archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
De Veenkoloniën | Dik Kruithof | |||
Wij kregen een verrassende uitnodiging voor een ‘Finissage’ op een zondagmiddag in Onstwedde. Nu hebben wij net de laatste jaren het gebied (er gaat niets) ‘boven Groningen’ ontdekt, maar aan het stuk ten zuiden van de snelweg naar Duitsland waren we nog nooit toegekomen. Enig speurwerk leerde me dat we op weg naar Onstwedde door Veendam zouden komen. Bekend voor mij van De Lange Leegte, maar er is daar ook een op internet aardig ogend Veenkoloniaal Museum. Dat leek dus een prima gelegenheid om ook wat te zien van de geschiedenis van het gebied. Een voltreffer, want het is een mooi historisch museum, gevestigd in de oude Rijks-HBS uit 1911. In de ruimte voor wisseltentoonstellingen was net de laatste dag van Noordewerk, Aardewerk uit Noord-Nederland. Met industrieel gemaakte keramiek uit de Noordelijke provincies, zoals Royal Goedewaagen uit Drenthe en Koninklijke Tichelaar en Albarello uit Friesland. Het museum heeft met deze mooie en goed verzorgde tentoonstelling een primeur op dit gebied. De vaste opstelling geeft een mooi beeld van de geschiedenis van het gebied. Van oude archeologische vondsten liep ik snel door naar de turfwinning en de handel die via de kanalen ontstond. In de 17e en 18e eeuw draaide heel Holland op de turf uit het Noorden. Dat ging over de Zuiderzee en het geld dat toen verdiend werd legde de basis voor een grote handelstraditie. Ik wist niet dat de Pekela’s en Veendam grote handelspartners waren van Riga. Er is een aparte Riga-zaal, die verwijst naar de tijd dat schepen uit deze Veenkoloniale plaatsen door de Sont voeren. Rond 1850 komt meer dan 60% van de Nederlandse zeegaande vloot uit de Groninger Veenkoloniën. Er is een prachtige schipperskamer uit 1875. Uiteraard is er aandacht voor Willem Albert Scholten (1819-1892), grondlegger van de aardappelmeelbedrijven die uitgroeide tot de eerste multinational van Europa: Koninklijke Scholten Foxhol NV. Hier onder meer bekend van de Brinta. Later na een fusie met Honig en falend beleid in 1978 failliet gegaan. Overigens ontstonden ook twee coöperatieve iconen in de veenkoloniën: de strokartonindustrie en de aardappelverwerking. Veendam werd ook bekend door encyclopedieschrijver Anthony Winkler Prins (1817-1908), suffragette Aletta Jacobs (1854-1929) en de communist Free Meis (1921-1992). De Finissage (tegenhanger van Vernissage) bleek de laatste dag van een tentoonstelling van jong kunsttalent uit 2019 te zijn in Artphy. Een ruimte voor (levens)kunst in Westerwolde, prachtig gelegen en ogend als een boerderijschuur. Centraal stond het boek van de filosoof Floris van den Berg, bekend van onder meer ‘De olijke atheïst’ en ‘De olijke veganist’ en verder van het onderwerp ‘Veganisme in relatie met de jongste landbouwontwikkelingen’. Tijdens deze middag stond het onderwerp ‘Veganisme in relatie met de jongste landbouwontwikkelingen’ centraal. Floris van den Berg was de eerste spreker en legde zijn ideaal van een diervriendelijke samenleving met zo veel gevoel uit dat de enige reactie bestond uit twee mensen die opstapten toen hij zich als atheïst voorstelde. De tweede spreker was de plaatselijke CDA coryfee Henk Bleker die op de meest demagogische manier de gevestigde landbouwbelangen probeerde te verdedigen. Zo begon hij met een aandoenlijk verhaal over het boerengezinnetje dat in zijn my-home-is-miy-castle boerderijtje bezoek kreeg van veganistische actievoerders. Hij eindigde met te vertellen dat hij zich nu bezighield met het vervoeren van dieren en dat het wat hem betrof voor Nederland ‘alleen om de cijfers’ ging. Tot zover dus zijn opvattingen over dierenwelzijn. De derde spreekster was Ira van Eelen, dochter van de Nederlandse peetvader van kweekvlees arts Willem van Eelen. Zij legde helder uit hoe ver het was met kweekvlees en hoeveel moeilijkheden er door de tegenkrachten worden opgeworpen. De laatste spreker was Rob van Haren, directeur van de innovatiealliantie Kiemkracht en hoogleraar Productinnovatie en Kennistransfer Agribusiness aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij hield een prachtig pleidooi voor de lupineplant als basis voor vleesvervangers. De boon van de lupineplant is de ideale grondstof om onze voedingsmiddelen mee te verduurzamen. Lupine is een inheemse plant die eenvoudig geteeld kan worden, zonder excessief gebruik van kunstmest en chemische middelen. Van Haren: ‘Een groot voordeel van lupine is dat de plant zijn eigen voedingsstof maakt door stikstof uit lucht om te zetten. Daardoor is er minder kunstmest nodig en wordt de CO2-emissie bij kunstmestproductie beperkt. Bovendien: als wij minder vlees eten en in plaats daarvan meer lupine-eiwitten direct tot ons nemen, worden ook in de veehouderij CO2-emissies vermeden. Dat is dubbel effectief en dus heel duurzaam.’ Hij maakte ook duidelijk dat de gevestigde belangen in de sojahandel het erg moeilijk maken om lupine hier op grote schaal te gaan verbouwen (en te verwerken). Tijd voor discussie was er jammer genoeg niet meer. ------- De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2020 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |