archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
De onverstoorbare Igor Cornelissen | Jan Stoof | |||
Herinneringen aan mijn tijd bij Vrij Nederland naar aanleiding van de dood van Igor Cornelissen (zaterdag 13 maart 2021). Ik naar Igor. Hij keek me schuins aan, met glimmende ogen: Hoe lang werk je hier nu? Drie maanden? ' Hij begon te schateren. 'Jan, iedere nieuwkomer wordt op een dag door Rinus op me afgestuurd met een vraag. Hij en ik praten al meer dan tien jaar niet met elkaar. Waarom dat zo is, vertel ik je nog wel eens. Rinus was hoofdredacteur, geen sturende, zo werd me steeds duidelijker, en ook geen type dat het, al was het maar voor het gemak, weer een beetje goed zou maken met Igor. Vaak zat ik naast hem, aan de redactietafel, we wisselden een enkel vriendelijk woord. Soms kwam Igor wat laat ter vergadering, regelrecht van de visboer, een zak met gebakken hom en kuit in de hand. Hij deelde royaal. Stemverheffing binnen het gezelschap, een te ellenlang verhaal, Igor keek er niet van op, hij had immer iets te lezen bij zich. Een enkele keer humde hij, of bromde zelfs iets half verstaanbaars. Grote gebeurtenissen deerden hem nauwelijks. De Joodse kwestie deed hij, helder sprekend, af als een stommiteit van de betrokken eindredacteur, Marian Husken. Zij had vanaf een cafétafel beweerd dat een ‘Joodse lobby’ er voor zorgde dat er nooit pro-Palestijnse stukken in Vrij Nederland verschenen. De kippendrift die collegas toen tentoonspreidden, die deelde hij niet.' Toen duidelijk werd dat een aantal redacteuren al geruime tijd anonieme dreigbrieven ontving, die van de dames zelfs met toespelingen inzake hun liefdesleven, was Igor geamuseerd. Toen Frits Abrahams, ook ontvanger van dergelijke brieven, tijdens een redactievergadering verslag aan het doen was van zijn onderzoek naar de herkomst van de brieven (ze waren in ieder geval geschreven op de machine van de hoofdredacteur) en een deel van de redactie krijsend en tierend Abrahams het woord ontnam, sprak Igor onverwacht luid: 'Laat die man toch uitpraten!' Toen op een dag bleek dat Ageeth Scherphuis, innige vriendin van Joop van Tijn, zonder de beroemde ballotage redacteur was geworden, zat ik naast hem aan de redactietafel. 'Is zij journaliste dan?', vroeg hij zich achter zijn snor af. Hoewel we elkaar in de loop der jaren steeds vaker spraken, veelal in etablissementen met volledige vergunning, liet Igor nooit veel los. Over zijn liefdesleven, niet al te monogaam, sprak bijna iedereen – Igor niet. Liever mopperde hij wat over de verrechtsing van de PvdA (rond 1980 was dat!) en over de verloedering van de jazzmuziek, het verschijnen van Birth of the Cool was voor hem een ijzeren gordijn tussen zijn vooroorlogse jazz en alles wat daarna kwam. Het kon hem nauwelijks oud genoeg zijn. De optredens van zijn Igoriginal New Hotshots in het redactiecafé De Engelbewaarder waren mooi. Igor genoot, vanachter zijn trompet, zichtbaar van het spelen van jazz uit de tijd rond zijn geboortejaar, 1935. Eind 1985 begon het woord bezuinigingen te vallen. Er werden namen genoemd, niet die van Igor. Niettemin sprak hij mij aan. Ik was voorzitter van de ondernemingsraad, ik zou dus wel weten hoe het met die Vut zat. Dat legde ik hem uit. Hm. Hij nog een pruimenjenever, ik nog een oude Bokma. Dat hielp niet. Igor schreef een reeks autobiografische boeken, waarin zijn wedervaren bij Vrij Nederland niet onbesproken bleef. ‘Terug naar Zwolle’ en ‘Raamgracht 4’, bijvoorbeeld. Hij toonde zich een mens die lang niet ontevreden was over zichzelf. Over anderen was hij niet altijd even mild. Zo sprak hij, tot verontwaardiging van een enkeling, over een mederedacteur als een lelijk klein dikkerdje, hij bedoelde Tessel Pollman. Aan zijn ogen mankeerde Igor niks. Het plaatje is van Han Busstra |
||||
© 2021 Jan Stoof | ||||
powered by CJ2 |