archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Een bezoek met een luchtje Willem Minderhout

1612BZ Luchtje1Ik weet niet of hij het geroken heeft, want hij liet niets merken. Het moet wel, vrees ik. Wij deden ook net of er niets aan de hand was, maar het stonk een uur in de wind. We hadden geen idee waar die geur vandaan kwam. Die wethouder moet wel een iets minder gunstige indruk van het wonen op een woonboot hebben gekregen. Robert van Asten, de verkeerswethouder van Den Haag, was bij ons op bezoek omdat wij, de bewoners van de woonboten aan de Bontekoekade en het Trekvlietplein, ons ernstig zorgen maken.

Tot voor kort dachten wij dat we op een plek van Den Haag woonden waar nooit iets zou gebeuren. Dat is echter een verraderlijke gedachte, want als er ogenschijnlijk niets gebeurt is juist alles mogelijk. Onze woonboot ligt op de Haagse Trekvliet tegenover de oude Gasfabriek, waarvan de resterende gebouwen op de rijks-monumentenlijst staan, en naast een bruggetje dat ook al een monumentale status heeft, omdat het ooit door een Haagse staalfabriek is gemaakt. Vlakbij is de overslaghaven waar het Haagse huisvuil per boot richting afvalverbranding wordt vervoerd. Een stabiele situatie, dachten wij. Een plek midden in het centrum waar niemand komt die er niets te zoeken heeft.

Wij blijken echter in het oog van de orkaan te wonen, een orkaan met de wat eigenaardige naam ‘Central Innovation District’. Hiermee worden de Binckhorst en het gebied rond het Centraal Station en Station Hollands Spoor bedoeld. Voor dit gebied wordt een gigantisch woningbouwprogramma ontwikkeld met flink veel hoogbouw. De allerhoogste wolkenkrabber, van wel 185 meter hoog, is pal voor de voordeur van ons woonarkje geprojecteerd.

Over die hoogbouw ging het gesprek met de wethouder echter niet. Om zo’n dichtbebouwd gebied leefbaar te houden moet er uiteraard ook flink geïnvesteerd worden in het leefklimaat op de begane grond, voor voetgangers en fietsers. Eén van de voorgenomen maatregelen is de aanleg van een super de luxe fietspad, met de indrukwekkende naam ‘Velostrada’, tussen Station Voorburg en Station Hollands Spoor. Een heel goed plan, uiteraard, ware het niet dat dit fietspad ergens met een brug over de Haagse Trekvliet getrokken moet worden. En? Ja zeker! De plannenmakers hadden deze fietsbrug precies over ons dak geprojecteerd.

Toen ik de ambtelijke projectgroep er tijdens de voorlichtingsavond op wees dat ik een groot liefhebber van fietspaden ben, maar desalniettemin ook een beetje aan het NOOR-syndroom (Not On Our Roof) lijd, werd mij verteld dat onze boot wel een beetje op kon schuiven. ‘Maar dan schuiven we onder het voetgangersbruggetje!’, antwoordde ik. ‘Dan halen we dat bruggetje gewoon weg’, zeiden de ambtenaren. ‘Maar dat is een monument’, sputterde ik tegen. ‘We leggen het gewoon ergens anders, dat mag wel.
Ook met dit geschuif is het geen doen om een fietsbrug tussen onze woonboten door te trekken. Het is bovendien ook niet echt noodzakelijk, want even verderop naast de spoorbrug is er ruimte zat.

Na de inspraakavond bleef het ineens stil. Ook het in het vooruitzicht gestelde verslag kregen we niet. Ik besloot daarom de verantwoordelijke wethouder te vragen wat nu precies de stand van zaken van dit project was. Bovendien nodigde ik hem uit om eens ter plekke te komen kijken. Sportief genoeg ging hij daar op in. Ik nodigde de buren, de Haagse rondvaartondernemers (de fietsbrug is ook een potentiële hinderpaal voor de Haagse scheepvaart), de lokale opbouwwerker en een bevriende architect uit en we sloegen hapjes en drankjes in.

En toen die geur. ‘Het lijkt wel of er iemand gepiest heeft’, zei Sofie. Het rook inderdaad bepaald onaangenaam. ‘Er zal toch niet weer iets lekken?’, zei ik. Een van de naarste dingen die je op een woonboot kunnen overkomen is een lekkage in de waterleiding of de afvoer. Vol angst en beven gooide ik de luiken open en jawel: er stond een laagje water in een deel van de bak. Gelukkig op tijd ontdekt!

Met de waterstofzuiger zoog ik de bak weer droog. Een dag later zou de wethouder komen. Hopelijk zou die muffe geur tegen die tijd weg zijn. Helaas. De stank was op de dag van het aangekondigde bezoek erger dan ooit. Echt niet te harden. Alsof er niets aan de hand was ging ik rond met koffie en cake, terwijl er een giftige misselijkmakende walm door onze woonkamer golfde. Ook de rest van het gezelschap hield zich groot. Wethouder Van Asten stelde op een zeker moment voor om toch vooral buiten naar het geprojecteerde tracé van de fietsbrug te gaan kijken.1612BZ Luchtje2 Was dit welgemeende belangstelling, of kon hij de stank niet langer uithouden?

Het werd een geanimeerd gesprek en ik denk dat we onze bezwaren tegen het geplande ontwerp goed inzichtelijk gemaakt hebben. Hoewel niet alle buren evenveel vertrouwen op de goede afloop hebben gingen we tevreden ons weegs. Maar wij bleven dus in die stank zitten.

Sofie keek op een gegeven moment achter de bank. Dat klinkt simpeler dan het is, want onze bank is tegen de zijkant van onze woonark vastgetimmerd, dus je moet je hoofd onder de vensterbank wurmen. ‘Oh, het is een dooie muis!’, gilde ze. Ik perste op mijn beurt mijn hoofd onder de vensterbank en zag een enorme bruine haarbal die een penetrante lijklucht uitscheidde. Hoe krijg je zoiets weg?

Met een barbecue-pen heb ik het lijk geharpoeneerd en achter de bank vandaan getrokken. Het bleek een in ernstige staat van ontbinding verkerende dode rat te zijn. We hebben de plaats delict besprenkeld met chloor en het ruikt nu best weer redelijk fris. Nu maar hopen dat de wethouder geen opdracht heeft verstrekt om deze stankbel zo snel mogelijk te vervangen door een lekker fris ruikende fietsbrug. Misschien moeten we het bezoek nog een keer over doen.

--------
Het plaatje is van de schrijver
Voetgangersbrug Bontekoekade: http://www.monumentenzorgdenhaag.nl/monumenten/bontekoekade

© 2019 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Een bezoek met een luchtje Willem Minderhout
1612BZ Luchtje1Ik weet niet of hij het geroken heeft, want hij liet niets merken. Het moet wel, vrees ik. Wij deden ook net of er niets aan de hand was, maar het stonk een uur in de wind. We hadden geen idee waar die geur vandaan kwam. Die wethouder moet wel een iets minder gunstige indruk van het wonen op een woonboot hebben gekregen. Robert van Asten, de verkeerswethouder van Den Haag, was bij ons op bezoek omdat wij, de bewoners van de woonboten aan de Bontekoekade en het Trekvlietplein, ons ernstig zorgen maken.

Tot voor kort dachten wij dat we op een plek van Den Haag woonden waar nooit iets zou gebeuren. Dat is echter een verraderlijke gedachte, want als er ogenschijnlijk niets gebeurt is juist alles mogelijk. Onze woonboot ligt op de Haagse Trekvliet tegenover de oude Gasfabriek, waarvan de resterende gebouwen op de rijks-monumentenlijst staan, en naast een bruggetje dat ook al een monumentale status heeft, omdat het ooit door een Haagse staalfabriek is gemaakt. Vlakbij is de overslaghaven waar het Haagse huisvuil per boot richting afvalverbranding wordt vervoerd. Een stabiele situatie, dachten wij. Een plek midden in het centrum waar niemand komt die er niets te zoeken heeft.

Wij blijken echter in het oog van de orkaan te wonen, een orkaan met de wat eigenaardige naam ‘Central Innovation District’. Hiermee worden de Binckhorst en het gebied rond het Centraal Station en Station Hollands Spoor bedoeld. Voor dit gebied wordt een gigantisch woningbouwprogramma ontwikkeld met flink veel hoogbouw. De allerhoogste wolkenkrabber, van wel 185 meter hoog, is pal voor de voordeur van ons woonarkje geprojecteerd.

Over die hoogbouw ging het gesprek met de wethouder echter niet. Om zo’n dichtbebouwd gebied leefbaar te houden moet er uiteraard ook flink geïnvesteerd worden in het leefklimaat op de begane grond, voor voetgangers en fietsers. Eén van de voorgenomen maatregelen is de aanleg van een super de luxe fietspad, met de indrukwekkende naam ‘Velostrada’, tussen Station Voorburg en Station Hollands Spoor. Een heel goed plan, uiteraard, ware het niet dat dit fietspad ergens met een brug over de Haagse Trekvliet getrokken moet worden. En? Ja zeker! De plannenmakers hadden deze fietsbrug precies over ons dak geprojecteerd.

Toen ik de ambtelijke projectgroep er tijdens de voorlichtingsavond op wees dat ik een groot liefhebber van fietspaden ben, maar desalniettemin ook een beetje aan het NOOR-syndroom (Not On Our Roof) lijd, werd mij verteld dat onze boot wel een beetje op kon schuiven. ‘Maar dan schuiven we onder het voetgangersbruggetje!’, antwoordde ik. ‘Dan halen we dat bruggetje gewoon weg’, zeiden de ambtenaren. ‘Maar dat is een monument’, sputterde ik tegen. ‘We leggen het gewoon ergens anders, dat mag wel.
Ook met dit geschuif is het geen doen om een fietsbrug tussen onze woonboten door te trekken. Het is bovendien ook niet echt noodzakelijk, want even verderop naast de spoorbrug is er ruimte zat.

Na de inspraakavond bleef het ineens stil. Ook het in het vooruitzicht gestelde verslag kregen we niet. Ik besloot daarom de verantwoordelijke wethouder te vragen wat nu precies de stand van zaken van dit project was. Bovendien nodigde ik hem uit om eens ter plekke te komen kijken. Sportief genoeg ging hij daar op in. Ik nodigde de buren, de Haagse rondvaartondernemers (de fietsbrug is ook een potentiële hinderpaal voor de Haagse scheepvaart), de lokale opbouwwerker en een bevriende architect uit en we sloegen hapjes en drankjes in.

En toen die geur. ‘Het lijkt wel of er iemand gepiest heeft’, zei Sofie. Het rook inderdaad bepaald onaangenaam. ‘Er zal toch niet weer iets lekken?’, zei ik. Een van de naarste dingen die je op een woonboot kunnen overkomen is een lekkage in de waterleiding of de afvoer. Vol angst en beven gooide ik de luiken open en jawel: er stond een laagje water in een deel van de bak. Gelukkig op tijd ontdekt!

Met de waterstofzuiger zoog ik de bak weer droog. Een dag later zou de wethouder komen. Hopelijk zou die muffe geur tegen die tijd weg zijn. Helaas. De stank was op de dag van het aangekondigde bezoek erger dan ooit. Echt niet te harden. Alsof er niets aan de hand was ging ik rond met koffie en cake, terwijl er een giftige misselijkmakende walm door onze woonkamer golfde. Ook de rest van het gezelschap hield zich groot. Wethouder Van Asten stelde op een zeker moment voor om toch vooral buiten naar het geprojecteerde tracé van de fietsbrug te gaan kijken.1612BZ Luchtje2 Was dit welgemeende belangstelling, of kon hij de stank niet langer uithouden?

Het werd een geanimeerd gesprek en ik denk dat we onze bezwaren tegen het geplande ontwerp goed inzichtelijk gemaakt hebben. Hoewel niet alle buren evenveel vertrouwen op de goede afloop hebben gingen we tevreden ons weegs. Maar wij bleven dus in die stank zitten.

Sofie keek op een gegeven moment achter de bank. Dat klinkt simpeler dan het is, want onze bank is tegen de zijkant van onze woonark vastgetimmerd, dus je moet je hoofd onder de vensterbank wurmen. ‘Oh, het is een dooie muis!’, gilde ze. Ik perste op mijn beurt mijn hoofd onder de vensterbank en zag een enorme bruine haarbal die een penetrante lijklucht uitscheidde. Hoe krijg je zoiets weg?

Met een barbecue-pen heb ik het lijk geharpoeneerd en achter de bank vandaan getrokken. Het bleek een in ernstige staat van ontbinding verkerende dode rat te zijn. We hebben de plaats delict besprenkeld met chloor en het ruikt nu best weer redelijk fris. Nu maar hopen dat de wethouder geen opdracht heeft verstrekt om deze stankbel zo snel mogelijk te vervangen door een lekker fris ruikende fietsbrug. Misschien moeten we het bezoek nog een keer over doen.

--------
Het plaatje is van de schrijver
Voetgangersbrug Bontekoekade: http://www.monumentenzorgdenhaag.nl/monumenten/bontekoekade
© 2019 Willem Minderhout
powered by CJ2