archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Klussen delen printen terug
Alleen de gedachte al Hans Knegtmans

1604 BZ GedachteTerugblikkend op mijn woon- en verhuisverleden heb ik het bange gevoel dat optimaliseren van mijn huis niet mijn hoogste prioriteit heeft. Als je kwaad wil, zou je kunnen denken dat ik geen lor geef om de kwaliteit van mijn behuizing. Maar zo erg is het niet.

Wel ben ik me ervan bewust dat ik – sorry voor het psychologische jargon – qua wooneisen eerder een satisficing dan een optimizing strategie gebruik. Zo zal ik nooit in een tv-uitzending met trots aan het Nederlandse volk laten zien, hoe origineel en knap mijn woning eruit ziet. Je zou kunnen zeggen dat ik pas in het geweer kom als ik – of een vriend, of een nieuwe vriendin (je weet maar nooit) – vind(t) dat het in mijn huis ontbreekt aan dit of aan dat. En die kans is het grootst wanneer ik op korte termijn moet of wil verhuizen.

Een belangrijke boosdoener in deze context is mijn aversie jegens klussen, die maakt dat mij alleen al bij het denken over bijvoorbeeld het bevestigen van een ingewikkelde lamp de moed in de schoenen zinkt. In dat geval moet ik een elektricien in de arm nemen die de door mij bedachte karweitjes prompt en deskundig uitvoert. Daardoor heb ik bij een verhuizing al gauw het idee dat het zo wel klaar is. Op een paar kleinigheden na, maar die komen binnenkort wel, denk ik dan nog. Je kunt mijn huisbeleving vergelijken met de satisfactie van een hotelgast die constateert dat zijn kamer voor wat hij ervoor betaalt wel oké is. Goed, wat meer ruimte zou geen overbodige luxe zijn en de buren hebben de radio wel wat hard staan, maar die gaan altijd vroeg naar bed, dus wat zou hij zich druk maken? De kamer is schoon en er hangt geen irritante of smakeloze poster – al dan niet ingelijst – aan de muur.

Door mijn reactieve manier van wonen heb ik sommige tekortkomingen in mijn behuizing pas rijkelijk laat in de gaten. Zo kwam ik er pas na een paar jaar kamerbewoning achter, dat veel studenten één of meer planten in hun kamer hadden staan. Planten! Dat was nog eens een eye-opener. Mijn traagheid in de hoognodige uitbreiding van mijn lampenarsenaal noemde ik al.

Tegenwoordig woon ik in Leiden in een hofje. De meeste van mijn buren zijn heel keurig en netjes. Wel verbaas ik me over de veelheid aan schilderijen en foto’s die hun muren opfleuren. Sommigen hebben zelfs op de gang en in hun slaapkamer een indrukwekkend arsenaal aan wandversieringen.

Eigenlijk begrijp ik mijn kwantitatief gebrekkige inrichting wel. Door tientallen jaren van boekbesprekingen is het een bonte bedoening in mijn boekenrekken. Zelfs de piano staat er vol mee (wat een hoop gedoe geeft als de stemmer komt). Slechts de vensterbank biedt plaats aan een paar planten. En wat die ontbrekende schilderijen betreft: ik zou de raadselachtige collage die dienst doet als illustratie bij dit stukje niet graag aan de muur hebben hangen.

Een pikante slotopmerking. Eerder deze week bezocht ik in Het Kijkhuis de prachtige Duitse film Liebe in den Gängen. Aan lovende recensies op de filmsite Rotten Tomatoes is geen gebrek. Na afloop dronk ik een biertje met de beheerder. Die had de film nog niet gezien. Wel herinnerde hij zich dat bij de indrukwekkende stapel affiches die hij voortdurend krijgt toegestuurd, ook een affiche van deze film aanwezig was. Wilde ik die? Nou, wat graag. Toen ik een paar biertjes later thuiskwam besefte ik dat ik mijn affiche op de bar had laten liggen. Zo zag ik bevestigd wat ik al jaren weet: film en alcohol is een slechte combinatie. En het verlevendigen van mijn muren kan nog wel even aanlopen.

--------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2018 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Klussen" -
Bezigheden > Klussen
Alleen de gedachte al Hans Knegtmans
1604 BZ GedachteTerugblikkend op mijn woon- en verhuisverleden heb ik het bange gevoel dat optimaliseren van mijn huis niet mijn hoogste prioriteit heeft. Als je kwaad wil, zou je kunnen denken dat ik geen lor geef om de kwaliteit van mijn behuizing. Maar zo erg is het niet.

Wel ben ik me ervan bewust dat ik – sorry voor het psychologische jargon – qua wooneisen eerder een satisficing dan een optimizing strategie gebruik. Zo zal ik nooit in een tv-uitzending met trots aan het Nederlandse volk laten zien, hoe origineel en knap mijn woning eruit ziet. Je zou kunnen zeggen dat ik pas in het geweer kom als ik – of een vriend, of een nieuwe vriendin (je weet maar nooit) – vind(t) dat het in mijn huis ontbreekt aan dit of aan dat. En die kans is het grootst wanneer ik op korte termijn moet of wil verhuizen.

Een belangrijke boosdoener in deze context is mijn aversie jegens klussen, die maakt dat mij alleen al bij het denken over bijvoorbeeld het bevestigen van een ingewikkelde lamp de moed in de schoenen zinkt. In dat geval moet ik een elektricien in de arm nemen die de door mij bedachte karweitjes prompt en deskundig uitvoert. Daardoor heb ik bij een verhuizing al gauw het idee dat het zo wel klaar is. Op een paar kleinigheden na, maar die komen binnenkort wel, denk ik dan nog. Je kunt mijn huisbeleving vergelijken met de satisfactie van een hotelgast die constateert dat zijn kamer voor wat hij ervoor betaalt wel oké is. Goed, wat meer ruimte zou geen overbodige luxe zijn en de buren hebben de radio wel wat hard staan, maar die gaan altijd vroeg naar bed, dus wat zou hij zich druk maken? De kamer is schoon en er hangt geen irritante of smakeloze poster – al dan niet ingelijst – aan de muur.

Door mijn reactieve manier van wonen heb ik sommige tekortkomingen in mijn behuizing pas rijkelijk laat in de gaten. Zo kwam ik er pas na een paar jaar kamerbewoning achter, dat veel studenten één of meer planten in hun kamer hadden staan. Planten! Dat was nog eens een eye-opener. Mijn traagheid in de hoognodige uitbreiding van mijn lampenarsenaal noemde ik al.

Tegenwoordig woon ik in Leiden in een hofje. De meeste van mijn buren zijn heel keurig en netjes. Wel verbaas ik me over de veelheid aan schilderijen en foto’s die hun muren opfleuren. Sommigen hebben zelfs op de gang en in hun slaapkamer een indrukwekkend arsenaal aan wandversieringen.

Eigenlijk begrijp ik mijn kwantitatief gebrekkige inrichting wel. Door tientallen jaren van boekbesprekingen is het een bonte bedoening in mijn boekenrekken. Zelfs de piano staat er vol mee (wat een hoop gedoe geeft als de stemmer komt). Slechts de vensterbank biedt plaats aan een paar planten. En wat die ontbrekende schilderijen betreft: ik zou de raadselachtige collage die dienst doet als illustratie bij dit stukje niet graag aan de muur hebben hangen.

Een pikante slotopmerking. Eerder deze week bezocht ik in Het Kijkhuis de prachtige Duitse film Liebe in den Gängen. Aan lovende recensies op de filmsite Rotten Tomatoes is geen gebrek. Na afloop dronk ik een biertje met de beheerder. Die had de film nog niet gezien. Wel herinnerde hij zich dat bij de indrukwekkende stapel affiches die hij voortdurend krijgt toegestuurd, ook een affiche van deze film aanwezig was. Wilde ik die? Nou, wat graag. Toen ik een paar biertjes later thuiskwam besefte ik dat ik mijn affiche op de bar had laten liggen. Zo zag ik bevestigd wat ik al jaren weet: film en alcohol is een slechte combinatie. En het verlevendigen van mijn muren kan nog wel even aanlopen.

--------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2018 Hans Knegtmans
powered by CJ2