archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Met HaFaBra in de muziektent Peter Schröder

1419BS DijonauxerreWie iets wil lezen over hedendaagse muzikale blazers als, ik noem maar wat, trombonist Jörgen van Rijen of hoornist Jacob Slagter krijgt onherroepelijk te horen dat deze topmusici hun eerste muziekopleiding ontvingen in een harmonieorkest. Verder veel over hun virtuositeit in het symfonieorkest, ook wel over de functie van ‘De harmonie’ als kweekvijver van symfonisch talent, maar niets meer over de toetermuziek zelf.

Eigenaardig, want HaFaBra muziek (Harmonie/Fanfare/Brassband) is zonder meer het meest vitale segment in de Nederlandse muziekbeoefening. Welke muziek weet zoveel jong en oud, mannelijk en vrouwelijk, elke week weer hard aan het studeren en aan het geven van concerten te krijgen? En welke muziek weet zo’n kwaliteit te bereiken met gevestigd repertoire en nieuwe composities van Nederlandse componisten? En welke muziek heeft gezorgd voor het wereldberoemde Wereldmuziekfestival Kerkrade dat elk jaar met meer succes gehouden wordt? En welke muziek is tegelijk zo onbekend/ onderbelicht bij laten we zeggen ’het grote publiek’ en de ‘publieksmedia’?

Weet u wat het probleem met HaFaBra is? Er zitten geen (weinig) violen in! Zonder violen is muziek niet deftig genoeg. Zonder violen kom je het Concertgebouw niet in, en de pagina’s van NRC Hbld niet op, is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek van Mr. A.J. Heerma van Voss. En verdien je als muzikant ook minder (salaris en subsidie) wanneer je professioneel gaat spelen.
Zo kan het gebeuren dat je voor HaFaBra uitvoeringen zelden terechtkunt op het fluweel van het Concertgebouwmeubilair, maar vooral bent aangewezen op ongemakkelijke stoeltjes in sporthallen of zelfs buiten, blootgesteld aan weer en wind.

De Kiosque à Musique
Vroeger waren er in elke gemeente die zichzelf serieus nam mooie muziektenten te vinden, in parken en plantsoenen. Daarin konden in ieder geval de musici een droog onderkomen vinden. Zijn ze er nog? Of worden alle kaarten gezet op het elektronisch geweld van popfestivals?

Laten we gemakshalve eens meer dan 100 jaar in de geschiedenis teruggaan en kijken naar de bouwkunst van de muziektent en de ambiance rond die gebouwtjes in Frankrijk. De postkaarten spreken eigenlijk voor zich. Niet meer dan een summiere toelichting volstaat.
Beginnen op postkaart 1. In Dijon, ooit hoofdstad van de ‘landen derwaarts’ van het Bourgondische graafschap. Wat een prachtig bouwsel van gietijzer met een koepel waarop  leistenen dak, versierd met toepasselijke harpen. Het lijkt winter of het vroege voorjaar, want de knotkastanjes staan er kaaltjes bij. Maar het is niet moeilijk je voor te stellen hoe je ’s zomers, omringd door het ruisende kastanjegroen, kon genieten van  de warme klanken afkomstig uit deze ‘Kiosque à Musique’. Een feest!

Over naar Postkaart 2. In Auxerre. ‘De tent is gelegen op de as van een schaduwrijke, weelderig beplante wandelpromenade die nog niet zo lang geleden1418BS Nancyleiden werd ingericht. Zo’n 30 jaar gelden verschilde het prachtige uitzicht nog nauwelijks van dat uit de Middeleeuwen.’ Juist. De burgers van Auxerre hebben hun wandel/ uitgaanscostuums aangetrokken, hun hoeden opgezet en de muziektent in groten getale weten te vinden om te genieten van een concert van een militaire kapel.

Op postkaart 3. (Nancy) zien we een muziektent, in een park genoemd ‘de kwekerij’, die sterk doet denken aan die van Dijon, ditmaal is de koepel bekroond met een prachtige lantaren. Niet op het Place Stanislas, maar toch: onder de platanen luisteren de goed geklede Nancéiens en Nanceiennes aandachtig naar de harmonie. ‘Muziek, speciaal voor iedereen!’ om radio 4 te citeren.

Toch een opgewekt slotakkoord: uit ‘Den Haag’ worden wij burgers/bewoners steeds meer gemaand onze ‘zaakjes’ zelf maar te runnen als ze er daar in het Binnenhof niet uitkomen. Veelal is deze aanpak een goedkoop zwaktebod,  kansloos, vooral als het gaat om ingewikkelder zaken dan een evenement of een braderie. Maar in het eeuwenoude Leiden, ‘Stad van Ontdekkingen’, solide vesting van Studentencorps Minerva (bakermat van politieke macht) beheert de buurtvereniging de Raadsherenbuurt al jarenlang een lief openlucht theatertje in het park de Leidse Hout. Deze nogal weersafhankelijke voorziening werd een jaar of 15 geleden aangevuld met een prachtige nieuwe muziektent aan de rand van een grote vijver, dicht bij het mooie Theehuis  en het hertenkamp.

Kijk naar plaatje 4: Muziektent de Waterlelie. ‘Op verzoek van buurtbewoners en gemeente organiseerde De Bond van Nederlandse Architecten voor haar leden een wedstrijd voor een muziektent in het park De Leidse Hout. Jury en publiek kozen ‘De Waterlelie’ van architect Anneke Janson als winnend ontwerp’. ‘Het ontwerp uit 1998 biedt een platform aan muziek en dans. De architect wilde dat haar ontwerp naast het groen en het water een ‘derde sfeer’ zou scheppen. Opvallend is de geknikte dakconstructie, die als een eigentijds, omgekeerd kruisgewelf, naar buiten gekeerd is. De openheid nodigt uit tot luisteren. Vooral op enige afstand, langs de rand van de vijver, klinkt het geluid prachtig’. Mooi mooi mooi! Wat een bofkonten daar bij de Leidse Hout: bloeiende buurtvereniging met een veelzijdig en uitgebreid activiteitenprogramma, een mooi park, een openluchttheatertje, een hertenkamp, een Theehuis en dan ook nog een prachtige muziektent. On-Nederlands.

De Klank!
Tot slot toch iets over de HaFaBra zelf: De grote kracht van de HaFaBra muziekpraktijk zit hem in de aandacht voor de Klank van die technisch toch behoorlijk ingewikkelde instrumenten. Het naar boven halen van de diepe zucht van een bastrombone, de fluwelen toon van de bugel, zeven tenorhoorns op een rij en dan ook de vele mogelijkheden tot geschetter en getetter. Dat vind je alleen in de HaFaBra.

-------
De plaatjes komen van
Beeldbank Peter Schröder atb.nl


© 2017 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Met HaFaBra in de muziektent Peter Schröder
1419BS DijonauxerreWie iets wil lezen over hedendaagse muzikale blazers als, ik noem maar wat, trombonist Jörgen van Rijen of hoornist Jacob Slagter krijgt onherroepelijk te horen dat deze topmusici hun eerste muziekopleiding ontvingen in een harmonieorkest. Verder veel over hun virtuositeit in het symfonieorkest, ook wel over de functie van ‘De harmonie’ als kweekvijver van symfonisch talent, maar niets meer over de toetermuziek zelf.

Eigenaardig, want HaFaBra muziek (Harmonie/Fanfare/Brassband) is zonder meer het meest vitale segment in de Nederlandse muziekbeoefening. Welke muziek weet zoveel jong en oud, mannelijk en vrouwelijk, elke week weer hard aan het studeren en aan het geven van concerten te krijgen? En welke muziek weet zo’n kwaliteit te bereiken met gevestigd repertoire en nieuwe composities van Nederlandse componisten? En welke muziek heeft gezorgd voor het wereldberoemde Wereldmuziekfestival Kerkrade dat elk jaar met meer succes gehouden wordt? En welke muziek is tegelijk zo onbekend/ onderbelicht bij laten we zeggen ’het grote publiek’ en de ‘publieksmedia’?

Weet u wat het probleem met HaFaBra is? Er zitten geen (weinig) violen in! Zonder violen is muziek niet deftig genoeg. Zonder violen kom je het Concertgebouw niet in, en de pagina’s van NRC Hbld niet op, is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek van Mr. A.J. Heerma van Voss. En verdien je als muzikant ook minder (salaris en subsidie) wanneer je professioneel gaat spelen.
Zo kan het gebeuren dat je voor HaFaBra uitvoeringen zelden terechtkunt op het fluweel van het Concertgebouwmeubilair, maar vooral bent aangewezen op ongemakkelijke stoeltjes in sporthallen of zelfs buiten, blootgesteld aan weer en wind.

De Kiosque à Musique
Vroeger waren er in elke gemeente die zichzelf serieus nam mooie muziektenten te vinden, in parken en plantsoenen. Daarin konden in ieder geval de musici een droog onderkomen vinden. Zijn ze er nog? Of worden alle kaarten gezet op het elektronisch geweld van popfestivals?

Laten we gemakshalve eens meer dan 100 jaar in de geschiedenis teruggaan en kijken naar de bouwkunst van de muziektent en de ambiance rond die gebouwtjes in Frankrijk. De postkaarten spreken eigenlijk voor zich. Niet meer dan een summiere toelichting volstaat.
Beginnen op postkaart 1. In Dijon, ooit hoofdstad van de ‘landen derwaarts’ van het Bourgondische graafschap. Wat een prachtig bouwsel van gietijzer met een koepel waarop  leistenen dak, versierd met toepasselijke harpen. Het lijkt winter of het vroege voorjaar, want de knotkastanjes staan er kaaltjes bij. Maar het is niet moeilijk je voor te stellen hoe je ’s zomers, omringd door het ruisende kastanjegroen, kon genieten van  de warme klanken afkomstig uit deze ‘Kiosque à Musique’. Een feest!

Over naar Postkaart 2. In Auxerre. ‘De tent is gelegen op de as van een schaduwrijke, weelderig beplante wandelpromenade die nog niet zo lang geleden1418BS Nancyleiden werd ingericht. Zo’n 30 jaar gelden verschilde het prachtige uitzicht nog nauwelijks van dat uit de Middeleeuwen.’ Juist. De burgers van Auxerre hebben hun wandel/ uitgaanscostuums aangetrokken, hun hoeden opgezet en de muziektent in groten getale weten te vinden om te genieten van een concert van een militaire kapel.

Op postkaart 3. (Nancy) zien we een muziektent, in een park genoemd ‘de kwekerij’, die sterk doet denken aan die van Dijon, ditmaal is de koepel bekroond met een prachtige lantaren. Niet op het Place Stanislas, maar toch: onder de platanen luisteren de goed geklede Nancéiens en Nanceiennes aandachtig naar de harmonie. ‘Muziek, speciaal voor iedereen!’ om radio 4 te citeren.

Toch een opgewekt slotakkoord: uit ‘Den Haag’ worden wij burgers/bewoners steeds meer gemaand onze ‘zaakjes’ zelf maar te runnen als ze er daar in het Binnenhof niet uitkomen. Veelal is deze aanpak een goedkoop zwaktebod,  kansloos, vooral als het gaat om ingewikkelder zaken dan een evenement of een braderie. Maar in het eeuwenoude Leiden, ‘Stad van Ontdekkingen’, solide vesting van Studentencorps Minerva (bakermat van politieke macht) beheert de buurtvereniging de Raadsherenbuurt al jarenlang een lief openlucht theatertje in het park de Leidse Hout. Deze nogal weersafhankelijke voorziening werd een jaar of 15 geleden aangevuld met een prachtige nieuwe muziektent aan de rand van een grote vijver, dicht bij het mooie Theehuis  en het hertenkamp.

Kijk naar plaatje 4: Muziektent de Waterlelie. ‘Op verzoek van buurtbewoners en gemeente organiseerde De Bond van Nederlandse Architecten voor haar leden een wedstrijd voor een muziektent in het park De Leidse Hout. Jury en publiek kozen ‘De Waterlelie’ van architect Anneke Janson als winnend ontwerp’. ‘Het ontwerp uit 1998 biedt een platform aan muziek en dans. De architect wilde dat haar ontwerp naast het groen en het water een ‘derde sfeer’ zou scheppen. Opvallend is de geknikte dakconstructie, die als een eigentijds, omgekeerd kruisgewelf, naar buiten gekeerd is. De openheid nodigt uit tot luisteren. Vooral op enige afstand, langs de rand van de vijver, klinkt het geluid prachtig’. Mooi mooi mooi! Wat een bofkonten daar bij de Leidse Hout: bloeiende buurtvereniging met een veelzijdig en uitgebreid activiteitenprogramma, een mooi park, een openluchttheatertje, een hertenkamp, een Theehuis en dan ook nog een prachtige muziektent. On-Nederlands.

De Klank!
Tot slot toch iets over de HaFaBra zelf: De grote kracht van de HaFaBra muziekpraktijk zit hem in de aandacht voor de Klank van die technisch toch behoorlijk ingewikkelde instrumenten. Het naar boven halen van de diepe zucht van een bastrombone, de fluwelen toon van de bugel, zeven tenorhoorns op een rij en dan ook de vele mogelijkheden tot geschetter en getetter. Dat vind je alleen in de HaFaBra.

-------
De plaatjes komen van
Beeldbank Peter Schröder atb.nl
© 2017 Peter Schröder
powered by CJ2