archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Klussen delen printen terug
Schroeven en spijkeren kunnen we allemaal Beer Meijer

0206 Schroef
Het is inmiddels – niet geheel zonder slag of stoot: de natuur heeft even krachtig meegesproken – het jaar des Heren 2005 geworden. Gelaafd en gelest hebben we kunnen zien hoe elders op aarde hele kuststreken werden weggevaagd en er voor de getroffenen een wereld verging.
Wanneer de wonden gelikt zijn, de doden begraven en betreurd, en de ergste rommel opgeruimd is, zal er vééeel gebouwd moeten worden.
Wij hadden onze eigen ramp in februari 1953. Ook toen werden schuren en stallen door het voortkolkende water omgedrukt en in stukken uiteen meegesleurd, evenals mensen en vee. Veel huizen en boerderijen stortten in; mensen op de daken raakten alsnog te water, waar ze kansloos waren. Dolblij met alle internationale hulp zijn we – nog los van het Deltaplan – vele, vele jaren bezig geweest om alles opnieuw op te zetten. Solidariteitsacties als “Beurzen open Dijken dicht” brachten mede het benodigde geld bij elkaar voor vele arbeidsjaren werk voor de lokale vaklieden in de bouw. Heiers, timmerlieden, hulptimmerlui, metselaars, stukadoors, schilders…allemaal achtereenvolgens en in onderlinge samenhang op de bouw te vinden. Wat een drukte!

Zeeland is er enorm van opgeknapt en werd inmiddels een rijke provincie. Of de nu door de tsunami getroffen gebieden ook zo’n kans krijgen mag ik hopen.
We leven inmiddels in andere tijden en we bouwen ook anders. Dat geldt overigens niet voor grote delen van de niet-westerse wereld. Daar verwerken handwerkslieden met eenvoudig handgereedschap de elementaire bouwmaterialen, die lokaal voorhanden zijn. Natuursteen of baksteen, hout, maar ook leem, kalk, riet of twijgen. Vaklieden kunnen als het ware toveren met die materialen. En het is nog helemaal niet zo lang geleden dat hier vlak na WOII nog zogeheten “Brabants werk” voor binnenmuren werden toegepast: een dun houten latwerk, rietmatten er op, afpleisteren, klaar! Dat simpele, ambachtelijke, dat toch ook heel gewoon was, geeft ongetwijfeld voor velen een zekere romantische bijsmaak aan het beeld van de huidige kleine aannemer.

In deze vakmanschap-is-meesterschap-idylle gelooft zeker niet iedereen. De woningbouw is enorm geïndustrialiseerd, niet alleen door de productie van allerlei nieuwe materialen en machines, maar vooral de organisatie ervan. Naast het uitstervende ras van romantici die zeggen het ambachtelijke te willen koesteren en zich dat ook kunnen permitteren, heeft dat vooral veel prijswijze woonconsumenten opgeleverd. In plaats van een uitdrukking van een levenswijze, hoe simpel die ook kan zijn, zoals op Sri Lanka of Atjeh, is de woning bij ons een product geworden. Een schaars product ook nog, en de koper of huurder moet er na lang wachten vaak veel geld voor betalen. Dat beperkt het krediet voor het interieur en dan is IKEA een uitkomst. Zo groeit ook gewild of ongewild het heterogene leger handige doe-het-zelvers, die ook graag hun licht opsteken bij Gamma, Praxis of Karwei en als het uitkomt of als er iets leuks komt, kijken naar RTL4-wonen.
Daar is niets mis mee, het is alleen even wennen. Als kleine ambachtelijke aannemer dien je je zegeningen te tellen en blij te zijn met een mooie ambachtelijke opdracht.

Intussen niet vergeten om trends, nieuwe materialen, tijdbesparende gereedschappen en nog veel meer in de gaten te houden, op straffe van te duur worden.
De spagaat die dat oplevert houdt het spannend. Je bent zowel de vakman, die gepokt en gemazeld is als het gaat om allerlei constructiedetails en uitvoeringsroutines, die de mensen vrijwaart voor moeilijkheden met Bouw- en Woningtoezicht, maar ook degene die weet van een nieuwe trend die in het jongste nummer van ELLE-Wonen wordt uitgelicht of hoe de principes van het oosterse Feng Shui de interactie tussen mensen en hun omgeving verklaren, om maar eens wat te noemen.

Op het gebied van de 'droge binnenbouw', zoals de verzamelnaam in vakjargon luidt, is de laatste decennia veel vereenvoudigd en gemeengoed geworden. Scheidingswanden, isolerende voorzetwanden, kapbeschot op woonzolders, verhoogde vloeren, en nog veel meer al dan niet cosmetische ingrepen kunnen door de handige doe-het-zelver zonder veel problemen worden gerealiseerd. Immers, plaatmaterialen zijn sterk verbeterd. Een knappe handcirkelzaag met bijbehorende geleidingsrails voor het nauwkeurig recht en haaks zagen van allerlei plaatmateriaal is voor de liefhebbende zelfklusser al lang niet meer onbetaalbaar. Bovendien, heel veel gereedschap is gewoon te huur, zoals iedereen weet.

Twee trends in gereedschap, die veel veranderd hebben, wil ik u niet onthouden.
Op de eerste plaats de opmars van de accuboormachine, lees schroefmachine, en de wijde verbreiding van de spaanplaatschroef. Daar werkt inmiddels iedereen mee, of je nu vriend of vijand van het zogeheten schroefconcept bent: schroeven is sterker, schroeven is makkelijker, schroeven is sneller. Ik heb sterke twijfels en zie de mogelijkheden van de schroef vooral in het gemak waarmee je tijdelijk dingen verbindt om het effect te zien, en als dat niet bevalt of werk, haal je de boel weer los, en dat alles in razend tempo. Leve de sterke punten van de kruiskopschroef, maar onthoud dat een schroefverbinding lang niet altijd bestand is tegen krachten die op verbindingen werken. Wat in elkaar is geschroefd, kan in sommige situaties makkelijk uit elkaar scheuren.
Dan op de tweede plaats de opkomst van persluchtgereedschap, met name de luchttacker of spijkermachine. Niet alleen alle traditioneel gespijkerde verbindingen zijn daarmee te maken, ook die waar je met hamer en spijker niet bij kan, een hand ter ondersteuning tekort zou komen of geen slag kan maken. Te veel mogelijkheden om op te noemen en dat alles in een moordend tempo. Dat is eigenlijk alleen maar een voordeel. Nooit meer een bloedende duim slaan of een zwarte nagel en nooit meer butsen in het materiaal omdat je er naast zat met de hamer. De timmerman mag wat dat betreft uitsterven. Leve de tackerman.


© 2005 Beer Meijer meer Beer Meijer - meer "Klussen"
Bezigheden > Klussen
Schroeven en spijkeren kunnen we allemaal Beer Meijer
0206 Schroef
Het is inmiddels – niet geheel zonder slag of stoot: de natuur heeft even krachtig meegesproken – het jaar des Heren 2005 geworden. Gelaafd en gelest hebben we kunnen zien hoe elders op aarde hele kuststreken werden weggevaagd en er voor de getroffenen een wereld verging.
Wanneer de wonden gelikt zijn, de doden begraven en betreurd, en de ergste rommel opgeruimd is, zal er vééeel gebouwd moeten worden.
Wij hadden onze eigen ramp in februari 1953. Ook toen werden schuren en stallen door het voortkolkende water omgedrukt en in stukken uiteen meegesleurd, evenals mensen en vee. Veel huizen en boerderijen stortten in; mensen op de daken raakten alsnog te water, waar ze kansloos waren. Dolblij met alle internationale hulp zijn we – nog los van het Deltaplan – vele, vele jaren bezig geweest om alles opnieuw op te zetten. Solidariteitsacties als “Beurzen open Dijken dicht” brachten mede het benodigde geld bij elkaar voor vele arbeidsjaren werk voor de lokale vaklieden in de bouw. Heiers, timmerlieden, hulptimmerlui, metselaars, stukadoors, schilders…allemaal achtereenvolgens en in onderlinge samenhang op de bouw te vinden. Wat een drukte!

Zeeland is er enorm van opgeknapt en werd inmiddels een rijke provincie. Of de nu door de tsunami getroffen gebieden ook zo’n kans krijgen mag ik hopen.
We leven inmiddels in andere tijden en we bouwen ook anders. Dat geldt overigens niet voor grote delen van de niet-westerse wereld. Daar verwerken handwerkslieden met eenvoudig handgereedschap de elementaire bouwmaterialen, die lokaal voorhanden zijn. Natuursteen of baksteen, hout, maar ook leem, kalk, riet of twijgen. Vaklieden kunnen als het ware toveren met die materialen. En het is nog helemaal niet zo lang geleden dat hier vlak na WOII nog zogeheten “Brabants werk” voor binnenmuren werden toegepast: een dun houten latwerk, rietmatten er op, afpleisteren, klaar! Dat simpele, ambachtelijke, dat toch ook heel gewoon was, geeft ongetwijfeld voor velen een zekere romantische bijsmaak aan het beeld van de huidige kleine aannemer.

In deze vakmanschap-is-meesterschap-idylle gelooft zeker niet iedereen. De woningbouw is enorm geïndustrialiseerd, niet alleen door de productie van allerlei nieuwe materialen en machines, maar vooral de organisatie ervan. Naast het uitstervende ras van romantici die zeggen het ambachtelijke te willen koesteren en zich dat ook kunnen permitteren, heeft dat vooral veel prijswijze woonconsumenten opgeleverd. In plaats van een uitdrukking van een levenswijze, hoe simpel die ook kan zijn, zoals op Sri Lanka of Atjeh, is de woning bij ons een product geworden. Een schaars product ook nog, en de koper of huurder moet er na lang wachten vaak veel geld voor betalen. Dat beperkt het krediet voor het interieur en dan is IKEA een uitkomst. Zo groeit ook gewild of ongewild het heterogene leger handige doe-het-zelvers, die ook graag hun licht opsteken bij Gamma, Praxis of Karwei en als het uitkomt of als er iets leuks komt, kijken naar RTL4-wonen.
Daar is niets mis mee, het is alleen even wennen. Als kleine ambachtelijke aannemer dien je je zegeningen te tellen en blij te zijn met een mooie ambachtelijke opdracht.

Intussen niet vergeten om trends, nieuwe materialen, tijdbesparende gereedschappen en nog veel meer in de gaten te houden, op straffe van te duur worden.
De spagaat die dat oplevert houdt het spannend. Je bent zowel de vakman, die gepokt en gemazeld is als het gaat om allerlei constructiedetails en uitvoeringsroutines, die de mensen vrijwaart voor moeilijkheden met Bouw- en Woningtoezicht, maar ook degene die weet van een nieuwe trend die in het jongste nummer van ELLE-Wonen wordt uitgelicht of hoe de principes van het oosterse Feng Shui de interactie tussen mensen en hun omgeving verklaren, om maar eens wat te noemen.

Op het gebied van de 'droge binnenbouw', zoals de verzamelnaam in vakjargon luidt, is de laatste decennia veel vereenvoudigd en gemeengoed geworden. Scheidingswanden, isolerende voorzetwanden, kapbeschot op woonzolders, verhoogde vloeren, en nog veel meer al dan niet cosmetische ingrepen kunnen door de handige doe-het-zelver zonder veel problemen worden gerealiseerd. Immers, plaatmaterialen zijn sterk verbeterd. Een knappe handcirkelzaag met bijbehorende geleidingsrails voor het nauwkeurig recht en haaks zagen van allerlei plaatmateriaal is voor de liefhebbende zelfklusser al lang niet meer onbetaalbaar. Bovendien, heel veel gereedschap is gewoon te huur, zoals iedereen weet.

Twee trends in gereedschap, die veel veranderd hebben, wil ik u niet onthouden.
Op de eerste plaats de opmars van de accuboormachine, lees schroefmachine, en de wijde verbreiding van de spaanplaatschroef. Daar werkt inmiddels iedereen mee, of je nu vriend of vijand van het zogeheten schroefconcept bent: schroeven is sterker, schroeven is makkelijker, schroeven is sneller. Ik heb sterke twijfels en zie de mogelijkheden van de schroef vooral in het gemak waarmee je tijdelijk dingen verbindt om het effect te zien, en als dat niet bevalt of werk, haal je de boel weer los, en dat alles in razend tempo. Leve de sterke punten van de kruiskopschroef, maar onthoud dat een schroefverbinding lang niet altijd bestand is tegen krachten die op verbindingen werken. Wat in elkaar is geschroefd, kan in sommige situaties makkelijk uit elkaar scheuren.
Dan op de tweede plaats de opkomst van persluchtgereedschap, met name de luchttacker of spijkermachine. Niet alleen alle traditioneel gespijkerde verbindingen zijn daarmee te maken, ook die waar je met hamer en spijker niet bij kan, een hand ter ondersteuning tekort zou komen of geen slag kan maken. Te veel mogelijkheden om op te noemen en dat alles in een moordend tempo. Dat is eigenlijk alleen maar een voordeel. Nooit meer een bloedende duim slaan of een zwarte nagel en nooit meer butsen in het materiaal omdat je er naast zat met de hamer. De timmerman mag wat dat betreft uitsterven. Leve de tackerman.
© 2005 Beer Meijer
powered by CJ2