archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Remco Heite, verzamelaar en burgemeester Frits Hoorweg

0118 Remco Heite
Op de vraag wanneer hij begonnen is met het verzamelen van schaakboeken antwoordt Remco Heite voor zijn doen ongebruikelijk fel: “Te laat, veel te laat!” Hij zegt dat om een specifieke reden. Als hij er eerder bij was geweest had hij boeken waarvoor nu een klein vermogen wordt gevraagd, voor een redelijk bedrag kunnen aanschaffen. Er zijn wereldwijd zoveel verzamelaars bijgekomen dat de prijzen de pan uitrijzen. Volgens sommige deskundigen is dat begonnen in 1972. De match van Fischer tegen Spassky zorgde toen voor een enorme toename van de belangstelling, met name in de Verenigde Staten. Maar los daarvan zal iedere verzamelaar het gevoel begrijpen dat in zo’n uitspraak besloten ligt. Behalve de trots over hetgeen bijeen is gebracht is er de spijt over al het moois dat je nog niet hebt kunnen  bemachtigen en dat misschien wel voor altijd onbereikbaar blijft.
 
“Ik schat dat er een kleine twintig verzamelaars zoals ik in Nederland zijn. Die kom je bij veilingen tegen en bij antiquariaten. Er bestaat sinds kort een internationale organisatie, de Ken Whyld Association, en daarvan is een behoorlijk aantal Nederlanders lid.” Hij laat mij een nieuwsbrief zien van die organisatie en een foto van de Nederlandse voorzitter. “Die heeft een indrukwekkende verzameling. Als je op een veiling tegen hem moet opbieden kun je net zo goed meteen ophouden.”
De aan zijn huis in Wolvega vastgebouwde schuur is als bibliotheek ingericht, het grootste deel van de ruimte wordt in beslag genomen door 9000 schaakboeken. “Ik moest de boeken wel hierheen brengen, want toen ze nog in huis stonden, op de tweede verdieping, begonnen de deuren op één hoog te klemmen. Dat was wel sneu. Een van de redenen om dit huis te kopen was immers de veertig meter wandruimte van de bovenste verdieping: daar kon je zo mooi boekenkasten tegenaan zetten. Eerst heb ik een deel naar de eerste verdieping verplaatst, maar toen begonnen de deuren op de begane grond hetzelfde verschijnsel te vertonen.”
 
Doctorandus H.R. Heite is al bijna vijftien jaar burgemeester van Weststellingwerf. Voor hij burgemeester werd was hij er wethouder. “Het is niet gebruikelijk om burgemeester te worden in de gemeente waar je wethouder bent, maar er was hier sprake van een bijzondere situatie. Ik had twee jaar, als loco, waargenomen voor mijn voorganger, die ziek was geworden. Na zijn overlijden kwam er een benoemingsprocedure op gang en door de commissaris werd mij gevraagd om te solliciteren. De gemeenteraad steunde de voordracht unaniem, anders was het niet doorgegaan.” Hij vermeldt het laatste niet zonder trots. “In zekere zin was ik al een gekozen burgemeester. Neen, ik ben niet tegen die wijziging van de Grondwet die er nu aan lijkt te komen. Onder de burgemeesters ben ik misschien een witte raaf wat dat betreft, alhoewel er een kentering lijkt te hebben plaatsgevonden.Er moet volgens mij hoognodig wat veranderen. De ondoorzichtigheid van de bestaande procedure is een groot bezwaar en dat weegt wat mij betreft zwaarder dan de bezwaren die er natuurlijk ook wel kleven aan het voorstel van dit kabinet.” De PvdA (waar hij lid van is) zou de burgemeester het liefst laten kiezen door de raad, maar hij prefereert een rechtstreekse verkiezing.
 
Zelf zal hij er overigens niet aan meedoen. Hij is inmiddels 58 en tegen de tijd dat de verkiezing er komt (2006) heeft hij er bijna drie zittingsperioden van zes jaar opzitten. Tel daar de periode als wethouder bij op en je komt op iets van 24 jaar. Dan is het wel genoeg. “Ik heb wel eerder overwogen om op iets anders te gaan doen, maar toen kwam mijn ziekte daartussen.” Remco Heite werd in de tweede helft van de jaren negentig tweemaal geopereerd aan zijn lever vanwege een kankergezwel en dat heeft zijn leven ingrijpend veranderd. Hij moest zijn toekomstplannen herzien en ging ook wat anders tegen het leven aankijken. “Ik heb me gerealiseerd dat ik heel graag nog dingen zou willen doen waaraan ik als burgemeester niet toekom. Behalve voor mijn schaakboekenverzameling zou ik ook graag meer tijd hebben om te reizen en te schrijven.”
 
In zijn Amsterdamse studententijd heeft hij nog meegeholpen om Soma op te richten, een literair blad dat later De Revisor is gaan heten. Hij schreef daarin ook zelf, meest over literatuur en dat heeft hij later ook nog gedaan voor De Volkskrant en Hollands Diep. “Ik heb Neerlandistiek gestudeerd, dus mijn belangstelling in die richting is misschien wel te begrijpen. Na mijn studie ben ik les gaan geven in Emmeloord, maar we kochten een huis op ‘het oude land’, dus buiten de polder. In Steggerda, het dorp waar ik geboren ben. Na verloop van tijd ben ik daar, in Weststellingwerf, in de lokale politiek terecht gekomen.”
 
“Als ik nu de tijd zou hebben om te schrijven zou het waarschijnlijk iets zijn op het grensgebied van schaken en literatuur.” We zijn weer terug bij de schaakboeken. Ik trek hier en daar een bandje uit de kast en krijg onmiddellijk te horen van wie het gekocht is en bij welke gelegenheid. Hij houdt daar aantekening van, ook van wat hij betaald heeft. Een zevental gebonden jaargangen van het Nederlandse tijdschrift Sissa, uit het midden van de 19e eeuw, blijkt afkomstig uit de verzameling van ene Ilja Mikan. “Daar zit een treurig verhaal aan vast. Mikan was een Tsjech en zijn dochter kreeg op een gegeven moment een oogziekte die alleen in de Verenigde Staten te behandelen was. Om geld voor een operatie bij elkaar te schrapen heeft hij toen zijn verzameling moeten verkopen. Tien jaar later is hij als verbitterd man gestorven.” Of die dochter van haar oogziekte genezen is, vertelt de geschiedenis blijkbaar niet. “Het is me een raadsel hoe de verkoop van die boeken destijds in zijn werk is gegaan. Ik kocht deze deeltjes van een handelaar uit Kroatië. De andere zijn terecht gekomen bij een Tsjechische grootmeester, die ik heel goed ken. We zijn geen van beiden bereid om ons deel te verkopen. Zo blijft de reeks, die heel fraai en uniform is gebonden, dus gesplitst.”
 
Een vrolijker verhaal komt los als de reis naar Zuid-Afrika ter sprake komt die hij kortgeleden met zijn vrouw en hun inmiddels volwassen kinderen maakte. Hij had het niet kunnen laten om ook daar een schaakantiquariaat op te sporen en had er een geweldige vangst gedaan: tweeëndertig gebonden jaargangen van een Brits schaaktijdschrift. “Gedrukt op dat gladde kunstdrukpapier, weet je wel, niet te tillen. We hebben de buit zorgvuldig verdeeld over de bagage en handbagage van mijn vrouw, kinderen en mij, om te voorkomen dat ik op het vliegveld een fortuin aan overgewicht moest bijbetalen. Gelukkig is het allemaal goed gegaan.” Op de vraag of zijn kinderen nog wel een keer met hem op vakantie willen blijft hij het antwoord schuldig. Een minzame glimlach lijkt erop te duiden dat de verhoudingen niet blijvend verstoord zijn.


© 2004 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Remco Heite, verzamelaar en burgemeester Frits Hoorweg
0118 Remco Heite
Op de vraag wanneer hij begonnen is met het verzamelen van schaakboeken antwoordt Remco Heite voor zijn doen ongebruikelijk fel: “Te laat, veel te laat!” Hij zegt dat om een specifieke reden. Als hij er eerder bij was geweest had hij boeken waarvoor nu een klein vermogen wordt gevraagd, voor een redelijk bedrag kunnen aanschaffen. Er zijn wereldwijd zoveel verzamelaars bijgekomen dat de prijzen de pan uitrijzen. Volgens sommige deskundigen is dat begonnen in 1972. De match van Fischer tegen Spassky zorgde toen voor een enorme toename van de belangstelling, met name in de Verenigde Staten. Maar los daarvan zal iedere verzamelaar het gevoel begrijpen dat in zo’n uitspraak besloten ligt. Behalve de trots over hetgeen bijeen is gebracht is er de spijt over al het moois dat je nog niet hebt kunnen  bemachtigen en dat misschien wel voor altijd onbereikbaar blijft.
 
“Ik schat dat er een kleine twintig verzamelaars zoals ik in Nederland zijn. Die kom je bij veilingen tegen en bij antiquariaten. Er bestaat sinds kort een internationale organisatie, de Ken Whyld Association, en daarvan is een behoorlijk aantal Nederlanders lid.” Hij laat mij een nieuwsbrief zien van die organisatie en een foto van de Nederlandse voorzitter. “Die heeft een indrukwekkende verzameling. Als je op een veiling tegen hem moet opbieden kun je net zo goed meteen ophouden.”
De aan zijn huis in Wolvega vastgebouwde schuur is als bibliotheek ingericht, het grootste deel van de ruimte wordt in beslag genomen door 9000 schaakboeken. “Ik moest de boeken wel hierheen brengen, want toen ze nog in huis stonden, op de tweede verdieping, begonnen de deuren op één hoog te klemmen. Dat was wel sneu. Een van de redenen om dit huis te kopen was immers de veertig meter wandruimte van de bovenste verdieping: daar kon je zo mooi boekenkasten tegenaan zetten. Eerst heb ik een deel naar de eerste verdieping verplaatst, maar toen begonnen de deuren op de begane grond hetzelfde verschijnsel te vertonen.”
 
Doctorandus H.R. Heite is al bijna vijftien jaar burgemeester van Weststellingwerf. Voor hij burgemeester werd was hij er wethouder. “Het is niet gebruikelijk om burgemeester te worden in de gemeente waar je wethouder bent, maar er was hier sprake van een bijzondere situatie. Ik had twee jaar, als loco, waargenomen voor mijn voorganger, die ziek was geworden. Na zijn overlijden kwam er een benoemingsprocedure op gang en door de commissaris werd mij gevraagd om te solliciteren. De gemeenteraad steunde de voordracht unaniem, anders was het niet doorgegaan.” Hij vermeldt het laatste niet zonder trots. “In zekere zin was ik al een gekozen burgemeester. Neen, ik ben niet tegen die wijziging van de Grondwet die er nu aan lijkt te komen. Onder de burgemeesters ben ik misschien een witte raaf wat dat betreft, alhoewel er een kentering lijkt te hebben plaatsgevonden.Er moet volgens mij hoognodig wat veranderen. De ondoorzichtigheid van de bestaande procedure is een groot bezwaar en dat weegt wat mij betreft zwaarder dan de bezwaren die er natuurlijk ook wel kleven aan het voorstel van dit kabinet.” De PvdA (waar hij lid van is) zou de burgemeester het liefst laten kiezen door de raad, maar hij prefereert een rechtstreekse verkiezing.
 
Zelf zal hij er overigens niet aan meedoen. Hij is inmiddels 58 en tegen de tijd dat de verkiezing er komt (2006) heeft hij er bijna drie zittingsperioden van zes jaar opzitten. Tel daar de periode als wethouder bij op en je komt op iets van 24 jaar. Dan is het wel genoeg. “Ik heb wel eerder overwogen om op iets anders te gaan doen, maar toen kwam mijn ziekte daartussen.” Remco Heite werd in de tweede helft van de jaren negentig tweemaal geopereerd aan zijn lever vanwege een kankergezwel en dat heeft zijn leven ingrijpend veranderd. Hij moest zijn toekomstplannen herzien en ging ook wat anders tegen het leven aankijken. “Ik heb me gerealiseerd dat ik heel graag nog dingen zou willen doen waaraan ik als burgemeester niet toekom. Behalve voor mijn schaakboekenverzameling zou ik ook graag meer tijd hebben om te reizen en te schrijven.”
 
In zijn Amsterdamse studententijd heeft hij nog meegeholpen om Soma op te richten, een literair blad dat later De Revisor is gaan heten. Hij schreef daarin ook zelf, meest over literatuur en dat heeft hij later ook nog gedaan voor De Volkskrant en Hollands Diep. “Ik heb Neerlandistiek gestudeerd, dus mijn belangstelling in die richting is misschien wel te begrijpen. Na mijn studie ben ik les gaan geven in Emmeloord, maar we kochten een huis op ‘het oude land’, dus buiten de polder. In Steggerda, het dorp waar ik geboren ben. Na verloop van tijd ben ik daar, in Weststellingwerf, in de lokale politiek terecht gekomen.”
 
“Als ik nu de tijd zou hebben om te schrijven zou het waarschijnlijk iets zijn op het grensgebied van schaken en literatuur.” We zijn weer terug bij de schaakboeken. Ik trek hier en daar een bandje uit de kast en krijg onmiddellijk te horen van wie het gekocht is en bij welke gelegenheid. Hij houdt daar aantekening van, ook van wat hij betaald heeft. Een zevental gebonden jaargangen van het Nederlandse tijdschrift Sissa, uit het midden van de 19e eeuw, blijkt afkomstig uit de verzameling van ene Ilja Mikan. “Daar zit een treurig verhaal aan vast. Mikan was een Tsjech en zijn dochter kreeg op een gegeven moment een oogziekte die alleen in de Verenigde Staten te behandelen was. Om geld voor een operatie bij elkaar te schrapen heeft hij toen zijn verzameling moeten verkopen. Tien jaar later is hij als verbitterd man gestorven.” Of die dochter van haar oogziekte genezen is, vertelt de geschiedenis blijkbaar niet. “Het is me een raadsel hoe de verkoop van die boeken destijds in zijn werk is gegaan. Ik kocht deze deeltjes van een handelaar uit Kroatië. De andere zijn terecht gekomen bij een Tsjechische grootmeester, die ik heel goed ken. We zijn geen van beiden bereid om ons deel te verkopen. Zo blijft de reeks, die heel fraai en uniform is gebonden, dus gesplitst.”
 
Een vrolijker verhaal komt los als de reis naar Zuid-Afrika ter sprake komt die hij kortgeleden met zijn vrouw en hun inmiddels volwassen kinderen maakte. Hij had het niet kunnen laten om ook daar een schaakantiquariaat op te sporen en had er een geweldige vangst gedaan: tweeëndertig gebonden jaargangen van een Brits schaaktijdschrift. “Gedrukt op dat gladde kunstdrukpapier, weet je wel, niet te tillen. We hebben de buit zorgvuldig verdeeld over de bagage en handbagage van mijn vrouw, kinderen en mij, om te voorkomen dat ik op het vliegveld een fortuin aan overgewicht moest bijbetalen. Gelukkig is het allemaal goed gegaan.” Op de vraag of zijn kinderen nog wel een keer met hem op vakantie willen blijft hij het antwoord schuldig. Een minzame glimlach lijkt erop te duiden dat de verhoudingen niet blijvend verstoord zijn.
© 2004 Frits Hoorweg
powered by CJ2