archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Daar ga ik zeker nog heen! | Dik Kruithof | |||
Ik zit nog altijd thuis met dat gebroken been (zie vorige leunstoelnummers) maar kan dus via websites wel voorpret delen. In een van de mooist gelegen musea van Nederland, Belvedère in Heerenveen, is een tentoonstelling te zien van een van de beste stilleven schilders ooit, de Italiaanse penseelgrootmeester Giorgio Morandi. Ik zag zijn werk voor het eerst in het Guggenheimmuseum in Venetië, waar het totaal niet aansloot bij de collectie maar wel erg veel indruk op ons maakte. Zijn schilderijen kenmerken zich door eenvoud, prachtige pastelkleuren en afgewogen compositie. Of zoals Belvedere het zelf zegt: ‘De Italiaanse kunstenaar Giorgio Morandi (1890-1964) is de grootmeester van de twintigste-eeuwse stilleven kunst. Met zijn subtiel geschilderde vazen, potjes en flessen groeide hij – in weerwil van die schijnbaar eenvoudige thematiek – uit tot een icoon. De tijdloosheid en verstilling in Morandi’s schilderijen, spreken ook veel collega-kunstenaars aan. Niet voor niets wordt hij een painter’s painter genoemd, een voorbeeld voor andere schilders.’ Morandi leidde een teruggetrokken bestaan in zijn geboorteplaats Bologna. Het liefst was hij in zijn studio, een kamer met slechts één raam, dat uitkeek op een binnenplaats. Hier sliep hij, had hij een tekentafel, een boekenkastje, zijn ezel en langs de wanden planken vol alledaagse objecten. Hier vond hij ook zijn ‘modellen’: de kruikjes en potten die vereeuwigd werden in steeds wisselende samenstellingen. In de tentoonstelling 'Giorgio Morandi | Bologna' is het atelier van de kunstenaar (op schaal) gereconstrueerd door middel van wandvullende foto's, die zijn genomen door Paolo Ferrari. De expositie kwam tot stand in nauwe samenwerking met Museo Morandi in Bologna. De Groningse kunstenares Ada Duker ontdekte de relatie tussen het werk van Morandi en de architectuur in Bologna. Ze vatte haar bevindingen samen in een reeks sobere foto’s van architectonische details, in typerende mediterrane tinten. De foto's maken deel uit van de expositie. (24 februari t/m 10 juni 2018) De Stijl en DaDa zijn twee kunststromingen die voor mijn gevoel niet zoveel méér gemeen hebben dan dat Theo van Doesburg en Drachten met beide verbonden zijn geweest. En dat het museum in Drachten dat geregeld naar voren brengt is begrijpelijk. Er is nu een tentoonstelling die beide tegelijk laat zien en de website legt dat uit: Rondom 1920 vinden de nieuwe kunststromingen De Stijl en Dada hun weg naar Drachten door een bijzondere vriendschap tussen architect en schilder Theo van Doesburg en twee broers uit Drachten: Evert en Thijs Rinsema. Theo van Doesburg is een van de oprichters van De Stijl, een belangrijke avant-garde beweging in Europa. De Stijl omvat een groep kunstenaars die nieuwe eisen stelt aan alle vormen van kunst, maar vooral aan architectuur. Uitgangspunt is dat vorm en materiaal worden teruggebracht tot de meest elementaire constructie. Kleur wordt gebruikt om de lijnen van de architectuur te doorbreken en om een evenwicht te brengen tussen horizontaal en verticaal. Evert Rinsema is dichter. In 1920 verschijnen zijn aforismen ‘Verzamelde volzinnen’ als uitgave van De Stijl. Thijs Rinsema is schilder. Hij schildert het liefst eenvoudige alledaagse voorwerpen, die hij modelleert naar de principes van het kubisme en De Stijl. Thijs is net als zijn broer Evert autodidact. Evert en Thijs Rinsema leren de Duitse dadaïst Kurt Schwitters kennen via Theo van Doesburg. In het voorjaar van 1923 staat er een kleine advertentie in de Drachtster Courant met de tekst: ‘Een Dada avond, door K. Schwitters, vrijdag 13 april, 8 uur ’s avonds, entree Fl. 1,-. De Phoenix in Drachten’. Het is een kleine maar opvallende advertentie, die net als het Dada-affiche van Van Doesburg is gedrukt in een mengeling van hoofdletters en kleine letters. Die avond klinkt de Ur-sonate van Kurt Schwitters. Door de vriendschap met de gebroeders Rinsema komt Theo van Doesburg in contact met de gemeente-architect Cees Rienks de Boer. Theo van Doesburg ontwerpt voor 16 middenstandswoningen aan de Torenstraat en de Landbouwwinterschool een kleuroplossing. Ook ontwerpt Van Doesburg op verzoek van De Boer glas-in-loodramen voor de Christelijke ULO en de Landbouwwinterschool. Opmerkelijk is dat het Centraal Museum Utrecht bij de tentoonstelling van Pyke Koch een zaal heeft ingericht over een soortgelijke avond DaDa in Utrecht. Beyond Dada en De Stijl Part 1, 27 januari – 8 april 2018. ------ Het plaatje is aangeleverd door de schrijver |
||||
© 2018 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |