archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De Quellijnstraat Katharina Kouwenhoven

1903VG Quellijnstraat

In Amsterdam zijn 2 straten waarvan de naam begint met een Q, de Israel Queridostraat en de Quellijnstraat. De eerste bevindt zich in de buurt van de Sloterplas en ken ik niet, maar de tweede is bij mij in de buurt, in de Pijp. De Quellijnstraat loopt van de Ruysdaelkade schuin naar de Gerard Doustraat en passeert het Maria Heinekenplein. Er zijn café’s en restaurants en op de hoek van de Ferdinand Bolstraat is een feestwinkel, al zo lang als ik me kan herinneren, met schuin daar tegenover een enorme Ierse pub. Een collega van mij was dol op de Ierse en Britse pubs in Amsterdam, maar zo leuk als ik de pubs in Engeland vind, zo saai vind ik hun verwanten in Amsterdam. Ze horen hier niet.

Waar de Quellijnstraat met een stompe bocht aanhaakt aan de Gerard Doustraat is een piepklein rond pleintje waar je even kunt verpozen. Veel van de huizen zijn nog oorspronkelijk eind negentiende eeuws, maar er zijn ook delen waar deze huizen vervangen zijn door nieuwbouw uit de jaren tachtig en negentig.

De naamgever van de straat, Artus Quellinus (1609 – 1668), een Zuid-Nederlandse beeldhouwer, die in 1648 naar Amsterdam verhuisde vanuit Antwerpen, was belangrijk voor de decoratie van het nieuwe stadhuis op de Dam. Daarvoor maakte hij ontwerpen voor binnen en buiten, die werden uitgevoerd door zijn medewerkers. Zijn werk is te bezichtigen in het Rijksmuseum en in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hier in de Pijp bevindt hij zich in goed gezelschap. Naast Ruysdael en Gerard Dou hebben ook Albert Cuyp, Govert Flinck, Saenredam en Jan Steen hier een straat, maar erg systematisch is de vernoemingsstrategie hier niet. Wel aardig is dat het Rijksmuseum tegenover de Pijp is gelegen, waar hun werk te zien is.

De Pijp, althans dit oude gedeelte, wordt steeds leuker en dus steeds duurder. Halve woningen zijn er niet meer en veel huizen zijn gerenoveerd. Er zijn leuke winkeltjes, gezellige horeca en natuurlijk een wereldberoemde markt, die de Coronacrisis heeft overleefd. Het is een van de aardigste buurten van Amsterdam geworden.

----------
De foto's zijn gemaakt door de schrijfster.



© 2021 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De Quellijnstraat Katharina Kouwenhoven
1903VG Quellijnstraat

In Amsterdam zijn 2 straten waarvan de naam begint met een Q, de Israel Queridostraat en de Quellijnstraat. De eerste bevindt zich in de buurt van de Sloterplas en ken ik niet, maar de tweede is bij mij in de buurt, in de Pijp. De Quellijnstraat loopt van de Ruysdaelkade schuin naar de Gerard Doustraat en passeert het Maria Heinekenplein. Er zijn café’s en restaurants en op de hoek van de Ferdinand Bolstraat is een feestwinkel, al zo lang als ik me kan herinneren, met schuin daar tegenover een enorme Ierse pub. Een collega van mij was dol op de Ierse en Britse pubs in Amsterdam, maar zo leuk als ik de pubs in Engeland vind, zo saai vind ik hun verwanten in Amsterdam. Ze horen hier niet.

Waar de Quellijnstraat met een stompe bocht aanhaakt aan de Gerard Doustraat is een piepklein rond pleintje waar je even kunt verpozen. Veel van de huizen zijn nog oorspronkelijk eind negentiende eeuws, maar er zijn ook delen waar deze huizen vervangen zijn door nieuwbouw uit de jaren tachtig en negentig.

De naamgever van de straat, Artus Quellinus (1609 – 1668), een Zuid-Nederlandse beeldhouwer, die in 1648 naar Amsterdam verhuisde vanuit Antwerpen, was belangrijk voor de decoratie van het nieuwe stadhuis op de Dam. Daarvoor maakte hij ontwerpen voor binnen en buiten, die werden uitgevoerd door zijn medewerkers. Zijn werk is te bezichtigen in het Rijksmuseum en in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hier in de Pijp bevindt hij zich in goed gezelschap. Naast Ruysdael en Gerard Dou hebben ook Albert Cuyp, Govert Flinck, Saenredam en Jan Steen hier een straat, maar erg systematisch is de vernoemingsstrategie hier niet. Wel aardig is dat het Rijksmuseum tegenover de Pijp is gelegen, waar hun werk te zien is.

De Pijp, althans dit oude gedeelte, wordt steeds leuker en dus steeds duurder. Halve woningen zijn er niet meer en veel huizen zijn gerenoveerd. Er zijn leuke winkeltjes, gezellige horeca en natuurlijk een wereldberoemde markt, die de Coronacrisis heeft overleefd. Het is een van de aardigste buurten van Amsterdam geworden.

----------
De foto's zijn gemaakt door de schrijfster.

© 2021 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2