|
Eigenlijk zou je diep in de beurs moeten tasten, maar dat hoeft niet. Sterker nog, het kan niet. Het is bijna obsceen. Voor een habbekrats kun je een literair juweeltje halen bij Bruna, Meester Jakobson door Tim Krabbé. Zelf vindt hij dit één van zijn beste verhalen, eerder in 2009 gepubliceerd in de bundel De paardentekenaar. Hij beschouwt het als de schaakevenknie van De Renner, zijn befaamde autobiografische verslag van een wielerwedstrijd.
Het is een echte Krabbé met de hem zo eigen plotwendingen die tot het einde toe verrassen. De eigenschappen van de hoofdrolspelers lijken opgebouwd uit de karakters van bekende schakers, maar nooit helemaal één op één naar het schijnt. Zoals bij de man die zich zonder tegenspraak de aanspreektitel van grootmeester liet welgevallen, terwijl hij slechts een eenvoudige IM was. En in de persoon van de laatbloeier, ineens onverwacht kandidaat voor het wereldkampioenschap, die zich verzekerde van de steun van een fantasierijke speler om hem, de ideeënloze burgerman,van creatieve impulsen te voorzien. Of als bij de gefrustreerde schaakmeester die zich vasthield aan de gedachte dat hij de ware professional was, ook al had hij onvoldoende talent, en daarom altijd betaald moest worden voor zijn diensten. Alles zit in die 62 bladzijden van het fraai vormgegeven boekje.
Warm aanbevolen en ik ben benieuwd wie de lezers herkennen in de karaktertrekken die Krabbé zo grootmeesterlijk ten tonele voert.
|
|