archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ergernissen | ||||
Dis | Carlo van Praag | |||
‘Lees ook dingen waar je het niet mee eens bent. Erger je – heel gezond: ergernis is hét middel tegen dementie. Zo houd je de geest lenig.’ Met deze wenk eindigt Adriaan van Dis zijn recente essay ‘De kolonie mept terug’. Welnu, het essay zelf biedt voor de bestrijding van dementie uitstekend oefenmateriaal. Na lezing was mijn geest leniger dan ooit. Het stuk betreft de tekst van de tiende Rudy Kousbroek-lezing die op 1 november 2023 door Van Dis werd uitgesproken. Evenals Kousbroek vindt Van Dis een deel van zijn achtergrond in Nederlands-Indië, al heeft hij niet, zoals Kousbroek, zijn jeugd daar doorgebracht. Voor een groot deel gaat zijn essay over het Nederlandse koloniale bestuur dat door de eeuwen onnoemelijk leed over de inheemse bevolking heeft uitgestort. Van Dis laat het hier niet bij, maar gaat het kolonialisme in het algemeen te lijf. Als goede woke-sympathisant is hij van mening dat het koloniale wanbestuur zowel in de koloniën als in de moederlanden diepe sporen heeft nagelaten en eigenlijk nog niet is overwonnen. Maar, zoals de titel van zijn beschouwing aangeeft, is nu de kolonie aan te beurt om terug te meppen. Europa en de Russen ‘Reken maar dat fort Europa nog aardig wat rekeningen krijgt gepresenteerd. De debatten over slavernij en roofkunst zijn nog maar het begin’, constateert Van Dis met voldoening. Hij juicht toe dat een aantal landen in de Sahel en West-Afrika de Fransen de deur wijst en zich dus op die manier van het laatste koloniale restant ontdoet. ‘Landen als Mali, Niger, Gabon en Senegal beseffen dat zij over veel meer economische mogelijkheden beschikken dan nu worden benut en willen zich daarom losweken van oud-kolonisator Frankrijk.’ Hij vergeet daarbij te vermelden dat de Russen worden uitgenodigd om de plaats van de Fransen in te nemen. De Russen behoorden, evenals de Fransen, tot de grootste koloniale mogendheden van destijds en zij zijn hun imperialisme nooit ontgroeid, getuige hun optreden in Georgië en in Oekraïne. Zij springen nog steeds, traditiegetrouw, slordig om met mensenlevens en laten zich verder kennen als ervaren plunderaars. Zouden zij een grotere bijdrage aan de economische ontwikkeling van Afrika leveren dan hun Franse voorgangers? Vast wel! Hoera! Leve de dekolonisatie! Migratie Maar nu naar onze contreien. Wij hebben ons evenmin ontworsteld aan het verleden. Wij moeten ‘onze geest dekoloniseren en al die zogenoemde nieuwkomers bij onze gevestigde samenleving betrekken’. Zij zijn immers hier omdat wij daar waren, herhaalt Van Dis een veel gebruikte antikoloniale riedel. Het klopt niet. Zij zijn hier omdat zij de armoede, de werkloosheid, het wanbestuur, de corruptie, het nepotisme, de rechteloosheid, de vervolging door religieuze fanaten en door wrede dictators, het oorlogsgeweld, of alle denkbare combinaties van deze pushfactoren, achter zich wilden laten om in het welvarende en veilige Europa, West- en Noord-Europa in het bijzonder, een dragelijk bestaan te zoeken. Hooguit heeft het cliché een zekere geldigheid als verklaring voor de verdeling van diverse groepen migranten over Europa. Noord- en West-Afrikanen richtten zich vooral op Frankrijk, Indiase en Pakistaanse migranten op Groot-Brittannië, Caribische migranten op dat laatste land en op Nederland. Maar het migratiemotief is over de hele linie hetzelfde. Wij hier hebben bijvoorbeeld nooit Turkije of Marokko gekoloniseerd, maar wij herbergen juist grote groepen Turken en Marokkanen. We zijn evenmin in Syrië of Afghanistan geweest, de Duitsers evenmin, maar Duitsland is nou net het meest begeerde vestigingsland voor asielzoekers. Goed, de ‘zogenoemde’ nieuwkomers met spoed bij onze gevestigde samenleving betrekken, daar is iets voor te zeggen. Maar er ligt hier wel een dilemma: als je dit recept toepast op asielmigranten (want daar gaat het hier waarschijnlijk om en niet om studenten of Oost-Europese arbeidsmigranten), kun je ze daarna moeilijk nog de deur wijzen, ook niet als zij uit veilige landen komen of geen legitiem vluchtmotief aannemelijk kunnen maken. Zeker ook niet als zij kinderen hebben die hier zijn opgegroeid (vind ik tenminste). Voor Van Dis zal het wel geen dilemma zijn. Hij lijkt mij niet iemand die wie dan ook zou uitwijzen. Hij buigt zich ook niet over de mogelijke omvang die de immigratie zou kunnen aannemen (of al aangenomen heeft) en ziet vermoedelijk ook geen grens aan de Nederlandse absorptiecapaciteit. Dat weten we echter niet zeker want hij laat zich hier niet over uit. Integratie Hij heeft een luchthartige kijk op de integratie van al die nieuwkomers, getuige de volgende tekst, die en passant het tegendeel suggereert van zijn optimistische boodschap: ‘De derde en anders wel de vierde generatie is nagenoeg volledig geïntegreerd. Dus soms ook slecht geschoold en boos. Gehoorzamend aan verstikkende familieverbanden, als zoveel ‘gewortelde’ Nederlanders in stad en land. En al laten we nog duizend rapporten schrijven en al houden we alle schoffies onder de loep met hun geklier over Joden en homo’s, al die mensen blijven, of we er nou blij mee zijn of niet.’ En nog zo’n passage die niet bepaald geruststelling verschaft, terwijl de schrijver waarschijnlijk toch niet de bedoeling had om te alarmeren: ‘Met het verbieden van boerka en abaja en het kapittelen van haatzaaiende imams zal de islam niet uit Europa verdwijnen’. Maar Van Dis maakt zich niet ongerust: ‘De moslims zullen zelf hun geloof moderniseren’. Ik help het hem hopen, maar denk dat het tijd wordt dat zij daarmee een begin maken. Mijn kritiek op Van Dis geldt zijn essay, niet zijn romans. Ik heb er snel nog twee gelezen en vind ze best goed. Hij schijnt ook een aardige man te zijn. Dat heb ik van iemand die hem een aardige man vindt. --------- De illustratie is van Petra Busstra. Meer informatie: www.petrabusstra.com
|
||||
© 2024 Carlo van Praag | ||||
powered by CJ2 |