archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Waterloo? | Frits Hoorweg | |||
Zo’n vakantiehuisje in het bos is ideaal in ‘Tijden van Corona’. Je kunt je er min of meer afsluiten van de wereld, zonder het gevoel te krijgen opgesloten te zitten. ‘Iemand’ bedenkt daar altijd ‘dingen die moeten gebeuren’. De plinten van de kozijnen moesten nog eens geschuurd en geverfd worden en dat houten muurtje in de tuin zag er wel erg beroerd uit. Afijn, daar heeft zij iets aan gedaan en ik heb af en toe geholpen. Ze wees me trouwens op nog iets ‘onvoltooids’. Bij de aankoop van het huisje, zo’n dertien jaar geleden, namen we ook de inboedel over. Veel daarvan is in de loop der tijd verdwenen, maar lang niet alles. Zo was, tot voor kort, in een hoek tegenover de bank een kleine reproductie blijven hangen. Een afbeelding van een besneeuwde boerderij, gelegen aan de rand van een dorp. Op een kastje eronder stond een minuscuul Tv’tje. Maar ja, hoe gaat dat? De mens (ik dus) wordt ouder en z’n ogen gaan achteruit. Er kwam iets met een groter scherm en daardoor detoneerde dat schattige boerderijtje ineens. Het werd van de muur gehaald en even ‘ergens’ geparkeerd. Tot ‘Iemand’ het nodig vond nader onderzoek te doen. Daarbij kwam aan het licht dat er achter het boerderijtje nog een niet onverdienstelijke tekening schuilging (zie plaatje 1). Na enig zoeken op het net kwam zij er achter dat het gaat om een tekening naar een schilderij van Jan Hoynck van Papendrecht. Dat schilderij was een geschenk van het Nederlandse leger aan Koningin Wilhelmina, ter gelegenheid van haar huwelijk. Zou het toegestaan zijn om een afbeelding van dat schilderij hiernaast te zetten? Vast wel (plaatje 2). Op het schilderij zien we de boerderij in Quatre Bras, waar het Nederlandse leger zich voorbereidde op de Slag bij Waterloo. (Dank aan de heer L.Duker, die hielp bij het uitzoekwerk.) Natuurlijk wordt er in zo’n huisje (en op het terras) veel gelezen en het geestige was dat ik daarbij ook nogal eens in Waterloo terecht kwam. Eerst was ‘A History of England in 100 Places’ van de hand van John Julius Norwich, uit 2011 aan de beurt. Een bezoek aan Engeland zal er dit jaar wel niet in zitten en met dat boek kon ik net doen alsof. Nou, dat lukte heel aardig. Het prettige van Norwich is dat hij – typisch Engels – zuinig is met woorden. Drie á vier bladzijden per plek voldoet meestal. Een karakteristiek moment doet zich voor als één van onze Willems zich aandient voor zijn rol in de Engelse geschiedenis. De schrijver duidt hem aan als ‘stadtholder’ en voegt daar onmiddellijk aan toe: ‘Don’t ask, only the Dutch understand’. Verder stelt hij er een eer in om al te voor de hand liggende plekken links te laten liggen en een beetje aparte dingen uit de hoge hoed te toveren. Zo voert hij de lezer mee naar Stratfield Saye House in Hampshire. Daar liggen de resten van het paard Copenhagen onder een heuse grafsteen. Copenhagen was het paard van Lord Wellington; hij van (o.a.) … de Slag bij Waterloo. Volgens de overlevering zat Wellington die dag 18 uur in het zadel. Toen hij eindelijk afsteeg sloeg Copenhagen op hol, een pittig beestje. ‘De Ringen van Saturnus’ van W.G.Sebald, uit 1995, waren al eerder te machtig voor mij geweest. Deze keer heb ik het volgehouden tot op ongeveer drie-kwart. De schrijver wandelt in het boek door het graafschap Suffolk en gooit alles eruit wat hij in z’n hoofd heeft zitten over de geschiedenis en de mensen die er gewoond hebben. (Het boek is uit 1995, daarom denk ik dat de karakteristiek: ‘omgevallen boekenkast’ hier nog op z’n plaats is.) Op zich aardig, maar hij voert dat wel erg ver door. Zo maakt hij, als gevolg van een gedachteassociatie, zelfs een uitstap naar Waterloo! Ik ben nog nooit in Waterloo geweest en betwijfel of het er nog van komt. |
||||
© 2020 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |