelf moet worden uitgeluid.

Dus: wie moeite heeft met niksdoen is beter af met het boek van David Allen. Maar niet overdrijven natuurlijk met die lijstjes. De hond uitlaten en je vrouw een zoen geven hoef je er niet op te zetten. En vooral goed in het oog houden dat het uiteindelijke doel is: tijd overhouden om helemaal niks te doen. De geniale invallen die daar dan weer het resultaat van zijn moet je natuurlijk wel opschrijven voor je ze weer kwijt bent. Misschien is dat wel het belangrijkste lijstje dat je moet aanleggen: ‘briljante ideeën’.
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?

 




© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Liever moe dan lui Frits Hoorweg
0100 Niet uitstellen eerst een Rus

Ogenschijnlijk zijn deze twee boeken elkaars antithese:
 
How to be idle van Tom Hodgkinson (Hamish Hamilton) en
Getting things done van David Allen (Penguin).

Beide boeken zijn nogal succesvol, ik neem aan bij niet overlappende doelgroepen. Misschien ben ik wel de enige in de wereld die beide boeken heeft gelezen. Afgaand op de titel had ik de verwachting dat het eerstgenoemde boek een goede handleiding zou zijn voor mensen zoals ik, die moeilijk stil kunnen zitten en die altijd het idee hebben dat ze nog van alles moeten doen. Maar dat valt tegen. Aan het tweede boek hebben dat soort mensen denk ik meer. Dat gold in ieder geval voor mijzelf.

‘How to be idle’ is ingedeeld in 24 hoofdstukken, voor ieder uur in het etmaal één. Het eerste hoofdstuk gaat over opstaan en daar gaat Tom Hodgkinson wat mij betreft al heel erg in de fout. Hij pleit ervoor de wekker niet te zetten, maar bij het slapen gaan met jezelf af te spreken hoe laat je ongeveer op wilt staan. ‘Heus, u zult merken dat het lukt,’ beweert hij onnozel. Ja natuurlijk, dat weet iedereen, maar het ruïneert je nachtrust, dat is het probleem. Je wordt om het uur wakker met de gedachte dat het al zover is. Dat overkomt me zelfs al als ik vroeger dan gewoonlijk moet opstaan, ook als ik de wekker wèl gezet heb.
Deze aanbeveling geeft meteen aan wat er fout is met het hele boek. Iedereen kan zich in theorie voorstellen dat het wel wat heeft om de dag zuipend, vretend en rokend door te brengen. ‘Goede ideeën komen op je af als je ontspant.’ Ook dat is weer een waarheid als een koe. Het probleem is helaas dat de meeste mensen daar moeite mee hebben, omdat ze het gevoel hebben nog niet klaar te zijn met de dingen die ze nu eenmaal moeten doen. De loodgieter bellen, een rapport schrijven, een cadeautje voor secretaressedag kopen, er is altijd wel iets dat je te binnen schiet als je net dacht te kunnen gaan ontspannen.

Wat dat betreft zijn de adviezen van David Allen nuttiger. Ook hij lijkt er op uit om de lezer, althans tijdelijk, te bevrijden van zorgen, en zo de gelegenheid te scheppen voor zorgeloos nadenken. Zijn oplossing om die heerlijkheid te bereiken is: lijstjes maken. Neem regelmatig (bijvoorbeeld één keer in de week) een moment om de dingen door te nemen die je misschien wel moet doen. Breng daar ordening in aan en doe om te beginnen alles dat minder dan twee minuten per handeling vergt. Een heel goede regel en één waar heel veel tegen wordt gezondigd! De meeste mensen hebben de neiging om alles, doet er niet toe hoe onbenullig, eerst maar eens op een stapeltje te leggen. Even over nadenken. Wat vervolgens niet gebeurt, met als resultaat dat ze het een poosje vergeten. Op een gegeven moment worden ze daar dan voor gestraft omdat blijkt dat ze een termijn hebben laten verstrijken of ze realiseren zich met een schok dat het bijna zover is. Weg gemoedsrust!

Dingen die je niet meteen kunt doen laten zich onderverdelen in rubrieken als: delegeer (aan wie?), doen (met datum) en ooit nog eens doen (zonder datum). Maak er drie lijstjes van en neem die wekelijks door. Ik versimpel het nu iets ten behoeve van dit artikel, maar veel ingewikkelder is het niet. Eigenlijk is het een wonder dat Allen er een heel boek over heeft kunnen volschrijven (het lijkt wel of die man verder niks te doen heeft!). Dat lukt hem door het onderwerp te verruimen en ook verstandige dingen over projectmanagement te vertellen. Maar de kern blijft dat gedoe met die lijstjes voor het ordenen van je dagelijkse zorgen. Na het maken van zo’n lijstje heeft de toegewijde tobber tenminste een week rust. Tenminste als hij zich niet na een paar dagen gaat afvragen waar hij ook al weer zijn lijstjes heeft gelaten. Maar hij heeft in ieder geval de zekerheid dat de navolger van Hodgkinson elke nacht in zijn bed ligt te woelen, omdat hij de wekker niet heeft gezet en zich bovendien realiseert dat hij vergeten is boodschappen te doen.

Hodgkinson luncht en dineert graag uitgebreid. Hij schijnt dat zeer ontspannende activiteiten te vinden. Mijn ervaring is anders. Een etentje, het is zo ongeveer het meest vermoeiende wat ik mij kan voorstellen. Je moet namelijk tegelijkertijd eten en praten en dat in een ruimte die zich voor het laatste slecht leent. De akoestiek van het gemiddelde restaurant is abominabel en meestal wordt er ook nog muziek ten gehore gebracht. Het gevolg is dat een gesprek in een restaurant niet meer is dan tegen elkaar praten zonder elkaar te verstaan. Gelukkig kun je tegenwoordig snel via e-mail verifiëren of jouw indruk van de gemaakte afspraken klopt.
Om twee uur ’s nachts converseert Hodgkinson graag, liefst geïnspireerd door drank. Ieder zijn meug maar ik ben altijd blij als ik om middernacht naar bed kan. En van de kwaliteit van nachtelijke conversatie ben ik, anders dan hij, in het geheel niet onder de indruk. In een In Memoriam in een Engelse krant, vaak een opmerkelijk venijnige rubriek, las ik ooit de volgende kwalificatie: ‘his exposé’s had all the clarity and coherence of a late night talk at the bar.’ Precies, daar hoef je niet voor op te blijven. Overigens een citaat dat nog van pas kan komen als Hodgkinson zelf moet worden uitgeluid.

Dus: wie moeite heeft met niksdoen is beter af met het boek van David Allen. Maar niet overdrijven natuurlijk met die lijstjes. De hond uitlaten en je vrouw een zoen geven hoef je er niet op te zetten. En vooral goed in het oog houden dat het uiteindelijke doel is: tijd overhouden om helemaal niks te doen. De geniale invallen die daar dan weer het resultaat van zijn moet je natuurlijk wel opschrijven voor je ze weer kwijt bent. Misschien is dat wel het belangrijkste lijstje dat je moet aanleggen: ‘briljante ideeën’.
 
********************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?

 


© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2