archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Het Dollartmuseum in Bunde | Dik Kruithof | |||
In Bunde, vlakbij Winschoten over de grens, is het enige Dollartmuseum van de streek. Het is gevestigd in een grote boerderijschuur, die achter een voorhuis staat dat makkelijk een van de mooiste woningen van het stadje zal zijn. Het museum wordt draaiende gehouden door een vrijwilliger die klaar staat als je telefonisch een afspraak hebt gemaakt. Later blijkt hij ook de maker van een serie mooie modellen, die een goed beeld geven van het inpolderen dat hier van 1500 tot 1800 heeft plaatsgevonden. De Dollart, ik gebruik de Duitse manier van schrijven, is nu een waddenlandschap van rond 100 vierkante kilometer. Ongeveer duizend jaar geleden was het een bloeiend plattelandsgebied, waarvan de zeedijk ongeveer in het verlengde van de Eemsmonding naar Delfzijl liep. In de periode van 1300 tot 1500 had de hele Nederlandse kust te maken met grote stormvloeden. Daaruit bleek dat de kustbeveiliging niet op orde was en met de toenmalige middelen en mankracht ook niet meer op orde gebracht kon worden. Boeren waarvan het land door overstromingen verzilt was haalden niet meer de opbrengsten om de kosten van dijkonderhoud op te brengen. Het was uiteindelijk de Cosmas- en Damianusvloed die in 1509 het water het verst het land injoeg. Het door de zee weggeslagen veengebied besloeg toen ongeveer 300 vierkante kilometer. Winschoten lag op een zandrug aan zee. Ruim dertig dorpen en drie kloosters verdwenen in de golven. Het juiste aantal zal waarschijnlijk nooit achterhaald worden, omdat sommige nederzettingen in de eeuwen voor de grote vloed al een paar keer verplaatst waren. Het museum heeft mooie kaarten van al het gebied dat de volgende eeuwen weer teruggewonnen is. Vanaf 1600 zijn van jaar tot jaar lange smalle stroken langs de kust weer bedijkt, totdat in 1877 door de Duitsers gestopt werd met de landwinning. Nederland heeft de laatste eeuw nog drie polders toegevoegd aan de landwinst. De laatste was de Breebaart in 1979. Uiteindelijk is twee derde van het oppervlak weer teruggewonnen op de zee. De overgebleven Dollart wordt nu hoog geschat als natuurgebied. In het museum zijn kaarten te zien van de historische ontwikkeling en prachtige maquettes van de dijkaanleg. De aarde voor de nieuwe dijken werd gewonnen uit het wad voor de dijk. Dat gebeurde in afgemeten vierkante winputten van negen bij negen meter en een halve meter diep. Uiteraard liepen die winputten aan de 'natte' kant van de dijk snel weer vol water. ‘Hollanders’ die hier werkten aan de dijkbouw maakten daar gebruik van door minder diep te graven: van de volgelopen ‘Putt’ was toch niet direct te zien hoe diep die was. Ze kwamen er een poos mee weg, maar de goede naam van de polderwerkers uit andere oorden was voor eeuwen teniet gedaan (gezien het feit dat het verhaal nu nog verteld wordt). Naast het verhaal van de geschiedenis en de inpoldering is het een soort landbouwmuseum van de producten die de laatste eeuwen hier gewonnen of geteeld zijn. Waddenvisserij, koolzaad en granen zijn het belangrijkste geweest. Er zijn oude tractoren en dorsmachines te zien en een prachtig apparaat om rapsöl te maken. Dat wordt nog altijd veel verkocht in Duitse supermarkten. Het museum sluit af met een prachtige verzameling opgezette vogels uit het waddengebied en een intrigerende peilpaal, die aangeeft hoe hoog het water in het museum zou staan bij verschillende waterstanden in de Eems of De Dollart. Ver boven mij zie ik het streepje dat het peil aangeeft dat bereikt wordt als de Eems-Sperre wordt afgesloten, wanneer er weer een cruiseschip over de Eems naar zee moet. De website van het museum is uit de lucht maar op www.ostfriesland.de is bij Natur- en Kulturpark Dollartmuseum het telefoonnummer en de email van de beheerder te vinden. ------ De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2018 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |