archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Kenneth Lonergan is nog steeds oké Hans Knegtmans

1407VG Lonergan1Toen ik in de krant zag dat de nieuwe film Manchester by the Sea geregisseerd werd door ene Kenneth Lonergan maakte zich een blij gevoel van mij meester. Van die Lonergan had ik lang geleden een meesterlijke film gezien tijdens een vakantie in Lissabon en het was fijn te lezen dat hij nog steeds in de regisseursstoel plaatsnam. In deel 2 van de schriftjes waarin ik sinds 1977 mijn bioscoopbezoek bijhoud, kon ik mijn herinnering verifiëren. Het was op 22 augustus 2001, dat ik tijdens de matinee in zaal 7 van Monumental Saldanha intens genoot van You Can Count On Me, van Kenneth Lonergan dus. Hoofdrollen voor Mark Ruffalo en Laura Linney. Weliswaar in het altijd riskante feelgood-genre, maar eerlijk en slim, en zonder vals sentiment. Geestig ook.

Het behoeft geen betoog dat ik aanwezig was bij de Nederlandse première van Manchester. In de Leidse bioscoop Kijkhuis, bij mij om de hoek. En hoewel de film geen enkele herinnering opriep aan zijn voorganger was mijn kijkervaring vergelijkbaar. Het verhaal: Lee Chandler is klusjesman in Boston. Hij woont in een armetierig eenkamerappartement en brengt de werkdag door met nuttige maar weinig uitdagende activiteiten als gootstenen ontstoppen en lekkages verhelpen. In zijn vrije tijd kijkt hij naar sport op de TV, of hij zit zwijgend aan zijn bierglas in het buurtcafé. Op het eind van de avond heeft hij soms een kwade dronk en dan kan het gebeuren dat hij met een onschuldige cafébezoeker op de vuist gaat. Iemand met een gebruiksaanwijzing.

Dan wordt hij opgebeld uit Manchester met het bericht dat zijn broer na een hartaanval is opgenomen in het ziekenhuis en in levensgevaar verkeert. Hoewel je uit Boston in ruim een uur in Manchester bent, komt hij te laat: Joe is overleden. Lee krijgt nauwelijks tijd om de schok te verwerken. Zijn broer heeft hem in zijn testament benoemd tot voogd van zijn zestienjarige zoon Patrick. Dat is nieuw voor hem en, zo blijkt kort daarna, voor Patrick al evenzeer. Het is een eeuwigheid geleden dat de twee contact hadden en de hernieuwing en herdefiniëring van hun oom-neef relatie gaat niet zonder slag of stoot.

Ook al omdat Joe’s alcoholistische vrouw al jaren geleden is vertrokken en elders een nuchter en Christelijk leven leidt, zijn oom en neef bijna volledig op elkaar aangewezen. Dat is al moeilijk genoeg in het dagelijks leven. Patrick leidt een overvol bestaan met naast zijn school verplichtingen op de ijshockeypiste, oefenen met zijn rock ’n roll band, waarvan de drummer geen tempo kan houden, en scharrels met twee vriendinnen die elkaar niet mogen tegenkomen. Zijn hoofd staat dan ook niet naar verplichtingen als de begrafenis van zijn vader en het tekenen van notariële stukken. Alleen over zijn  toekomstige woonsituatie kan hij zich1407VG Lonergan2 druk maken. Lee wil ‘gewoon’ terug naar Boston, tot woede van Patrick die zijn sociale leven al ziet instorten.

Als een andere scenarist dan Lonergan zelf het script had uitgewerkt, had de film gemakkelijk kunnen uitpakken als de zoveelste variant van het thema ‘bien étonnés de se trouver ensemble’. Denk bijvoorbeeld aan de irritante interraciale komedie Intouchables. Maar met de maestro zelf aan het roer leek de kans daarop nihil. Dit bleek een juiste inschatting te zijn. De film mist de overgestileerde, gladde gekunsteldheid van vele Hollywoodfilms en dat is een zegen.

Daarbij heeft Lonergan een geniale scenaristische ingeving gehad die als vanzelf de film verheft tot een serieus te nemen drama dat zich een veelheid aan kluchtige details kan veroorloven zonder dat de geloofwaardigheid in het geding komt. U moet dit met eigen ogen zien gebeuren, elke hint is er één te veel.

Over de hoofdrollen is niets dan goeds te melden. Lee wordt gespeeld door Casey Affleck, tot voor kort het minder bekende en minder aansprekende broertje van Ben Affleck, maker van Argo dat een Oscar won voor beste film. Casey had interessante rollen in The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford en de verfilming van Dennis Lehanes misdaadroman Gone Baby Gone (beide uit 2007). Lehane noemde hem in een interview terecht ‘een mompelaar’. Ook nu mompelt hij regelmatig, maar zijn spel in andere scènes geeft hem meer gezag en zelfs uitgesproken cachet. Hij wordt getipt voor de hoofdrol-Oscar. Minder bekend, maar even belangrijk in deze film, is de negentienjarige Lucas Hedges, die we konden zien in Moonrise Kingdom van cultfilmer Wes Anderson. Dit keer biedt hij als Patrick zijn oom Lee meer dan volwaardig tegenspel.

Als toegift beschrijf ik een filmfragment dat hopelijk de creatieve, springerige geest van de maker weerspiegelt. Wanneer Patrick zijn vriendin Sandy bezoekt, om zogenaamd samen huiswerk te maken, troont hij zijn oom mee. Sandy’s moeder heeft belangstelling voor oom Lee getoond. Bovendien, redeneert Patrick, verkleint de aanwezigheid van zijn oom de kans dat ze hen tijdens hun huiswerk komt lastig vallen met kopjes thee. De scène waarin beide volwassenen zwijgend tegenover elkaar zitten behoort tot het pijnlijkste wat u ooit in een bioscoop zult zien. Uiteindelijk wordt het de moeder te veel en ze verlaat met een smoes de kamer. In werkelijkheid, zo zien we later, heeft ze Patrick gevraagd naar een gespreksonderwerp dat de ijzige stilte zou kunnen doorbreken. ‘I told her you like sports,’ vertelt hij zijn oom, maar het heeft kennelijk niet geholpen.

Zeg nu zelf, dat zie je in een Hollywoodfilm toch niet gebeuren?

------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver.


© 2017 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Kenneth Lonergan is nog steeds oké Hans Knegtmans
1407VG Lonergan1Toen ik in de krant zag dat de nieuwe film Manchester by the Sea geregisseerd werd door ene Kenneth Lonergan maakte zich een blij gevoel van mij meester. Van die Lonergan had ik lang geleden een meesterlijke film gezien tijdens een vakantie in Lissabon en het was fijn te lezen dat hij nog steeds in de regisseursstoel plaatsnam. In deel 2 van de schriftjes waarin ik sinds 1977 mijn bioscoopbezoek bijhoud, kon ik mijn herinnering verifiëren. Het was op 22 augustus 2001, dat ik tijdens de matinee in zaal 7 van Monumental Saldanha intens genoot van You Can Count On Me, van Kenneth Lonergan dus. Hoofdrollen voor Mark Ruffalo en Laura Linney. Weliswaar in het altijd riskante feelgood-genre, maar eerlijk en slim, en zonder vals sentiment. Geestig ook.

Het behoeft geen betoog dat ik aanwezig was bij de Nederlandse première van Manchester. In de Leidse bioscoop Kijkhuis, bij mij om de hoek. En hoewel de film geen enkele herinnering opriep aan zijn voorganger was mijn kijkervaring vergelijkbaar. Het verhaal: Lee Chandler is klusjesman in Boston. Hij woont in een armetierig eenkamerappartement en brengt de werkdag door met nuttige maar weinig uitdagende activiteiten als gootstenen ontstoppen en lekkages verhelpen. In zijn vrije tijd kijkt hij naar sport op de TV, of hij zit zwijgend aan zijn bierglas in het buurtcafé. Op het eind van de avond heeft hij soms een kwade dronk en dan kan het gebeuren dat hij met een onschuldige cafébezoeker op de vuist gaat. Iemand met een gebruiksaanwijzing.

Dan wordt hij opgebeld uit Manchester met het bericht dat zijn broer na een hartaanval is opgenomen in het ziekenhuis en in levensgevaar verkeert. Hoewel je uit Boston in ruim een uur in Manchester bent, komt hij te laat: Joe is overleden. Lee krijgt nauwelijks tijd om de schok te verwerken. Zijn broer heeft hem in zijn testament benoemd tot voogd van zijn zestienjarige zoon Patrick. Dat is nieuw voor hem en, zo blijkt kort daarna, voor Patrick al evenzeer. Het is een eeuwigheid geleden dat de twee contact hadden en de hernieuwing en herdefiniëring van hun oom-neef relatie gaat niet zonder slag of stoot.

Ook al omdat Joe’s alcoholistische vrouw al jaren geleden is vertrokken en elders een nuchter en Christelijk leven leidt, zijn oom en neef bijna volledig op elkaar aangewezen. Dat is al moeilijk genoeg in het dagelijks leven. Patrick leidt een overvol bestaan met naast zijn school verplichtingen op de ijshockeypiste, oefenen met zijn rock ’n roll band, waarvan de drummer geen tempo kan houden, en scharrels met twee vriendinnen die elkaar niet mogen tegenkomen. Zijn hoofd staat dan ook niet naar verplichtingen als de begrafenis van zijn vader en het tekenen van notariële stukken. Alleen over zijn  toekomstige woonsituatie kan hij zich1407VG Lonergan2 druk maken. Lee wil ‘gewoon’ terug naar Boston, tot woede van Patrick die zijn sociale leven al ziet instorten.

Als een andere scenarist dan Lonergan zelf het script had uitgewerkt, had de film gemakkelijk kunnen uitpakken als de zoveelste variant van het thema ‘bien étonnés de se trouver ensemble’. Denk bijvoorbeeld aan de irritante interraciale komedie Intouchables. Maar met de maestro zelf aan het roer leek de kans daarop nihil. Dit bleek een juiste inschatting te zijn. De film mist de overgestileerde, gladde gekunsteldheid van vele Hollywoodfilms en dat is een zegen.

Daarbij heeft Lonergan een geniale scenaristische ingeving gehad die als vanzelf de film verheft tot een serieus te nemen drama dat zich een veelheid aan kluchtige details kan veroorloven zonder dat de geloofwaardigheid in het geding komt. U moet dit met eigen ogen zien gebeuren, elke hint is er één te veel.

Over de hoofdrollen is niets dan goeds te melden. Lee wordt gespeeld door Casey Affleck, tot voor kort het minder bekende en minder aansprekende broertje van Ben Affleck, maker van Argo dat een Oscar won voor beste film. Casey had interessante rollen in The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford en de verfilming van Dennis Lehanes misdaadroman Gone Baby Gone (beide uit 2007). Lehane noemde hem in een interview terecht ‘een mompelaar’. Ook nu mompelt hij regelmatig, maar zijn spel in andere scènes geeft hem meer gezag en zelfs uitgesproken cachet. Hij wordt getipt voor de hoofdrol-Oscar. Minder bekend, maar even belangrijk in deze film, is de negentienjarige Lucas Hedges, die we konden zien in Moonrise Kingdom van cultfilmer Wes Anderson. Dit keer biedt hij als Patrick zijn oom Lee meer dan volwaardig tegenspel.

Als toegift beschrijf ik een filmfragment dat hopelijk de creatieve, springerige geest van de maker weerspiegelt. Wanneer Patrick zijn vriendin Sandy bezoekt, om zogenaamd samen huiswerk te maken, troont hij zijn oom mee. Sandy’s moeder heeft belangstelling voor oom Lee getoond. Bovendien, redeneert Patrick, verkleint de aanwezigheid van zijn oom de kans dat ze hen tijdens hun huiswerk komt lastig vallen met kopjes thee. De scène waarin beide volwassenen zwijgend tegenover elkaar zitten behoort tot het pijnlijkste wat u ooit in een bioscoop zult zien. Uiteindelijk wordt het de moeder te veel en ze verlaat met een smoes de kamer. In werkelijkheid, zo zien we later, heeft ze Patrick gevraagd naar een gespreksonderwerp dat de ijzige stilte zou kunnen doorbreken. ‘I told her you like sports,’ vertelt hij zijn oom, maar het heeft kennelijk niet geholpen.

Zeg nu zelf, dat zie je in een Hollywoodfilm toch niet gebeuren?

------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver.
© 2017 Hans Knegtmans
powered by CJ2