archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Haarlemse musea, nieuw voor mij Dik Kruithof

1404VG HalsIn Haarlem was ik nog nooit naar een museum geweest. Een goede aanleiding om deze witte plek in te vullen leek mij de aankondiging dat het Frans Hals Museum Hollandse meesters uit Boedapest te leen had. Het Frans Hals heeft een eigen bushalte maar als je daar aankomt en zoekt naar een groot museumachtig gebouw levert dat niets op. Een Haarlemmer wijst ons de weg, een zijstraat in met prachtige middeleeuwse huisjes. In een van die huisjes is de ingang verstopt en dan blijkt het de voorkant van het Oudemannenhuis te zijn, een 17e-eeuws hofje aan het Groot Heiligland. Mooiere plek voor middeleeuwse schilderijen lijkt niet denkbaar maar er zijn ook nadelen.

Het Museum van de Schone Kunsten in Boedapest (Szépmüvészeti Múzeum) wordt gerestaureerd en dat bood de gelegenheid om delen van de collectie in ons land te laten zien. Het  Szépmüvészeti is ontstaan toen de Hongaarse familie Esterhazy in 1871 haar kunstcollectie moest verkopen aan de Hongaarse staat, die er een nieuw museum voor de Schone Kunsten voor bouwde in Boedapest. Later werden nog een aantal privécollecties overgenomen.

Daarom zijn tachtig werken van Hollandse meesters uit Hongarije (en dat schijnt de op vier na grootste collectie in het buitenland te zijn) nu in het Frans Hals Museum te zien. Bij de keuze is de nadruk gelegd op Haarlem als centrum van vernieuwing van de 17e -eeuwse schilderkunst: twee portretten van Frans Hals kun je vergelijken met zijn andere portretten in de schutterszaal en er is werk van Jan Steen, Jacob van Ruysdael en Willem Claesz Heda. Het is een mooie tentoonstelling, maar nadeel vond ik wel dat de zalen en gangen aan de kleine kant zijn en de belichting zo fel dat het soms moeilijk is om een schilderij te zien zonder weerspiegeling van de lampen erin (je mag fotograferen, maar dat wordt zo helemaal erg moeilijk). Vooral een prachtig gevecht tussen een pauw en een haan van d’Hondecoeter had hier last van. Verderop in de eigen collectie is er gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te1404VG Teylers vergelijken – zo hangen er nu twee prachtige kerkinterieurs van Saenredam naast elkaar: zoek de verschillen (ze zijn er echt!). De enige grote zaal in het museum is die met de schutterstukken en portretten van Frans Hals en die mag beslist niet worden overgeslagen.

Bij de kassa kwam ik er achter dat Haarlem nog een museum heeft, met zelfs een mooier (en groter) gebouw. Het Teylers Museum werd geopend in 1784, met geld uit de nalatenschap van Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778), een rijke Haarlemse laken- en zijdefabrikant en bankier. Als aanhanger van de Verlichting had hij grote belangstelling voor kunst en wetenschap. Daarom werd zijn museum een kennisinstituut voor en door burgers, waar men zonder dwang van Kerk of Staat zelf de wereld kon ontdekken. Het begon vooral met wetenschap, maar is in de loop van de tijd steeds uitgebreid en na de laatste verbouwingen zijn er nu 12 tentoonstellingszalen.

Wat er allemaal te zien is? Fossielen, prachtige instrumenten, een mineralencollectie (die wereldwijd beroemd is) een muntenzaal, een prentenkabinet (met onder meer Michelangelo, Rafael en Rembrandt), twee schilderijenzalen (met werk van Nederlandse meesters vanaf 1821) een boekenkabinet en een tentoonstellingszaal met een prachtige tentoonstelling van Jan Weissenbruch. Uiteraard veel te veel om op een middag erbij te doen, maar je kunt wel een prachtige indruk krijgen van waar de wetenschap zich in vorige eeuwen mee bezig hield.

De schilderijenzalen zijn alleen al de moeite waard voor een studie in de verschillende wijzen van ophangen. Eerst in twee rijen boven elkaar, later grotere schilderijen naast elkaar, in de tentoonstellingszaal ieder schilderij met aandacht en tekst. Wat er hangt is natuurlijk zelf ook niet te versmaden: een verstilde Jozef Israëls, een prachtige trommelslaagster van Isaac Israëls maar bijvoorbeeld ook twee prachtige kattenschilderijtjes van Henriette Ronner, onze beste poezenschilder.

----------
De foto’s zijn van Dik Kruithof


© 2016 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Haarlemse musea, nieuw voor mij Dik Kruithof
1404VG HalsIn Haarlem was ik nog nooit naar een museum geweest. Een goede aanleiding om deze witte plek in te vullen leek mij de aankondiging dat het Frans Hals Museum Hollandse meesters uit Boedapest te leen had. Het Frans Hals heeft een eigen bushalte maar als je daar aankomt en zoekt naar een groot museumachtig gebouw levert dat niets op. Een Haarlemmer wijst ons de weg, een zijstraat in met prachtige middeleeuwse huisjes. In een van die huisjes is de ingang verstopt en dan blijkt het de voorkant van het Oudemannenhuis te zijn, een 17e-eeuws hofje aan het Groot Heiligland. Mooiere plek voor middeleeuwse schilderijen lijkt niet denkbaar maar er zijn ook nadelen.

Het Museum van de Schone Kunsten in Boedapest (Szépmüvészeti Múzeum) wordt gerestaureerd en dat bood de gelegenheid om delen van de collectie in ons land te laten zien. Het  Szépmüvészeti is ontstaan toen de Hongaarse familie Esterhazy in 1871 haar kunstcollectie moest verkopen aan de Hongaarse staat, die er een nieuw museum voor de Schone Kunsten voor bouwde in Boedapest. Later werden nog een aantal privécollecties overgenomen.

Daarom zijn tachtig werken van Hollandse meesters uit Hongarije (en dat schijnt de op vier na grootste collectie in het buitenland te zijn) nu in het Frans Hals Museum te zien. Bij de keuze is de nadruk gelegd op Haarlem als centrum van vernieuwing van de 17e -eeuwse schilderkunst: twee portretten van Frans Hals kun je vergelijken met zijn andere portretten in de schutterszaal en er is werk van Jan Steen, Jacob van Ruysdael en Willem Claesz Heda. Het is een mooie tentoonstelling, maar nadeel vond ik wel dat de zalen en gangen aan de kleine kant zijn en de belichting zo fel dat het soms moeilijk is om een schilderij te zien zonder weerspiegeling van de lampen erin (je mag fotograferen, maar dat wordt zo helemaal erg moeilijk). Vooral een prachtig gevecht tussen een pauw en een haan van d’Hondecoeter had hier last van. Verderop in de eigen collectie is er gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te1404VG Teylers vergelijken – zo hangen er nu twee prachtige kerkinterieurs van Saenredam naast elkaar: zoek de verschillen (ze zijn er echt!). De enige grote zaal in het museum is die met de schutterstukken en portretten van Frans Hals en die mag beslist niet worden overgeslagen.

Bij de kassa kwam ik er achter dat Haarlem nog een museum heeft, met zelfs een mooier (en groter) gebouw. Het Teylers Museum werd geopend in 1784, met geld uit de nalatenschap van Pieter Teyler van der Hulst (1702-1778), een rijke Haarlemse laken- en zijdefabrikant en bankier. Als aanhanger van de Verlichting had hij grote belangstelling voor kunst en wetenschap. Daarom werd zijn museum een kennisinstituut voor en door burgers, waar men zonder dwang van Kerk of Staat zelf de wereld kon ontdekken. Het begon vooral met wetenschap, maar is in de loop van de tijd steeds uitgebreid en na de laatste verbouwingen zijn er nu 12 tentoonstellingszalen.

Wat er allemaal te zien is? Fossielen, prachtige instrumenten, een mineralencollectie (die wereldwijd beroemd is) een muntenzaal, een prentenkabinet (met onder meer Michelangelo, Rafael en Rembrandt), twee schilderijenzalen (met werk van Nederlandse meesters vanaf 1821) een boekenkabinet en een tentoonstellingszaal met een prachtige tentoonstelling van Jan Weissenbruch. Uiteraard veel te veel om op een middag erbij te doen, maar je kunt wel een prachtige indruk krijgen van waar de wetenschap zich in vorige eeuwen mee bezig hield.

De schilderijenzalen zijn alleen al de moeite waard voor een studie in de verschillende wijzen van ophangen. Eerst in twee rijen boven elkaar, later grotere schilderijen naast elkaar, in de tentoonstellingszaal ieder schilderij met aandacht en tekst. Wat er hangt is natuurlijk zelf ook niet te versmaden: een verstilde Jozef Israëls, een prachtige trommelslaagster van Isaac Israëls maar bijvoorbeeld ook twee prachtige kattenschilderijtjes van Henriette Ronner, onze beste poezenschilder.

----------
De foto’s zijn van Dik Kruithof
© 2016 Dik Kruithof
powered by CJ2