archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Aardstralen, wichelroedes en paragnosten Julius Pasgeld

1913BZ Aardstralen1954. Ik was elf. Er vonden dagenlange beraadslagingen tussen mijn ouders en de buren plaats. Wat was het geval? Er was iets nieuws ontdekt! Een middel tegen aardstralen. Maar wat waren aardstralen nou toch? Dat waren onzichtbare golvingen door de lucht die op plekken waar ze elkaar kruisten ongemakken konden veroorzaken. Zoals misselijkheid, hoofdpijn en rugpijn. En toevallig had onze buurman (oom Jan, mocht ik hem noemen) toenemende last van zijn rug. En mijn moeder leed aan hoofdpijnen die, zo leek het, ook steeds erger werden.

Zou dat door die aardstralen kunnen komen?
Daar was makkelijk genoeg achter te komen.

Oom Jan ontbood een tweetal wichelroedelopers. Die liepen met een soort metalen lus, die ze bij de uiteinden losjes tussen duim en wijsvinger hielden, voorzichtig door alle kamers. En ja hoor. Kijk! Ineens, vlak boven het hoofdkussen van mijn moeders bed leken twee fikse aardstralen zich te kruisen. Want floep! Met een vaartje schoot juist op die plek een wichelroede naar boven. En even later gebeurde hetzelfde bij op een plek ergens midden op de matras van oom Jan. Weer een kruispunt van aardstralen! Dat was geen toeval meer! Vooral niet omdat mijn moeder en oom Jan de wichelroedelopers van te voren van hun kwaaltjes op de hoogte hadden gesteld.

Opnieuw overleg tussen mijn ouders en de buren. Dit keer in het licht van een nieuwe ontdekking op het gebied van aardstralen: het aardstralenkastje! Hèt middel om de aardstralen naar elders te voeren en hun heilloze kruispunten op minder gevoelige plekken te richten!

Mijn buurjongen Maarten en ik waren toevallig aanwezig bij deze besprekingen. We deden net of we aan het spelen waren en wekten absoluut niet de indruk dat wij luisterden. Maar dat deden we natuurlijk wel. En hoe! Ieder woord vingen we op. En zo kwamen we te weten, dat een aardstralenkastje vreselijk duur was. Honderdvijftig gulden! Een maandsalaris in die tijd. Maar zou één kastje wel voldoende zijn voor twee huizen? Jazeker, zo werd onze ouders verzekerd. Dat was wel bewezen door onze koningin Juliana zelve. Die had voor het hele paleis Soesdijk slechts twee aardstralenkasjes nodig gehad. En dat paleis was wel tien keer zo groot als onze twee huizen!

De week daarop werd het kastje gebracht en op de grond in een gangkast bij de buren geïnstalleerd. Het was een mahoniehouten kastje van 40 bij 30 centimeter met een hoogte van 20 centimeter. Bovenop in het midden was een verzonken kompas gemonteerd. Want zo’n bijzonder kastje moest natuurlijk qua richting wel precies goed staan om zijn belangrijke werk optimaal te kunnen verrichten. Rondom het kastje was een dik, geïsoleerd elektriciteitsdraad geïnstalleerd om de POtentiaalVErschillen van de aardstralen naar behoren te kunnen NIvelleren.
‘POVERNI’ stond er dan ook bovenop het kastje.

En? Hoe verging het mijn moeder en de buurman met hun hoofd- en rugpijnen? Nou, geloof het of niet. Maar na een week ging het al een stuk beter. Dat kon ook bijna niet anders. Want de aardstralen hadden hun kruispunten naar elders verlegd. Waarheen? Vroeg ik mij af. Toch niet boven mìjn hoofdkussen?
Maar na een paar maanden begon mijn moeder weer te klagen over hoofdpijn. En kwamen de rugklachten van oom Jan weer terug. En zo leidde het kastje daar in het donker in de gangkast bij de buren tenslotte een vergeten bestaan.

Totdat het gebeurde, dat onze ouders niet thuis waren en Maarten bij me aanbelde. Hij had een hamer, een kapzaag en een beitel in z’n handen.
‘Kom’, zei hij. ‘We gaan eens kijken wat er in dat kastje zit’.

Dat was echter makkelijker gezegd dan gedaan. Want allereerst waren die kastjes speciaal ontworpen om belangstellende volwassenen in het algemeen en al te nieuwsgierige jongetjes in het bijzonder in het ongewisse te laten. En daarnaast diende onze ingreep natuurlijk zo min mogelijk sporen achter te laten.
In het kastje vonden we tenslotte, op slordige wijze gemonteerd, wat losse radio-onderdelen die niet met elkaar waren verbonden. Juist in die tijd was mijn belangstelling voor versterkers en kristalontvangers groot. Ik begreep dus terstond, dat een paar radio-onderdelen zonder enige krachtbron nauwelijks hadden kunnen bijdragen aan het herstel van welke hoofd- of rugpijn dan ook.

Geestdriftig deelde ik dit zojuist verworven inzicht met Maarten en zo goed en zo kwaad als het ging zetten we de zaak weer in elkaar. Daarna zwegen we erover als het graf. Nooit hebben we het er met onze ouders over gehad.

Maar neem gerust aan, dat ik daarna op het gebied van astrale inzichten, sjamanisme, mandala, hypnotherapie of mindfulness nóóit meer iets heb aangenomen.

----------

Julius heeft zelf de illustratie geleverd.



© 2022 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Aardstralen, wichelroedes en paragnosten Julius Pasgeld
1913BZ Aardstralen1954. Ik was elf. Er vonden dagenlange beraadslagingen tussen mijn ouders en de buren plaats. Wat was het geval? Er was iets nieuws ontdekt! Een middel tegen aardstralen. Maar wat waren aardstralen nou toch? Dat waren onzichtbare golvingen door de lucht die op plekken waar ze elkaar kruisten ongemakken konden veroorzaken. Zoals misselijkheid, hoofdpijn en rugpijn. En toevallig had onze buurman (oom Jan, mocht ik hem noemen) toenemende last van zijn rug. En mijn moeder leed aan hoofdpijnen die, zo leek het, ook steeds erger werden.

Zou dat door die aardstralen kunnen komen?
Daar was makkelijk genoeg achter te komen.

Oom Jan ontbood een tweetal wichelroedelopers. Die liepen met een soort metalen lus, die ze bij de uiteinden losjes tussen duim en wijsvinger hielden, voorzichtig door alle kamers. En ja hoor. Kijk! Ineens, vlak boven het hoofdkussen van mijn moeders bed leken twee fikse aardstralen zich te kruisen. Want floep! Met een vaartje schoot juist op die plek een wichelroede naar boven. En even later gebeurde hetzelfde bij op een plek ergens midden op de matras van oom Jan. Weer een kruispunt van aardstralen! Dat was geen toeval meer! Vooral niet omdat mijn moeder en oom Jan de wichelroedelopers van te voren van hun kwaaltjes op de hoogte hadden gesteld.

Opnieuw overleg tussen mijn ouders en de buren. Dit keer in het licht van een nieuwe ontdekking op het gebied van aardstralen: het aardstralenkastje! Hèt middel om de aardstralen naar elders te voeren en hun heilloze kruispunten op minder gevoelige plekken te richten!

Mijn buurjongen Maarten en ik waren toevallig aanwezig bij deze besprekingen. We deden net of we aan het spelen waren en wekten absoluut niet de indruk dat wij luisterden. Maar dat deden we natuurlijk wel. En hoe! Ieder woord vingen we op. En zo kwamen we te weten, dat een aardstralenkastje vreselijk duur was. Honderdvijftig gulden! Een maandsalaris in die tijd. Maar zou één kastje wel voldoende zijn voor twee huizen? Jazeker, zo werd onze ouders verzekerd. Dat was wel bewezen door onze koningin Juliana zelve. Die had voor het hele paleis Soesdijk slechts twee aardstralenkasjes nodig gehad. En dat paleis was wel tien keer zo groot als onze twee huizen!

De week daarop werd het kastje gebracht en op de grond in een gangkast bij de buren geïnstalleerd. Het was een mahoniehouten kastje van 40 bij 30 centimeter met een hoogte van 20 centimeter. Bovenop in het midden was een verzonken kompas gemonteerd. Want zo’n bijzonder kastje moest natuurlijk qua richting wel precies goed staan om zijn belangrijke werk optimaal te kunnen verrichten. Rondom het kastje was een dik, geïsoleerd elektriciteitsdraad geïnstalleerd om de POtentiaalVErschillen van de aardstralen naar behoren te kunnen NIvelleren.
‘POVERNI’ stond er dan ook bovenop het kastje.

En? Hoe verging het mijn moeder en de buurman met hun hoofd- en rugpijnen? Nou, geloof het of niet. Maar na een week ging het al een stuk beter. Dat kon ook bijna niet anders. Want de aardstralen hadden hun kruispunten naar elders verlegd. Waarheen? Vroeg ik mij af. Toch niet boven mìjn hoofdkussen?
Maar na een paar maanden begon mijn moeder weer te klagen over hoofdpijn. En kwamen de rugklachten van oom Jan weer terug. En zo leidde het kastje daar in het donker in de gangkast bij de buren tenslotte een vergeten bestaan.

Totdat het gebeurde, dat onze ouders niet thuis waren en Maarten bij me aanbelde. Hij had een hamer, een kapzaag en een beitel in z’n handen.
‘Kom’, zei hij. ‘We gaan eens kijken wat er in dat kastje zit’.

Dat was echter makkelijker gezegd dan gedaan. Want allereerst waren die kastjes speciaal ontworpen om belangstellende volwassenen in het algemeen en al te nieuwsgierige jongetjes in het bijzonder in het ongewisse te laten. En daarnaast diende onze ingreep natuurlijk zo min mogelijk sporen achter te laten.
In het kastje vonden we tenslotte, op slordige wijze gemonteerd, wat losse radio-onderdelen die niet met elkaar waren verbonden. Juist in die tijd was mijn belangstelling voor versterkers en kristalontvangers groot. Ik begreep dus terstond, dat een paar radio-onderdelen zonder enige krachtbron nauwelijks hadden kunnen bijdragen aan het herstel van welke hoofd- of rugpijn dan ook.

Geestdriftig deelde ik dit zojuist verworven inzicht met Maarten en zo goed en zo kwaad als het ging zetten we de zaak weer in elkaar. Daarna zwegen we erover als het graf. Nooit hebben we het er met onze ouders over gehad.

Maar neem gerust aan, dat ik daarna op het gebied van astrale inzichten, sjamanisme, mandala, hypnotherapie of mindfulness nóóit meer iets heb aangenomen.

----------

Julius heeft zelf de illustratie geleverd.

© 2022 Julius Pasgeld
powered by CJ2