archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Johan Goudsblom overleden | Peter Schröder | |||
Vorige week overleed Johan Goudsblom, de nestor van de Nederlandse Sociologie. ‘Balans van de Sociologie’ (1974) is één van de kernboeken op de literatuurlijst van sociologiestudenten uit de jaren 60 t/m 80. Het voorwoord van dat boek opende met de zin: ‘Sociologie is een vorm van betweterij’. In de tekst die volgde werd zorgvuldig uitgelegd wat die zin betekende. Een zinvolle opening, maar geen tekst om uitgenodigd te worden de boodschap uit te dragen in een praatprogramma voor de televisie. Goudsblom maakte nooit het lawaai dat in de media gebruikelijk is. Goudsblom begon zijn wetenschappelijke carrière als student sociale psychologie. Zijn eerste substantiële publicatie zat enigszins verstopt in het boekje ‘De Nieuwe Volwassenen’, een enquête onder jongeren van 18 tot 30 jaar’, uit 1959. Laten we zeggen: een vroeg voorbeeld van vaderlandse onderzoeksjournalistiek, gebaseerd op een uitgebreide enquête, uitgevoerd in opdracht van het weekblad Vrij Nederland. Vormgegeven door ‘de heer Goudsblom, doctorandus in de sociale psychologie’. Goudsbloms proeve van bekwaamheid volgde in 1960, met het proefschrift ‘Nihilisme en Cultuur’. Geen sociale psychologie, geen journalistiek, vooral historische filosofie. Pas na zijn colleges met Norbert Elias overheerste onvervalste (historische) sociologie. In de Amsterdamse collegezalen van de jaren ‘60 trokken de explosieve nieuwe Vormen en Gedachten van de toenmalige Dwarse Denkers een spoor van vernieling. ‘In 1968 kwam niet alleen De Verbeelding Aan de Macht, maar werd ook Goudsblom benoemd tot hoogleraar. Hij ondervond aan den lijve hoe het is om een zaal gevuld met 500 Nieuwe Onvolwassenen uit de geboortegolf in te wijden in de beginselen van het beschavingsproces. Destijds gooiden aanzienlijk robuustere docenten in de ‘dialoog met de nieuwe tijd’ de handdoek in de ring. Maar met zijn engelengeduld wist Goudsblom – vaak in het even indrukwekkende als fragiele gezelschap van Norbert Elias – de rug recht en de sociologie hoog te houden. De sociologie van Goudsblom is in veel opzichten een sociologie van evenwichten en van nuanceringen. In de jaren ‘60 (vol betrokkenheid) misschien erg afstandelijk. Dat uitte zich ook in het dagelijks leven: wie alleen met Goudsblom in een lift stond kon een flinke rit maken zonder dat er een woord werd gewisseld. De uitspraken van Goudsblom vormen met elkaar een bouwwerk van precieze gedachten. Zoals de taal van de exacte wetenschappers wiskunde is, is de taal van Goudsblom mensentaal. Goudsblom was altijd een schrijver. Er zijn niet veel academici die zo zorgvuldig, precies, helder en sierlijk formuleerden als hij (zijn taal is veel mooier dan die van zijn grote voorbeeld Norbert Elias). Het hoogtepunt volgde in 1992 met de wereldomspannende geschiedenis van ‘Vuur en Beschaving’. Springlevende wereldgeschiedenis. Na Elias liet Goudsblom ons in de collegezaal kennismaken met de wereldhistoricus William McNeill. Aan de hand van diens onthullende ‘Plagues and Peoples’ werden de relaties tussen besmetting, pandemieën en beschaving uit de doeken gedaan. Zeer actuele kennis over vroeger! Indrukwekkend, maar laten we niet vergeten dat Joop ook een heel lieve man was. Hij was hulpvaardig, had steeds het goede met je voor. Als je hem vroeg welke auteurs je het beste kon gaan lezen als je meer wilde weten van, noem maar wat: hulpverlening aan gestoorde mensen, de mijnbouwrevolutie, of de verwoesting van de eerdere agrarische systemen in Spanje of India. Dan begon hij na enige aarzeling met: ‘Het is mijn terrein niet, ik zou het zo gauw niet weten’, maar na enig nadenken volgde dan toch een feilloze opsomming van de beste literatuur die er was. ------ Het plaatje is van Henk Klaren |
||||
© 2020 Peter Schröder | ||||
powered by CJ2 |