archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ergernissen | ||||
Witte mensen, de Joden en wij ... | Carlo van Praag | |||
... en de NRC en Willem Schinkel en ik ... zou ik eraan willen toevoegen, maar zo’n titel wordt door de eindredacteur waarschijnlijk niet geaccepteerd. Het zou een kleine bloemlezing kunnen worden: mijn door de NRC geweigerde ingezonden stukjes. Hiervoor is een volkomen incompetente jury aansprakelijk, aangezien mijn bijdragen – ik zeg dit in alle bescheidenheid – met kop en schouders uitsteken boven de zouteloze tekstjes die het wel halen. Gelukkig is er ‘De Leunstoel’ met zijn strenge doch rechtvaardige beoordeling van inzendingen. De NRC laat het essay van Houria Bouteldja, getiteld ‘Witte mensen, de Joden en wij’ bespreken door ‘onze medewerker’ Willem Schinkel (krant van 20 november jl.) en het resultaat is voorspelbaar: juichende recensie, vijf bolletjes. Schrijfster en recensent zijn geestverwanten in hun cynische en weinig subtiele analyse van de etnisch-raciale gelaagdheid van onze hedendaagse maatschappij. Schinkel staat voor ‘links van links’ want alleen daar worden mensen bevrijd uit de sociaal-politieke constructies van hun identiteit. Zij zijn gevangen in de sociale dressuur van de neoliberale orde die de opmaat vormt van het fascisme. Het is tijd voor ‘revolutionaire liefde’. (Schinkel en Van Reekum in ‘Theorie van de kraal’, Boom 2019). Ik onderga een dergelijke tekst als griezelig Leninistisch proza. Maar nu Bouteldja. Haar relaas is een uit zijn krachten gegroeide redevoering waarin zij zich richt tot de in de titel van het essay genoemde groepen. ‘Wij’ zijn de verdrukten, de gekoloniseerden, ‘de inheemsen’ (indigènes). De witten zijn de dominante groep, waarbij ‘wit’ niet zozeer een kwestie van uiterlijk is, als wel van dominantie. De dominanten zijn dus dominant. Zie hier een truïsme. Volgens Bouteldja zijn de koloniale verhoudingen, ook in het Frankrijk van nu, nog volop van kracht. Alleen heeft de onderdrukking een beschaafdere vorm aangenomen. We leven nu immers in een tijdperk van democratie en mensenrechten en humaniteit en er speelt, althans in linkse kringen, een doorlopende show van solidariteit met de onderworpenen. Niet alleen profiteren deze witten van hun superieure status, maar zij kunnen zich op deze wijze ook nog moreel verheven voelen boven de groep die zij pretenderen te steunen. De Joden hebben hun ziel verkocht aan de witten in ruil voor gastvrijheid en bescherming. Zij zijn de ‘dhimmi’s’ (beschermde tweederangsburgers) van de westerse of specifiek de Franse samenleving. Dat laatste wordt niet duidelijk, zoals er wel meer onduidelijk blijft in haar beschouwing. Precisie is niet haar ding. Het verhaal lijkt, los van zijn onbezonnen inhoud, nog het meest op een oefening in welsprekendheid en in die zin is het geslaagd. Om geld te sparen heb ik de originele Franse versie gedownload (‘Les blancs, les juifs et nous’ verschenen in 2016) en ik heb hem in mijn leesuurtje voor het slapen gaan op mijn e-reader ge-e-read. Ondanks het bescheiden volume toch een hele kluif. Enkele bloempjes uit haar relaas: Ahmadinejad, de vroegere president van Iran (en beruchte hardliner- CvP), verklaarde bij herhaling dat homoseksuelen in Iran niet bestaan. Dit is weliswaar een leugen, volgens Bouteldja, maar een fatsoenlijke leugen, want hij staat tegenover de leugen dat in de Abu-Ghraibgevangenis niet werd gefolterd. Nog één: haar in Algerije woonachtige neef heeft nog nooit van Hitler gehoord. Het is niet nodig hem te verontschuldigen. In tegendeel, in zijn onwetendheid heeft hij groot gelijk. De holocaust is, gezien vanuit het perspectief van de gekoloniseerden, minder dan een detail in de geschiedenis. Maar ‘onze medewerker’ Willem Schinkel, hoogleraar in ‘sociale theorie’ aan de Erasmusuniversiteit vindt het kennelijk allemaal prachtig en de NRC laat hem graag zijn gang gaan en vindt een weerwoord niet opportuun. Die krant gaat mij langzamerhand de keel uithangen. Ik ben er sinds mijn kleutertijd op geabonneerd, en neem er node afscheid van, maar misschien wordt het toch tijd. Niet alleen om de inhoud hoor! Ik kan op dat punt best wat verdragen. Nee, de schreeuwerige opmaak, de levensgrote foto’s die als voorpagina fungeren, de ellenlange interviews en human- interestverhalen die de luie journalist ontslaan van de plicht, om via een moeizaam proces van documentatie, een overzicht van de feiten te bieden. Het afscheid zou mij aan mijn hart gaan, vanwege de vele goede artikelen die ook nog binnensluipen, de columns van Tommy Wieringa, van Caroline de Gruyter, van de verschillende economische redacteuren, en zelfs van de principieel tegendraadse en parmantige Rosanne Hertzberger. -------- Het plaatje is van Linda Hulshof Meer informatie op: lindahulshof71@gmail.com |
||||
© 2020 Carlo van Praag | ||||
powered by CJ2 |