archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > In de tuin | ||||
Ben ik wel eco genoeg bezig? | Theo Capel | |||
Zonder dat ik het van tevoren wist, bevond zich in onze Deense vakantiebestemming de grootste ecologische tuin van Denemarken. Op zich verbaasde dat me niet, want de ecologie lijkt wel in dat land te zijn uitgevonden met overal windmolens en een superaangeharkt straatbeeld waarbij inwoners tevreden aan een pijpje staan te lurken of door hun baard woelen. Eigenaardig is dan weer wel dat je al je huisvuil zo maar in de grijze vuilniszak mag doen en niemand vraagt of je papier, glas, gft-afval, plastic en eventueel zelfs broodkruimels wilt scheiden. Overreding in plaats van dwang lijkt in Denemarken de handelwijze. In zo'n klimaat is het een gebrek aan beschaving om op een druilerige dag de Ecologische Tuin in Odder op Jutland te mijden. Bovendien werd ik verlokt door de aanprijzing dat men er de grootste collecties compostvaten van Europa had staan. En die vaten en bakken stonden er ook, in een grote kring om een grasveldje, gevuld met iets dat leek op een mengsel van winterwortelen en miljarden zichtbare en onzichtbare kruipertjes, die de boel in prachtige, rulle compost aan het omzetten waren. Je kon kiezen uit vaten in klassiek donkergroen of muisgrijs uitgevoerd plastic met vrolijke namen als Alko Hotpot - als daarin niet iets lekkers wordt bereid, dan weet ik het ook niet meer - of Konga, allemaal bakken met een inhoud van zo'n 300 liter. Ze pasten zo in elke achtertuin. De ene soort maakte gebruik van wormencompostering. Daar moet je tegen kunnen om al die honderden, misschien wel duizenden glibberige lijfjes door je tuinafval heen te zien boren. De andere soort was meer het klassieke type waarin warmte de vertering veroorzaakt. De Tara Globe sprak me nog het meest aan. Het was een superformaat groene bol met een kaart van de wereld erin geperst. Eigenlijk dus een wereldcompostvat. De fabrikant is de Zenzogroup die volgens hun website ook pal staat voor het openbare toilet, liefst uitgevoerd in roestvrij staal. De topper daarin is de High Giene, een toilet dat niet alleen vandaalbestendig is, maar ook geschikt is voor multi-etnisch gebruik. Helaas stond het laatste er zonder nadere verklaring. In de EU schijnt een nieuw eco-keurmerk te zijn ontwikkeld dat herkenbaar is aan het EU-bloemetje, een logo van een gestileerde bloem die bestaat uit een cirkel van twaalf blauwe sterren met een groen hart in de vorm van een soort €-teken. De Zenzogroup zou ervoor in de race zijn. Ik zou er graag een sticker van willen hebben om naast die van de Kinderpostzegelactie onder de deurbel te plakken als teken dat hier een verantwoord Europees gezin woont. In mijn eigen tuin heb ik altijd afgezien van een compostvat, omdat bij nader inzien er veel meer nodig was dan het vullen van het vat met tuinafval. In foldertjes staan om te beginnen waarschuwende woorden dat je dit moet voorkomen en dat moet nalaten. De beste aanpak zou zijn om stikstofrijk tuinafval laag voor laag te combineren met koolstofrijk materiaal (ofwel gemaaid gras afwisselen met takken en snoeimateriaal) en dan ook nog in een verdeling van één staat tot twee. Het materiaal moet ook weer niet te compact of te grof zijn en het verdient aanbeveling om de zaak goed vochtig te houden. Wateren in het vat is eigenlijk de beste weg; zou dat in Denemarken doorgaan voor multi-etnisch toiletgebruik? Al die uitleg vermoeit snel de tuinier die gewoon van zijn afval af wil. Natuurlijk kun je het dan in de groenbak gooien, maar dan gooi je iets weg wat je later in de tuin weer goed kan gebruiken. Compost is nuttig om de grond luchtiger te maken of om bijvoorbeeld over je gazon te verstrooien. In de Ecologische Tuin in Denemarken krijgt de bezoeker uitgelegd dat wij tuinafval kunnen onderscheiden in aarde (graskluiten en dergelijke), steentjes, hout, onkruid en plantenresten en snoeimateriaal. Dat hadden ze me niet hoeven vertellen, want dat kan ik zo bij mij zelf constateren. Het verschil bij mij is dat ik in eerste instantie alles op één grote hoop gooi, op een plekje tussen enige struiken dat aan het zicht is onttrokken. Daar komen ook de afgevallen bladeren bij die nog langer over ontbinden doen dan ander tuinafval. Geheel volgens het boekje verknip ik het grove materiaal, maar dat is dan ook alles. Behalve dan dat ik af en toe de hoop wat verschep om te voorkomen dat het één grote klont wordt die langzaam dreigt te verstenen in plaats van in korrels uiteen te vallen.Als de tijd daar is - en vooral ook de zin - haal ik een zelf vervaardigd zeefraam uit het schuurtje en begin een St. Vitusdansachtige operatie. Eerst een paar scheppen compost in wording op het gaas deponeren dat ik op een lattenwerk heb getimmerd. Dan de zaak optillen en maar flink schudden. De kluitjes, takrestjes, steentjes en wat al niet meer maken een dansje op het gaas. Aarde breekt in stukjes uiteen en valt door de mazen op de grond. Onvoldoende verteerde resten, te grote stukken en steentjes blijven bovenop liggen en verdwijnen terug op de hoop of bij het echte afval. Dat gaat zo door tot zich een berg compost heeft gevormd of tot spierpijn in mijn armen me te veel wordt. Terwijl ik daar achter in de tuin als een primitieve schudmachine bezig ben, komt er soms een roodborstje aanvliegen dat op nog geen halve meter van me rustig gaat zitten wachten tot ik opdonder. Het weet uit ervaring dat in de berg gezeefde aarde allerlei makkelijk weg te pikken eetbaars zit en houdt met zijn kraaloogjes alles goed in de gaten. Het zijn de kleine genoegens die het tuinieren zo aangenaam maken. |
||||
© 2004 Theo Capel | ||||
powered by CJ2 |