archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Steven Kamperman: 'lockdown' net op tijd | Willem Minderhout | |||
'Voor mij kwam de lockdown eigenlijk precies op het goede moment.’ De laatste keer dat ik Steven Kamperman zag optreden was vorig jaar februari op het U Jazz Fest in LE:EN, een ruimte behorend bij een hip restaurant op een voormalig Utrechts bedrijventerrein. Hij speelde in de Utrechtse All Star-groep DEON van de bassist Dion Nijland. Niet lang daarna ging, zoals men weet, het land op slot. Dat leek me een extra bittere pil voor Steven want hij had net de laatste hand gelegd aan een opera, ‘Hildegard’, gebaseerd op het leven en de muziek van de twaalfde-eeuwse abdis Hildegard von Bingen en een CD uitgebracht met HOT (Het Orgeltrio) met bewerkingen van stukken van Duke Ellington. Alle optredens werden in de ijskast gezet. Gregoriaans en jazz zijn niet de enige muziekidiomen waarin Kamperman zich thuis voelt. De eerste keer dat ik hem zag optreden was in 2010 in de Haagse Studio Loos. Hij speelde daar als klarinettist van Barana, met de Turkse sazspeler Behsat Uvez, samen met het POW Ensemble van Luc Houtkamp. Het was een fascinerende combinatie van Turkse volksmuziek met de improvisaties van POW. Een logische beginvraag lijkt dan ook: ‘waar komt die brede belangstelling vandaan?’ ‘Dat is eigenlijk pas later gekomen. Als tiener was ik een fanatieke jazz-fan. Vooral de modale jazz van de zestiger jaren: Miles Davis in zijn Kind of Blue-periode, Wayne Shorter en zo. Ik ging me pas in andere muziek interesseren toen ik in Utrecht ging wonen.’ ‘Ik verhuisde op mijn zesde van Eindhoven naar Melick, een dorp bij Roermond. Uiteraard zat ik daar bij de harmonie. Ik was altijd met muziek bezig. Saxofoon, maar vooral klarinet. ik ging naar Utrecht om te studeren, maar niet aan het conservatorium, want dat werd thuis een beetje ontmoedigd. Ik studeerde filosofie. De bassist Tjitze Vogel, met wie ik in die tijd veel samen speelde in de band ‘1 Step 7 Seas’ raadde me ook af om naar het conservatorium te gaan. ‘Alles wat je daar leert, moet je zo snel mogelijk weer kwijt raken om interessante muziek te kunnen maken’, was zijn mening. Dat was eigenlijk ook zo in die tijd. Ik was een keer op het conservatorium in Hilversum en overal waar je een deur opentrok stond iemand dezelfde sax-licks van Michael Brecker te oefenen. Ik heb niets tegen Brecker, maar dat was niet mijn idee van muziek maken. Dat is nu overigens veel beter op de conservatoria.‘ Buiten het conservatorium is Utrecht een erg boeiende muziekstad. Is er een typische Utrechtse school? ‘Ik weet het niet. Gijs Hendriks is voor Utrecht heel belangrijk geweest. Gijs speelde als een van de weinigen zowel standards als vrije muziek, ik vond dat verfrissend binnen de scholenstrijd, maar of dat nu nog steeds typisch Utrechts is betwijfel ik.’ ‘Ik heb alles, mede dankzij Tjitze, zelf zo’n beetje uitgevogeld. Ik speelde eerst zowel sax als klarinet, maar ik merkte dat ik de klarinet toch leuker vond, dus nu speel ik nog vrijwel uitsluitend klarinetten. Ook het componeren heb ik me grotendeels zelf eigen gemaakt. Ik heb daar wel les in gehad hoor, harmonisatielessen en heel veel theorieboeken doorgeworsteld, en eminence grise Theo Loevendie heeft me ook heel veel bijgebracht. Ik vond dat componeren aanvankelijk trouwens een hele worsteling. Vooral in het beginstadium van zo’n compositie zat ik daar heel ‘kritisch Nederlands’ in. Ik vond het allemaal maar gepruts. Pas als het na veel zwoegen ergens op begon te lijken kreeg ik er lol in.‘ ‘Het componeren is me nu heel dierbaar. Het gaat me ook relatief makkelijk af. Daarin heb ik iets belangrijks van Behsat Uvez geleerd. Hij begon altijd vol enthousiasme ergens aan en kon de kritiek een tijdje uitschakelen en dan zag je het langzaam maar zeker groeien. Door hem heb ik geleerd om van dat hele proces te genieten en daardoor gaat het nu vrijwel vanzelf. Het is uiteindelijk ook een soort spier die je moet oefenen. Ik mis Behsat trouwens echt verschrikkelijk: zijn levensvreugde en warmte. En ook al speel ik momenteel helemaal geen Turkse muziek meer, de ritmes en de afwijkende toonladders van de Turkse muziek, die toch wel enigszins verwant zijn aan de modale jazz waar ik als tiener zo dol op was, hebben wel een blijvende invloed op mijn muziek gehad.’ ‘Ik ben me na Baraná meer gaan verdiepen in de muziek van de Renaissance en de Middeleeuwen. Heel belangrijk was mijn samenwerking met de Fransman Valentin Clastrier. Hij is een van de grootste virtuozen op de draailier. Dat is natuurlijk sowieso een fascinerend instrument, met dronesnaren, waar ik ontzettend van houd. Maar vooral zijn voortdurende zoektocht naar creatieve compositievormen en zeggingskracht was voor mij een snoepwinkel. Via hem ben ik in contact gekomen met Michel Godard, die serpent speelt, een slangvormig blaasinstrument. Ik heb samen met hem, Oene van Geel, Sanem Kalfa en George Dumitriu het programma ‘NeOropa’ gemaakt waarin we muziekvormen uit de Renaissance speelden: estampies, chaconnes en sarabandes. Dat was zeer succesvol en ik vond het zelf ook een hele interessante reis.’ ‘Van de Renaissance terug naar de twaalfde eeuw voor mijn opera ‘Hildegard’ was voor mij eigenlijk niet zo’n grote stap. Er is veel muziek van Hildegard von Bingen bewaard gebleven en ik vind die helemaal prachtig. Het heeft ook met mijn vroege jeugd in Eindhoven te maken. Mijn vader zat daar op een Gregoriaans koor, dus met die klanken ben ik opgevoed.’ ‘Reflections of Duke’ met Het Orgel Trio, waarin ik samenspeel met de bassist Dion Nijland en de organist Berry van Berkum, is dan weer iets heel anders. De CD is in de pers zeer goed ontvangen. We speelden deze keer als kwintet met trombonist en Ellingtonkenner Joost Buis en de jonge Utrechtse trompettist Ruben Drenth. Ruben is voor mij symbool van de heerlijke creatieve wind die er nu in Utrecht waait, met talloze fantastische jonge musici. Dat heeft alles te maken met de nieuwe aanpak van het Utrechtse Conservatorium: Musician 3.0. Dat is een fantastisch programma en dat levert in zijn kielzog dus ook fantastische muzikanten op. Ik noem bijvoorbeeld ook drummer Mees Siderius, die in DEON speelt, of cellist Rogier Hornman en saxofonist Koen Boeiinga. Het gebeurt in Utrecht nu, neem dat maar van mij aan!’ ‘Alle uitvoeringen van HOT zijn uitgesteld. Vreemd genoeg vond ik dat zelf niet zo erg, al vormt zich door al dat uitstel wel een enorm stuwmeer aan concerten die na de pandemie gegeven moeten worden. Ik heb namelijk vorig jaar een grote compositieopdracht gekregen voor vocaal kwintet ‘Wishful Singing’. Die opdracht was al een paar keer uitgesteld, maar toen het eindelijk definitief doorging viel dat vrijwel samen met het begin van de lockdown. Corona zorgde er dus voor dat ik mij ongestoord aan die opdracht kon wijden en dat beviel me eigenlijk prima. Dat gezegd hebbende: er mag nu zo langzamerhand echt wel weer een keer gespeeld worden!’ ------ De foto van Steven Kamperman en Valentin Clastrier is gemaakt door Eric van Nieuwland. |
||||
© 2021 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |