archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Lachen met Loach? Nee hè! Hans Knegtmans

0919VG Angelsposter
Een bioscoopbezoekster vroeg aan de baliemedewerkster van Filmhuis Den Haag waar The Angels’ Share over ging. Dat wist het meisje niet, maar ze kon wel vertellen dat de film in het genre sociaal realisme thuishoorde. Dit sprak de mevrouw voldoende aan om een kaartje te kopen.

Je kunt je nooit een buil vallen als je een film van regisseur Ken Loach en zijn vaste scenarist Paul Laverty sociaal realistisch noemt. Niet dat het allemaal kitchen sink drama’s op de vierkante millimeter zijn. Zo speelt The Wind That Shakes The Barley (2006) zich af in het Ierland van 1920. Twee broers die dienst hebben genomen in de IRA raken met elkaar in conflict na het uitroepen van de Ierse Vrijstaat. En in Route Irish (2010) onderzoekt iemand in Liverpool de praktijken van huursoldaten en hun ronselaars, nadat zijn beste vriend bij een hinderlaag in Irak gesneuveld is.

The Angels’ Share begint als recht-voor-z’n-raap Loach-drama, gesitueerd in het deprimerende Glasgow. De rechter behandelt de zaak tegen de jeugdige crimineel Robbie (Paul Brannigan). Ernstige geweldpleging en niet voor de eerste keer. Normaal zou hij de vechtersbaas een flinke celstraf opleggen. Maar de jongen kan elk moment vader worden en heeft zijn vriendin Leonie (Siobhan Reilly) bezworen zijn leven te beteren. Nu vooruit dan maar: een taakstraf van 300 uur zal ook wel helpen.
Zo zien we hoe Rob en zijn criminele maatjes op een kerkhof de graven reinigen, onder supervisie van reclasseringsambtenaar Harry (prachtrol van John Henshaw). Het is eigenlijk best een leuke straf, zo in de buitenlucht, samen met Mo, grappenmaker Rhino en Albert, die te dom is om voor de duvel te dansen. Hij weet bijvoorbeeld niet hoe Edinburgh Castle eruit ziet en ook de Mona Lisa is hem niet bekend. De anderen plagen hem goedmoedig met zijn onwetendheid en stupide uitspraken.
Een excursie naar een whiskydestilleerderij bevalt het clubje zo goed, dat mentor Harry hen de volgende keer meeneemt naar een dorp in de Schotse hooglanden waar een gerenommeerd whiskyhuis is gevestigd. De eigenaar vertelt dat binnenkort een vat uitzonderlijk goede (en dure) whisky geveild zal worden. Robs misdadige brein werkt op volle toeren en in een mum van tijd heeft hij de blauwdruk klaar van de perfecte whiskydiefstal.

Op dat moment gaat0919VG Angelsstills sociaal realisme over in een ongeloofwaardige schelmenkomedie. Eerder zijn we getuige geweest van een – door justitie gearrangeerde – ontmoeting van Robbie en een van zijn ruzieslachtoffers. Het is moeilijk te zeggen wat meer indruk maakt: de angstaanjagende beelden van het geweldincident of de opsomming door de jongen van de letsels die hem tot levenslange invaliditeit veroordelen. Na afloop eist Leonie van haar vriend dat hij onmiddellijk een punt zet achter zijn vorige leven. Oké. En wat doet de crimineel die nu echt zijn leven betert? Let op: die jat voor tienduizenden ponden aan whisky, tot instemming van niet alleen zijn taakgestrafte vriendjes, maar zelfs – charmante slotscène – van zijn liefhebbende vriendin. Eind goed al goed.

Verrassender nog dan de psychologische stijlbreuk is het erbarmelijke niveau van de grappen en grollen waarop Loach en Laverty ons trakteren. Het dieptepunt wordt bereikt wanneer de politie de diefjes aanhoudt. Inhakend op het populaire stereotype dat Schotse mannen hun kilt over hun blote reet dragen, eisen de agenten een kijkje onder het kledingstuk. Eerst van voor, dan van achter. De zaal ligt in een deuk.
Op het eerste gezicht is het onbegrijpelijk dat een zo vooraanstaande cineast zich uitglijders van dit kaliber permitteert. Een paar Amerikaanse critici zien in deze verkwanseling van logica en spiritualiteit een poging van de maker om zijn gedachtegoed toegankelijk te maken voor het zaterdagse uitgaanspubliek. De arthouseklanten kennen de boodschap al, die hoef je niets meer te leren.

Zelf had ik me al verbaasd over het daverende enthousiasme in de zaal, dat ik eerder associeerde met bezoekers van het nabijgelegen Pathé Spuimarkt dan van het deftige Filmhuis Den Haag. Vooral het instemmende commentaar ‘Nee hè!’ bij enkele slapstickmomenten duidde op de aanwezigheid van een ander slag kijkers. Blijft de vraag hoe de Pathé-klanten konden weten dat ze voor een leuke comedy dit keer bij de buren moesten zijn. Misschien dat het bioscoopaffiche (zie boven) hen over de streep heeft getrokken.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2012 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Lachen met Loach? Nee hè! Hans Knegtmans
0919VG Angelsposter
Een bioscoopbezoekster vroeg aan de baliemedewerkster van Filmhuis Den Haag waar The Angels’ Share over ging. Dat wist het meisje niet, maar ze kon wel vertellen dat de film in het genre sociaal realisme thuishoorde. Dit sprak de mevrouw voldoende aan om een kaartje te kopen.

Je kunt je nooit een buil vallen als je een film van regisseur Ken Loach en zijn vaste scenarist Paul Laverty sociaal realistisch noemt. Niet dat het allemaal kitchen sink drama’s op de vierkante millimeter zijn. Zo speelt The Wind That Shakes The Barley (2006) zich af in het Ierland van 1920. Twee broers die dienst hebben genomen in de IRA raken met elkaar in conflict na het uitroepen van de Ierse Vrijstaat. En in Route Irish (2010) onderzoekt iemand in Liverpool de praktijken van huursoldaten en hun ronselaars, nadat zijn beste vriend bij een hinderlaag in Irak gesneuveld is.

The Angels’ Share begint als recht-voor-z’n-raap Loach-drama, gesitueerd in het deprimerende Glasgow. De rechter behandelt de zaak tegen de jeugdige crimineel Robbie (Paul Brannigan). Ernstige geweldpleging en niet voor de eerste keer. Normaal zou hij de vechtersbaas een flinke celstraf opleggen. Maar de jongen kan elk moment vader worden en heeft zijn vriendin Leonie (Siobhan Reilly) bezworen zijn leven te beteren. Nu vooruit dan maar: een taakstraf van 300 uur zal ook wel helpen.
Zo zien we hoe Rob en zijn criminele maatjes op een kerkhof de graven reinigen, onder supervisie van reclasseringsambtenaar Harry (prachtrol van John Henshaw). Het is eigenlijk best een leuke straf, zo in de buitenlucht, samen met Mo, grappenmaker Rhino en Albert, die te dom is om voor de duvel te dansen. Hij weet bijvoorbeeld niet hoe Edinburgh Castle eruit ziet en ook de Mona Lisa is hem niet bekend. De anderen plagen hem goedmoedig met zijn onwetendheid en stupide uitspraken.
Een excursie naar een whiskydestilleerderij bevalt het clubje zo goed, dat mentor Harry hen de volgende keer meeneemt naar een dorp in de Schotse hooglanden waar een gerenommeerd whiskyhuis is gevestigd. De eigenaar vertelt dat binnenkort een vat uitzonderlijk goede (en dure) whisky geveild zal worden. Robs misdadige brein werkt op volle toeren en in een mum van tijd heeft hij de blauwdruk klaar van de perfecte whiskydiefstal.

Op dat moment gaat0919VG Angelsstills sociaal realisme over in een ongeloofwaardige schelmenkomedie. Eerder zijn we getuige geweest van een – door justitie gearrangeerde – ontmoeting van Robbie en een van zijn ruzieslachtoffers. Het is moeilijk te zeggen wat meer indruk maakt: de angstaanjagende beelden van het geweldincident of de opsomming door de jongen van de letsels die hem tot levenslange invaliditeit veroordelen. Na afloop eist Leonie van haar vriend dat hij onmiddellijk een punt zet achter zijn vorige leven. Oké. En wat doet de crimineel die nu echt zijn leven betert? Let op: die jat voor tienduizenden ponden aan whisky, tot instemming van niet alleen zijn taakgestrafte vriendjes, maar zelfs – charmante slotscène – van zijn liefhebbende vriendin. Eind goed al goed.

Verrassender nog dan de psychologische stijlbreuk is het erbarmelijke niveau van de grappen en grollen waarop Loach en Laverty ons trakteren. Het dieptepunt wordt bereikt wanneer de politie de diefjes aanhoudt. Inhakend op het populaire stereotype dat Schotse mannen hun kilt over hun blote reet dragen, eisen de agenten een kijkje onder het kledingstuk. Eerst van voor, dan van achter. De zaal ligt in een deuk.
Op het eerste gezicht is het onbegrijpelijk dat een zo vooraanstaande cineast zich uitglijders van dit kaliber permitteert. Een paar Amerikaanse critici zien in deze verkwanseling van logica en spiritualiteit een poging van de maker om zijn gedachtegoed toegankelijk te maken voor het zaterdagse uitgaanspubliek. De arthouseklanten kennen de boodschap al, die hoef je niets meer te leren.

Zelf had ik me al verbaasd over het daverende enthousiasme in de zaal, dat ik eerder associeerde met bezoekers van het nabijgelegen Pathé Spuimarkt dan van het deftige Filmhuis Den Haag. Vooral het instemmende commentaar ‘Nee hè!’ bij enkele slapstickmomenten duidde op de aanwezigheid van een ander slag kijkers. Blijft de vraag hoe de Pathé-klanten konden weten dat ze voor een leuke comedy dit keer bij de buren moesten zijn. Misschien dat het bioscoopaffiche (zie boven) hen over de streep heeft getrokken.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2012 Hans Knegtmans
powered by CJ2