archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Op weg naat hoogmoed en ijdelheid* Julius Pasgeld

Vorige week moest ik voor een of ander onderzoek naar het Erasmusziekenhuis in Rotterdam. Alleen al het aanmelden en de manier waarop je daar naar je bestemming wordt verwezen is een waar genoegen. Overal zie je bewegwijzering. Deze keer moest ik naar de afdeling Geriatrie op de tiende verdieping. Mevrouw Pasgeld vergezelde me. Toen we plaatsnamen in de wachtkamer zag ik daar in de hoek een merkwaardig voorwerp staan, dat ik absoluut niet thuis kon brengen. Ook niet na wat langduriger bestudering. We waren 20 minuten te vroeg.

Precies op het tijdstip van de afspraak klonk er een stem door wachtruimte.
‘Is meneer Pasgeld aanwezig? Zo ja, druk op het scherm van het toestel in de hoek op ja’. Er was verder niemand aanwezig dus de stem kon niet anders dan uit dat ding in de hoek komen. Ik liep er weer heen en zag er nu inderdaad een verlicht scherm op met het woord ‘ja’.
Wat nu? Ik was aanwezig maar ik vond het wel een beetje griezelig om dat aan een ding prijs te moeten geven.‘Doe nou maar’ zei mevrouw Pasgeld die over het algemeen een stuk minder bang is aangelegd dan ik.
Dus drukte ik op ‘ja’.‘Wilt u mij maar volgen’, zei het ding. Het begon zachtjes te rijden want er bleken wielen aan de onderkant te zitten. Verbijsterd volgden wij zo de nieuwste nieuwigheid op het gebied van andro?des door de lange gangen en bochten op de tiende verdieping. Halverwege stopte hij.
‘Bent u er nog’, vroeg hij beleefd. We waren er nog. Maar even overwoog ik om op zijn scherm niet ‘ja’ in te drukken maar ‘nee’. En daarna: ik bevind me thans op de achtste verdieping. Kom me maar halen.’ Om te kijken wat er dan zou gebeuren. Maar dat ding zou er dan vast achterkomen dat dat niet kon. Want hoe kon ik deze boodschap intikken op de tiende verdieping terwijl ik me zogenaamd op de achtste bevond.
Dus tikte ik maar weer gewoon ‘ja’ in. En daar gingen we weer. Langs spreekkamers, wachtkamers, onderzoeksruimtes en wat er zich allemaal nog meer bevond op de tiende van het Erasmus. Totdat we er waren. Het ding reed een spreekkamer in, wenste me verder nog een prettige dag en reed uit zichzelf weer terug naar de wachtkamer.

We waren wel onder indruk maar dat nam niet weg dat we achteraf tot de conclusie kwamen dat we met deze ontwikkeling wellicht een weg zouden inslaan vol ijdelheid, verwaandheid en hoogmoed. Eindelijk eens een schepsel, dat niet terug zou schelden als we boos op hem waren. Eindelijk eens iemand die precies deed wat we zeiden.



© 2024 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Op weg naat hoogmoed en ijdelheid* Julius Pasgeld
Vorige week moest ik voor een of ander onderzoek naar het Erasmusziekenhuis in Rotterdam. Alleen al het aanmelden en de manier waarop je daar naar je bestemming wordt verwezen is een waar genoegen. Overal zie je bewegwijzering. Deze keer moest ik naar de afdeling Geriatrie op de tiende verdieping. Mevrouw Pasgeld vergezelde me. Toen we plaatsnamen in de wachtkamer zag ik daar in de hoek een merkwaardig voorwerp staan, dat ik absoluut niet thuis kon brengen. Ook niet na wat langduriger bestudering. We waren 20 minuten te vroeg.

Precies op het tijdstip van de afspraak klonk er een stem door wachtruimte.
‘Is meneer Pasgeld aanwezig? Zo ja, druk op het scherm van het toestel in de hoek op ja’. Er was verder niemand aanwezig dus de stem kon niet anders dan uit dat ding in de hoek komen. Ik liep er weer heen en zag er nu inderdaad een verlicht scherm op met het woord ‘ja’.
Wat nu? Ik was aanwezig maar ik vond het wel een beetje griezelig om dat aan een ding prijs te moeten geven.‘Doe nou maar’ zei mevrouw Pasgeld die over het algemeen een stuk minder bang is aangelegd dan ik.
Dus drukte ik op ‘ja’.‘Wilt u mij maar volgen’, zei het ding. Het begon zachtjes te rijden want er bleken wielen aan de onderkant te zitten. Verbijsterd volgden wij zo de nieuwste nieuwigheid op het gebied van andro?des door de lange gangen en bochten op de tiende verdieping. Halverwege stopte hij.
‘Bent u er nog’, vroeg hij beleefd. We waren er nog. Maar even overwoog ik om op zijn scherm niet ‘ja’ in te drukken maar ‘nee’. En daarna: ik bevind me thans op de achtste verdieping. Kom me maar halen.’ Om te kijken wat er dan zou gebeuren. Maar dat ding zou er dan vast achterkomen dat dat niet kon. Want hoe kon ik deze boodschap intikken op de tiende verdieping terwijl ik me zogenaamd op de achtste bevond.
Dus tikte ik maar weer gewoon ‘ja’ in. En daar gingen we weer. Langs spreekkamers, wachtkamers, onderzoeksruimtes en wat er zich allemaal nog meer bevond op de tiende van het Erasmus. Totdat we er waren. Het ding reed een spreekkamer in, wenste me verder nog een prettige dag en reed uit zichzelf weer terug naar de wachtkamer.

We waren wel onder indruk maar dat nam niet weg dat we achteraf tot de conclusie kwamen dat we met deze ontwikkeling wellicht een weg zouden inslaan vol ijdelheid, verwaandheid en hoogmoed. Eindelijk eens een schepsel, dat niet terug zou schelden als we boos op hem waren. Eindelijk eens iemand die precies deed wat we zeiden.

© 2024 Julius Pasgeld
powered by CJ2