archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Het verborgen Schoonoord Frits Hoorweg

0312BZ Lopen
De postbode bezorgde het boek De Historische Tuin Schoonoord Nader Bekeken bij ons thuis. Aanvankelijk begreep ik niet waaraan wij dat te danken hadden, maar mijn vrouw had geen moeite de verklaring te bedenken. Zij is bestuurslid van een genealogische vereniging die aangesloten is bij een Rotterdams historisch genootschap dat de schone naam Roterodamum draagt. Dat genootschap had waarschijnlijk iets leuks bedacht voor de aangeslotenen. En ze had gelijk. Het is een prachtig uitgegeven boek, met harde kaft en veel illustraties. Volgens het colofon is het al de 159e uitgave in een reeks. Hetzelfde colofon maakt duidelijk waar het geld vandaan komt voor al dit moois.

‘Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van;
Stichting Bevordering Volkskracht
Erasmusstichting
H.M.A. Schadee - Fonds
G.Ph. Verhagen Stichting.’

Waarom geef ik dit in extenso weer? Omdat er altijd wel weer een fonds of een stichting blijkt te zijn voor dit soort uitgaven. Ik vind dat prachtig hoor, begrijp me goed. Maar er gaat toch ook een steek van jaloezie door me heen. Zou er, ergens, misschien ook een fonds zijn dat De Leunstoel kan financieren? Lezer: schroom niet om contact met mij op te nemen als u kennis hebt van een stichting die geld heeft en dat graag uitgeeft voor een goed doel, zoals het levend houden van de herinnering aan een belangrijke vorm van binnenhuisarchitectuur of het tegengaan van opwinding in het publieke debat.

Ik bladerde in het boek en werd aangenaam getroffen door de vriendelijke en toch vastberaden uitdrukking op het gezicht van Burgemeester Opstelten, afgebeeld op pagina 3. ‘Rotterdam is veel dank verschuldigd aan Jacob Mees, de laatste eigenaar van de tuin. Hij was het die de inwoners van onze stad dit fraaie stukje natuur naliet.’ Het is of je hem de tekst hoort uitspreken, gebruik makend van zijn goed ontwikkelde lage registers. Ik legde het boek apart. Misschien moest ik maar eens een wandelingetje maken in Schoonoord. Opstelten begint zijn voorwoord niet voor niets met: ‘Wie als argeloze wandelaar de historische tuin Schoonoord binnentreedt, kan zijn ogen niet geloven: een verborgen juweeltje in de grote stad Rotterdam.’

Bij de uitvoering van dat voornemen stuitte ik echter op een probleem. Nergens in het boek staat een hedendaags kaartje waarop is aangeduid waar Schoonoord ligt. Wel staan er verschillende oude kaartjes in, maar daar staan slechts spaarzaam straatnamen op en aan de schrijfwijze kun je zien dat het waarschijnlijk verouderde namen zijn. Ook de tekst is zeer zuinig met aanwijzingen. De eerste regel van het boek luidt: ‘ In het uiterste zuidwesten van de oude stad Rotterdam ……. ‘ Maar alras wordt duidelijk dat daarmee gedoeld wordt op de situatie in de 17e eeuw. Het doorwerken (zo zou ik het wel willen noemen) van dit boek was een hallucinerende ervaring. Heden en verleden worden onbarmhartig door elkaar gehusseld en aan de lezer voorgeschoteld alsof het onderscheid van geen betekenis is.

Met behulp van een recente plattegrond probeerde ik uit te maken waar ik ongeveer moest zijn. Het leek mij toe dat als ik de Coolsingel afliep en dan een beetje rechts aan hield, ik in de buurt zou komen. Zonder problemen geraakte ik aan de andere kant van de Westblaak. Op een groot plein met veel schoolkinderen begon ik echter aan mezelf te twijfelen. Aan een bejaard echtpaar, dat er zeer Rotterdams uitzag, vroeg ik of ze wisten waar Schoonoord is. Ze keken me verbijsterd aan en schudden eensgezind het hoofd. ‘Vroeger was daar een soort landhuis en nu is het een tuin,’ zei ik. Je brabbelt wat af als je niet begrepen wordt. Plotseling ging de man een licht op. ‘Oh, u bedoelt die tuin met al die bijzondere planten.’ Vervolgens begon hij aan een uitleg die ik niet kon volgen. Wel registreerde ik dat hij een paar maal ‘Dijkzigt’ zei en dat hij het ook nog over de museumtuin had. ‘Daar helemaal?’ dacht ik bij mezelf.

Ik dankte ze hartelijk en zocht een bankje op om mijn kaart in alle rust te raadplegen. Daarop zag ik dat de noordwestpunt van de rechthoekige tuin inderdaad in de buurt komt van het ziekenhuis dat vroeger Dijkzigt werd genoemd. Maar wat was er tegen om een ingang aan de zuidoostpunt te zoeken? Mijn oog werd getroffen door de Scheepstimmermanslaan. Die was ik op de oude kaartjes in het boek tegengekomen. Als ik daarover in de richting van de Maas liep dan had ik de tuin aan mijn rechterhand. Niet dus. Ik keek opnieuw op mijn kaart en langzaamaan begon tot mij door te dringen dat Schoonoord nog slechts een kleine tuin is, die door de omringende huizen bijna volledig aan het zicht onttrokken wordt. Er bleek maar één plek te zijn waar je de tuin binnen kunt gaan en dat is (juist!) niet al te ver van ziekenhuis Dijkzigt. Om precies te zijn: de Kievietslaan, aan de andere kant van de West Zeedijk.

De tuin is klein maar fijn. Er is net plaats voor 86 bomen en die worden door de schrijfster van het boek, Machteld van Limburg Stirum, een stiefdochter van de laatste eigenaar, stuk voor stuk beschreven. Er is zelfs een kaartje waarop aangegeven staat wat waar te bewonderen is. Zoveel zorg, zoveel liefde, voor zo’n klein stukje grond met 86 bomen erop, mooi is dat eigenlijk wel. Prima stad, Rotterdam.
 
*********************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op: www.bnr.nl .


© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Het verborgen Schoonoord Frits Hoorweg
0312BZ Lopen
De postbode bezorgde het boek De Historische Tuin Schoonoord Nader Bekeken bij ons thuis. Aanvankelijk begreep ik niet waaraan wij dat te danken hadden, maar mijn vrouw had geen moeite de verklaring te bedenken. Zij is bestuurslid van een genealogische vereniging die aangesloten is bij een Rotterdams historisch genootschap dat de schone naam Roterodamum draagt. Dat genootschap had waarschijnlijk iets leuks bedacht voor de aangeslotenen. En ze had gelijk. Het is een prachtig uitgegeven boek, met harde kaft en veel illustraties. Volgens het colofon is het al de 159e uitgave in een reeks. Hetzelfde colofon maakt duidelijk waar het geld vandaan komt voor al dit moois.

‘Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van;
Stichting Bevordering Volkskracht
Erasmusstichting
H.M.A. Schadee - Fonds
G.Ph. Verhagen Stichting.’

Waarom geef ik dit in extenso weer? Omdat er altijd wel weer een fonds of een stichting blijkt te zijn voor dit soort uitgaven. Ik vind dat prachtig hoor, begrijp me goed. Maar er gaat toch ook een steek van jaloezie door me heen. Zou er, ergens, misschien ook een fonds zijn dat De Leunstoel kan financieren? Lezer: schroom niet om contact met mij op te nemen als u kennis hebt van een stichting die geld heeft en dat graag uitgeeft voor een goed doel, zoals het levend houden van de herinnering aan een belangrijke vorm van binnenhuisarchitectuur of het tegengaan van opwinding in het publieke debat.

Ik bladerde in het boek en werd aangenaam getroffen door de vriendelijke en toch vastberaden uitdrukking op het gezicht van Burgemeester Opstelten, afgebeeld op pagina 3. ‘Rotterdam is veel dank verschuldigd aan Jacob Mees, de laatste eigenaar van de tuin. Hij was het die de inwoners van onze stad dit fraaie stukje natuur naliet.’ Het is of je hem de tekst hoort uitspreken, gebruik makend van zijn goed ontwikkelde lage registers. Ik legde het boek apart. Misschien moest ik maar eens een wandelingetje maken in Schoonoord. Opstelten begint zijn voorwoord niet voor niets met: ‘Wie als argeloze wandelaar de historische tuin Schoonoord binnentreedt, kan zijn ogen niet geloven: een verborgen juweeltje in de grote stad Rotterdam.’

Bij de uitvoering van dat voornemen stuitte ik echter op een probleem. Nergens in het boek staat een hedendaags kaartje waarop is aangeduid waar Schoonoord ligt. Wel staan er verschillende oude kaartjes in, maar daar staan slechts spaarzaam straatnamen op en aan de schrijfwijze kun je zien dat het waarschijnlijk verouderde namen zijn. Ook de tekst is zeer zuinig met aanwijzingen. De eerste regel van het boek luidt: ‘ In het uiterste zuidwesten van de oude stad Rotterdam ……. ‘ Maar alras wordt duidelijk dat daarmee gedoeld wordt op de situatie in de 17e eeuw. Het doorwerken (zo zou ik het wel willen noemen) van dit boek was een hallucinerende ervaring. Heden en verleden worden onbarmhartig door elkaar gehusseld en aan de lezer voorgeschoteld alsof het onderscheid van geen betekenis is.

Met behulp van een recente plattegrond probeerde ik uit te maken waar ik ongeveer moest zijn. Het leek mij toe dat als ik de Coolsingel afliep en dan een beetje rechts aan hield, ik in de buurt zou komen. Zonder problemen geraakte ik aan de andere kant van de Westblaak. Op een groot plein met veel schoolkinderen begon ik echter aan mezelf te twijfelen. Aan een bejaard echtpaar, dat er zeer Rotterdams uitzag, vroeg ik of ze wisten waar Schoonoord is. Ze keken me verbijsterd aan en schudden eensgezind het hoofd. ‘Vroeger was daar een soort landhuis en nu is het een tuin,’ zei ik. Je brabbelt wat af als je niet begrepen wordt. Plotseling ging de man een licht op. ‘Oh, u bedoelt die tuin met al die bijzondere planten.’ Vervolgens begon hij aan een uitleg die ik niet kon volgen. Wel registreerde ik dat hij een paar maal ‘Dijkzigt’ zei en dat hij het ook nog over de museumtuin had. ‘Daar helemaal?’ dacht ik bij mezelf.

Ik dankte ze hartelijk en zocht een bankje op om mijn kaart in alle rust te raadplegen. Daarop zag ik dat de noordwestpunt van de rechthoekige tuin inderdaad in de buurt komt van het ziekenhuis dat vroeger Dijkzigt werd genoemd. Maar wat was er tegen om een ingang aan de zuidoostpunt te zoeken? Mijn oog werd getroffen door de Scheepstimmermanslaan. Die was ik op de oude kaartjes in het boek tegengekomen. Als ik daarover in de richting van de Maas liep dan had ik de tuin aan mijn rechterhand. Niet dus. Ik keek opnieuw op mijn kaart en langzaamaan begon tot mij door te dringen dat Schoonoord nog slechts een kleine tuin is, die door de omringende huizen bijna volledig aan het zicht onttrokken wordt. Er bleek maar één plek te zijn waar je de tuin binnen kunt gaan en dat is (juist!) niet al te ver van ziekenhuis Dijkzigt. Om precies te zijn: de Kievietslaan, aan de andere kant van de West Zeedijk.

De tuin is klein maar fijn. Er is net plaats voor 86 bomen en die worden door de schrijfster van het boek, Machteld van Limburg Stirum, een stiefdochter van de laatste eigenaar, stuk voor stuk beschreven. Er is zelfs een kaartje waarop aangegeven staat wat waar te bewonderen is. Zoveel zorg, zoveel liefde, voor zo’n klein stukje grond met 86 bomen erop, mooi is dat eigenlijk wel. Prima stad, Rotterdam.
 
*********************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Informatie op: www.bnr.nl .
© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2