archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Nog veel ruimte onbenut in Voorlinden | Katharina Kouwenhoven | |||
Eindelijk dan een keer in Museum Voorlinden geweest, dat museum waar al door velen zo lovend over gesproken is. Ik heb zelf geen auto meer, maar wel een vriend die een auto heeft en van autorijden houdt en ook graag naar musea gaat. Bingo! Dus gingen wij met het automobiel naar Wassenaar, waar in een weiland een grote doos ligt, die dient als museum. Die museumdozen in weilanden zijn kennelijk hot, want in Heerenveen ligt er ook één. We parkeerden de auto op het verkeerde parkeerterrein, zodat we nog een stuk moesten lopen. Gelukkig door het bos, dat barstens vol stond met paddenstoelen. Eetbare! Het museumgebouw is geen architectonisch hoogstandje, maar van binnen is het helemaal goed, door de verdeling van de ruimtes. Daarin zijn permanente tentoonstellingen en tijdelijke. Tot de permanente hoort een ferm doolhof van geroest staal, dat prachtige kleuren heeft aangenomen en een zwembad waarin je van bovenaf op het rimpelende water kunt kijken. Als je dat doet zie je op de bodem mensen lopen, medebezoekers die zich onder het bassin in een ruimte bewegen, waar zij boven zich het rimpelende wateroppervlak zien. Ingenieus gedaan, maar niet meer dan een gimmick. In een andere ruimte bevond zich de permanente collectie Less is More, zeg maar nul-kunst. Hoewel er twee Nederlandse werken hangen, één van Jan Schoonhoven en één van Jan Henderikse, is het maar een schraal geheel. De nul-tentoonstelling in het Stedelijk museum in Amsterdam enkele jaren geleden was veel en veel mooier en in Schiedam is ook altijd goede nul-kunst te zien. Nul-kunst is niet een puur Nederlandse aangelegenheid, maar hier zijn wel de beste uitingen ervan voortgebracht. Verder was er ook nog een zaal ingericht met enkele werken van Anselm Kiefer, ook uit de eigen collectie. Ik heb wel wat met Kiefer, want het is groot, mooi van kleur, eindeloos bewerkt en levend. Daar mogen ze er wel wat meer van ophangen. De tijdelijke tentoonstelling was geweid aan Louise Bourgeois, die vooral bekend is van haar grote spinnen. Voor het Guggenheim Museum in Bilbao staat (stond?) zo’n spin, voor dit museum staat nu ook zo’n spin en in de tuin van het Rijksmuseum stonden ook al een paar van die spinnen. Heb je er één gezien, dan heb je ze allemaal gezien; een spin is een spin, maar de spin is dus blijkbaar hot. Nu heeft Louise in haar bijna honderdjarige leven meer gemaakt dan spinnen en hiervan konden we nu ook één en ander zien, werken uit de collectie van het Glenstone Museum, Potomac. Ik vond het bijna allemaal vreselijk, soms uitgesproken vies. Maar goed: ‘Door via haar werk haar levensverhaal te vertellen, kwam Louise dichter bij haar onbewuste gevoelens en gedachten’, aldus de folder van het museum. Het is kennelijk therapeutisch bedoeld en dus heel privé en dus (denk ik dan) kunnen de deuren beter gesloten blijven. Maar goed, we hebben het gezien en het zal ons niet bijblijven. Voor het restaurant moest je in de rij en dat doen wij niet en buiten regende het nog steeds zachtjes. Buiten was eigenlijk niets. Ik had daar nog wel wat leuke landschapskunst verwacht. Je hebt een landgoed of je hebt het niet. Er is dus nog wel iets te doen voor de Voorlindenaren. In het museum is nog veel ruimte onbenut en buiten zijn nog ontelbare mogelijkheden voor al of niet organische ingrepen. In het voorjaar gaan we weer eens kijken. ------ Het plaatje is van de schrijfster |
||||
© 2019 Katharina Kouwenhoven | ||||
powered by CJ2 |