archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Klussen delen printen terug
Klussen voor de grap Beer Meijer

0208 Home
Het lijkt wel of alles wat met huis en haard te maken heeft zo vet grappig is, dat de media er geen genoeg van kunnen krijgen. Zo heeft een overbekende commerciële TV-zender elke dinsdag een ‘woonavond’, mede mogelijk gemaakt door….. Het concept is ruim, je kunt het van vele kanten benaderen. Dat gebeurt dan ook en zo zijn er al heel wat dinsdagavonden gevuld. Leerzaam, ludiek, lollig, alle aspecten worden ruimschoots uitgemolken.

Bepaald gedenkwaardig was de vondst van de programmamakers om mensen elkaars huis te laten verbouwen. De betrokken gezinnen verrassen elkaar met het resultaat, en wij mogen op de televisie meekijken. Het hele idee riep bij mij meteen een traumatische persoonlijke herinnering op. Mijn jongere zus paste ooit, jaaaren geleden, op mijn huis. Ik zou voor meer dan een maand op vakantie gaan. Zij was net gescheiden en feitelijk onbehuisd, dus dat kwam goed uit. Kon zij in Amsterdam weer een beetje onder de mensen komen, en tevens op al wat mij dierbaar was passen. Een win-win situatie zouden we nu zeggen. Met recht. Ze was me onuitputtelijk dankbaar voor m’n geste. Zo dankbaar, dat ze – om in ieder geval iets terug te doen – m’n met zorg opgebouwde doorgebroken tweekamerwoning in nieuwe frisse kleuren had geschilderd. En passant had ze meubilair en lichtbronnen anders, naar haar idee beter neergezet en nog zo het een en ander navenant aangepast… Vre-se-lijk. En ze had het zo goed bedoeld! Ik kon het niet eens uitleggen.

Maar waarom scoort zo’n ‘luchtige’ formule zo goed? Zouden mensen dan toch graag kijken naar programma’s waar ze eigenlijk te goed voor zijn, alleen om de tijd te doden? Of zouden ze stilletjes hopen dat de verrassing fout uitpakt. Spanning en sensatie? Televisie blijft natuurlijk wel showbusiness. De kijker moet er een goed gevoel aan over houden. Dat willen de adverteerders en sponsors. Dus worden al te confronterende situaties en ontwikkelingen weggeknipt. Ook dat kan trouwens snel veranderen … in de V.S. zijn reality T.V. programma’s waarin mensen elkaar alle waardigheid ontnemen, elkaar voor rotte vis uitmaken of fysiek te lijf gaan, inmiddels heel normaal.

Te voyeuristisch? Ik vind van wel. Uit beroepservaring weet ik maar al te goed hoe ingrijpend verbouwingen in het samenleven van mensen kunnen zijn. Slaande echtelijke vetes, scheidingen, burenruzies, rechtszaken, je kan het zo gek niet bedenken of het komt voor. En dat zegt wel iets. Het betekent immers ook dat er nog genoeg mensen zijn die hun huis en haard voldoende belangrijk vinden om ervoor te vechten. Of dat nu voor vernieuwing of behoud is, doet er even minder toe. De strijd die zich tijdens een verbouwing onmiskenbaar voordoet, tot in détail proberen weer te geven kan heel boeiend werk opleveren. Frans Bromet met z’n programma De Verbouwing bewijst dat bijvoorbeeld. Maar de leegte van plat vertier onderstrepen door middel van iets onnozels als elkaars huis verbouwen en daarbij de mogelijke conflicten van al hun scherpte ontdoen door ze onder een komische sluier te verhullen, geeft mij een gevoel van plaatsvervangende schaamte. Verbouwen wordt op die manier tot een farce gemaakt en dat is het niet!

Iets heel anders is dat een dergelijke opzet wel een helder licht werpt op de vervagende grens tussen verbouwen en inrichten. Steeds meer mensen leven in huizen waarin – technisch gesproken - de draagstructuur ( beton) en de inbouw (scheidingswandjes van gasbeton, gipsblokken of houtskelet dan wel metalstud) véél meer verschillen dan vroeger. Waarin je dus naar hartelust kunt slopen, verplaatsen, samenvoegen et cetera, zonder veel risico van structurele schade. Fun! Weliswaar de fun van een pretpark, maar een kniesoor die daarover zeurt.

In Nederland, worden de meeste huizen in grote wijken, op VINEX locaties maar ook elders, met honderden tegelijk uit de grond gestampt, grootschalig ontworpen door architecten en stedenbouwkundigen, neergezet door semi-industrieel werkende bouwbedrijven, mogelijk gemaakt door projectontwikkelaars en gefinancierd met geld van beleggers. Allemaal ver boven het bereik van de gewone gebruiker, de huurder of de koper. Die ziet alleen of er genoeg of juist niet genoeg huizen zijn, en hij mag zichzelf gelukkig prijzen als hij er een weet te bemachtigen. Als je eenmaal zo ver bent, kun je je hart ophalen op dinsdagavond woonavond.
 
Een huis bouwen, dat lijkt iets van vroeger. Toen bouwden hobbyisten ook nog zelf radio’s, versterkers en andere elektronica, of motorfietsen of auto’s, vaak om mee te racen of te pronken. Die hobbyisten zijn zeldzaam geworden. De hedendaagse liefhebber kiest liever uit kant-en-klare producten, die de industrie hem aanreikt. Hij wordt op zijn wenken bediend, met spullen die specificaties hebben om van te watertanden, met reclame, met het nieuwste van het nieuwste. En hij bouwt niet meer, hij assembleert. Hij produceert niet meer; anderen kunnen dat beter en goedkoper, dus hij consumeert. En de producten zijn mee veranderd. Huizen ook. De hele gebouwde omgeving zelfs. Jammer dat er intussen nog steeds te weinig huizen zijn…..

In de ons omringende landen komt het nog voor dat iemand op een lapje grond dat hij daartoe heeft aangeschaft of anderszins heeft verkregen, een huis bouwt. En deze dadendrift levert wereldwijd echt niet alleen sloppenwijken op, ‘bidonvilles’ of hoe ze verder ook mogen heten. Nee, we hoeven maar bij onze zuiderburen te kijken om de meest luxueuze voorbeelden van ‘zelfbouw’ te aanschouwen. Vrijstaand of tegen het huis van de buren aan, met tuin of zonder, net zoals het uitkomt. In Nederland nauwelijks. Het is hier duur, ingewikkeld, een kwestie van lange adem. Eigenlijk schier onmogelijk. Bestemmingen, ontheffingen, vergunningen …. een ontmoedigingsbeleid in plaats van oplossen of glad strijken van praktische bezwaren. Dat mag misschien allemaal waar zijn, aan je droomhuis bouw je zelf. Veel te belangrijk om aan anderen over te laten. Misschien, onder voorbehoud, aan een aannemer.

© 2006 Beer Meijer meer Beer Meijer - meer "Klussen"
Bezigheden > Klussen
Klussen voor de grap Beer Meijer
0208 Home
Het lijkt wel of alles wat met huis en haard te maken heeft zo vet grappig is, dat de media er geen genoeg van kunnen krijgen. Zo heeft een overbekende commerciële TV-zender elke dinsdag een ‘woonavond’, mede mogelijk gemaakt door….. Het concept is ruim, je kunt het van vele kanten benaderen. Dat gebeurt dan ook en zo zijn er al heel wat dinsdagavonden gevuld. Leerzaam, ludiek, lollig, alle aspecten worden ruimschoots uitgemolken.

Bepaald gedenkwaardig was de vondst van de programmamakers om mensen elkaars huis te laten verbouwen. De betrokken gezinnen verrassen elkaar met het resultaat, en wij mogen op de televisie meekijken. Het hele idee riep bij mij meteen een traumatische persoonlijke herinnering op. Mijn jongere zus paste ooit, jaaaren geleden, op mijn huis. Ik zou voor meer dan een maand op vakantie gaan. Zij was net gescheiden en feitelijk onbehuisd, dus dat kwam goed uit. Kon zij in Amsterdam weer een beetje onder de mensen komen, en tevens op al wat mij dierbaar was passen. Een win-win situatie zouden we nu zeggen. Met recht. Ze was me onuitputtelijk dankbaar voor m’n geste. Zo dankbaar, dat ze – om in ieder geval iets terug te doen – m’n met zorg opgebouwde doorgebroken tweekamerwoning in nieuwe frisse kleuren had geschilderd. En passant had ze meubilair en lichtbronnen anders, naar haar idee beter neergezet en nog zo het een en ander navenant aangepast… Vre-se-lijk. En ze had het zo goed bedoeld! Ik kon het niet eens uitleggen.

Maar waarom scoort zo’n ‘luchtige’ formule zo goed? Zouden mensen dan toch graag kijken naar programma’s waar ze eigenlijk te goed voor zijn, alleen om de tijd te doden? Of zouden ze stilletjes hopen dat de verrassing fout uitpakt. Spanning en sensatie? Televisie blijft natuurlijk wel showbusiness. De kijker moet er een goed gevoel aan over houden. Dat willen de adverteerders en sponsors. Dus worden al te confronterende situaties en ontwikkelingen weggeknipt. Ook dat kan trouwens snel veranderen … in de V.S. zijn reality T.V. programma’s waarin mensen elkaar alle waardigheid ontnemen, elkaar voor rotte vis uitmaken of fysiek te lijf gaan, inmiddels heel normaal.

Te voyeuristisch? Ik vind van wel. Uit beroepservaring weet ik maar al te goed hoe ingrijpend verbouwingen in het samenleven van mensen kunnen zijn. Slaande echtelijke vetes, scheidingen, burenruzies, rechtszaken, je kan het zo gek niet bedenken of het komt voor. En dat zegt wel iets. Het betekent immers ook dat er nog genoeg mensen zijn die hun huis en haard voldoende belangrijk vinden om ervoor te vechten. Of dat nu voor vernieuwing of behoud is, doet er even minder toe. De strijd die zich tijdens een verbouwing onmiskenbaar voordoet, tot in détail proberen weer te geven kan heel boeiend werk opleveren. Frans Bromet met z’n programma De Verbouwing bewijst dat bijvoorbeeld. Maar de leegte van plat vertier onderstrepen door middel van iets onnozels als elkaars huis verbouwen en daarbij de mogelijke conflicten van al hun scherpte ontdoen door ze onder een komische sluier te verhullen, geeft mij een gevoel van plaatsvervangende schaamte. Verbouwen wordt op die manier tot een farce gemaakt en dat is het niet!

Iets heel anders is dat een dergelijke opzet wel een helder licht werpt op de vervagende grens tussen verbouwen en inrichten. Steeds meer mensen leven in huizen waarin – technisch gesproken - de draagstructuur ( beton) en de inbouw (scheidingswandjes van gasbeton, gipsblokken of houtskelet dan wel metalstud) véél meer verschillen dan vroeger. Waarin je dus naar hartelust kunt slopen, verplaatsen, samenvoegen et cetera, zonder veel risico van structurele schade. Fun! Weliswaar de fun van een pretpark, maar een kniesoor die daarover zeurt.

In Nederland, worden de meeste huizen in grote wijken, op VINEX locaties maar ook elders, met honderden tegelijk uit de grond gestampt, grootschalig ontworpen door architecten en stedenbouwkundigen, neergezet door semi-industrieel werkende bouwbedrijven, mogelijk gemaakt door projectontwikkelaars en gefinancierd met geld van beleggers. Allemaal ver boven het bereik van de gewone gebruiker, de huurder of de koper. Die ziet alleen of er genoeg of juist niet genoeg huizen zijn, en hij mag zichzelf gelukkig prijzen als hij er een weet te bemachtigen. Als je eenmaal zo ver bent, kun je je hart ophalen op dinsdagavond woonavond.
 
Een huis bouwen, dat lijkt iets van vroeger. Toen bouwden hobbyisten ook nog zelf radio’s, versterkers en andere elektronica, of motorfietsen of auto’s, vaak om mee te racen of te pronken. Die hobbyisten zijn zeldzaam geworden. De hedendaagse liefhebber kiest liever uit kant-en-klare producten, die de industrie hem aanreikt. Hij wordt op zijn wenken bediend, met spullen die specificaties hebben om van te watertanden, met reclame, met het nieuwste van het nieuwste. En hij bouwt niet meer, hij assembleert. Hij produceert niet meer; anderen kunnen dat beter en goedkoper, dus hij consumeert. En de producten zijn mee veranderd. Huizen ook. De hele gebouwde omgeving zelfs. Jammer dat er intussen nog steeds te weinig huizen zijn…..

In de ons omringende landen komt het nog voor dat iemand op een lapje grond dat hij daartoe heeft aangeschaft of anderszins heeft verkregen, een huis bouwt. En deze dadendrift levert wereldwijd echt niet alleen sloppenwijken op, ‘bidonvilles’ of hoe ze verder ook mogen heten. Nee, we hoeven maar bij onze zuiderburen te kijken om de meest luxueuze voorbeelden van ‘zelfbouw’ te aanschouwen. Vrijstaand of tegen het huis van de buren aan, met tuin of zonder, net zoals het uitkomt. In Nederland nauwelijks. Het is hier duur, ingewikkeld, een kwestie van lange adem. Eigenlijk schier onmogelijk. Bestemmingen, ontheffingen, vergunningen …. een ontmoedigingsbeleid in plaats van oplossen of glad strijken van praktische bezwaren. Dat mag misschien allemaal waar zijn, aan je droomhuis bouw je zelf. Veel te belangrijk om aan anderen over te laten. Misschien, onder voorbehoud, aan een aannemer.
© 2006 Beer Meijer
powered by CJ2