archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Ook Quedlinburg was ooit Hanzestad * Willem Minderhout

1403VG Himmel und HölleAls laatste pleisterplaats van de vakantie had S. het stadje Quedlinburg uitgezocht. Quedlinburg? Nooit van gehoord. We zochten iets halverwege Wroclaw en Den Haag en aan dat criterium voldeed het. Zelf dacht ik aan Weimar, of Gotha, stadjes die ik altijd al een keer heb willen bezoeken omdat ik vermoed dat daar ‘het echte Duitsland’ te vinden is. De foto’s van Quedlinburg zagen er ook wel ‘echt Duits’ uit. Het ligt in de Harz, dus misschien was Heinrich Heine er wel geweest. Het pension droeg bovendien de uitnodigende naam ‘Himmel und Hölle’.

Het reëel bestaande Quedlinburg overtrof de verwachtingen. Ons pension bleek een knus vakwerkhuis te zijn in een van de vele kleine straatjes. Omdat het Middeleeuwse stratenpatroon zo goed als in tact is gebleven staat Quedlinburg zelfs op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Zoals het hoort staat er ook een kasteel op een berg die boven het stadje uittoornt.  

Vlakbij ons pension bevond zich een leuk terras in de schaduw van een standbeeld van ene Johann Christoph Friedrich GutsMuths. Na enig googlewerk bleek dit de uitvinder van de schoolslag te zijn.  Ook bleek het stadje zich te mogen bogen op een ‘Eisenbahn und Spielzeugmuseum’ met de ‘umfassendste Eisenbahnsammlung im Deutschsprachichen Raum’. We hebben het niet bezocht.

Het belang van Quedlinburg bleek echter niet alleen de zwemkunst en de wereld van de modelspoortreintjes te betreffen. Hier had hertog Hendrik van Saksen in het jaar 909 het bericht gekregen dat hij tot koning van Duitsland was uitgeroepen.  Hendrik was blijkbaar een fanatieke valkenier, want hij staat bekend onder de naam ‘Hendrik de Vogelaar’. Zijn zoon Otto wordt beschouwd als de grondlegger van het Heilige Roomse Rijk. Dit rijk had geen vaste hoofdstad. Ware dat wel het geval geweest dan was Quedlinburg waarschijnlijk een goede kandidaat geweest. Hier had een Berlijn, of een Wenen kunnen ontstaan.

Het Heilige Roomse Rijk kan je nauwelijks met een moderne staat vergelijken. Ook het landsheerlijk gezag was niet altijd even effectief. Veel steden probeerden zich, vaak in samenwerking met andere steden, aan dat gezag te ontworstelen. Ook Quedlinburg probeerde die weg te gaan met als ultiem doel een ‘vrije Rijksstad’ te worden. In de veertiende eeuw sloot het stadje zich aan bij het Nedersaksische stedenverbond en in 1426 werd het lid van het machtige verbond der Hanzesteden.  

Officieel was Quedlinburg echter onderhorig aan de prinses-abdis van het lokale nonnenklooster. In 1477 riep abdis Hedwig de hulp in van haar broers, de hertogen van Saksen, om de losgeslagen burgerij weer in het gareel te krijgen. De stad werd gedwongen zijn lidmaatschap van de Hanze en daarmee zijn ambities om een vrije stad te worden op te geven. Andermaal was er een kans om op te stoten in de vaart der volkeren voorbij gegaan.

Ik ben er niet achter gekomen of Heinrich Heine ooit in Quedlinburg is geweest tijdens zijn Harzreise. Dat moet ik nog eens uitzoeken. Een andere Heinrich, Himmler genaamd, is er wel een aantal maal geweest. Nog één keer leek Quedlinburg namelijk de kans te krijgen om een belangrijke rol te vervullen. Himmler greep het feit dat Hendrik de Vogelaar duizend jaar eerder tot Duits koning was uitgeroepen aan om het stadje in 1936 tot een soort mythisch centrum van Duitsland te bombarderen. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat dit geen blijvend succes werd.

We mogen ons ook gelukkig prijzen dat de geallieerden het stadje niet gebombardeerd hebben. Na een periode van verwaarlozing in de DDR ziet het er weer kek uit en is het zeker een omweg waard. Ik kan u de huisgemaakte zure zult in de Schlosskrug Am Dom van harte aanbevelen.

Links:

Quedlinburg

Hanzestad Quedlinburg



---------
De foto is van de schrijver


© 2016 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Ook Quedlinburg was ooit Hanzestad * Willem Minderhout
1403VG Himmel und HölleAls laatste pleisterplaats van de vakantie had S. het stadje Quedlinburg uitgezocht. Quedlinburg? Nooit van gehoord. We zochten iets halverwege Wroclaw en Den Haag en aan dat criterium voldeed het. Zelf dacht ik aan Weimar, of Gotha, stadjes die ik altijd al een keer heb willen bezoeken omdat ik vermoed dat daar ‘het echte Duitsland’ te vinden is. De foto’s van Quedlinburg zagen er ook wel ‘echt Duits’ uit. Het ligt in de Harz, dus misschien was Heinrich Heine er wel geweest. Het pension droeg bovendien de uitnodigende naam ‘Himmel und Hölle’.

Het reëel bestaande Quedlinburg overtrof de verwachtingen. Ons pension bleek een knus vakwerkhuis te zijn in een van de vele kleine straatjes. Omdat het Middeleeuwse stratenpatroon zo goed als in tact is gebleven staat Quedlinburg zelfs op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Zoals het hoort staat er ook een kasteel op een berg die boven het stadje uittoornt.  

Vlakbij ons pension bevond zich een leuk terras in de schaduw van een standbeeld van ene Johann Christoph Friedrich GutsMuths. Na enig googlewerk bleek dit de uitvinder van de schoolslag te zijn.  Ook bleek het stadje zich te mogen bogen op een ‘Eisenbahn und Spielzeugmuseum’ met de ‘umfassendste Eisenbahnsammlung im Deutschsprachichen Raum’. We hebben het niet bezocht.

Het belang van Quedlinburg bleek echter niet alleen de zwemkunst en de wereld van de modelspoortreintjes te betreffen. Hier had hertog Hendrik van Saksen in het jaar 909 het bericht gekregen dat hij tot koning van Duitsland was uitgeroepen.  Hendrik was blijkbaar een fanatieke valkenier, want hij staat bekend onder de naam ‘Hendrik de Vogelaar’. Zijn zoon Otto wordt beschouwd als de grondlegger van het Heilige Roomse Rijk. Dit rijk had geen vaste hoofdstad. Ware dat wel het geval geweest dan was Quedlinburg waarschijnlijk een goede kandidaat geweest. Hier had een Berlijn, of een Wenen kunnen ontstaan.

Het Heilige Roomse Rijk kan je nauwelijks met een moderne staat vergelijken. Ook het landsheerlijk gezag was niet altijd even effectief. Veel steden probeerden zich, vaak in samenwerking met andere steden, aan dat gezag te ontworstelen. Ook Quedlinburg probeerde die weg te gaan met als ultiem doel een ‘vrije Rijksstad’ te worden. In de veertiende eeuw sloot het stadje zich aan bij het Nedersaksische stedenverbond en in 1426 werd het lid van het machtige verbond der Hanzesteden.  

Officieel was Quedlinburg echter onderhorig aan de prinses-abdis van het lokale nonnenklooster. In 1477 riep abdis Hedwig de hulp in van haar broers, de hertogen van Saksen, om de losgeslagen burgerij weer in het gareel te krijgen. De stad werd gedwongen zijn lidmaatschap van de Hanze en daarmee zijn ambities om een vrije stad te worden op te geven. Andermaal was er een kans om op te stoten in de vaart der volkeren voorbij gegaan.

Ik ben er niet achter gekomen of Heinrich Heine ooit in Quedlinburg is geweest tijdens zijn Harzreise. Dat moet ik nog eens uitzoeken. Een andere Heinrich, Himmler genaamd, is er wel een aantal maal geweest. Nog één keer leek Quedlinburg namelijk de kans te krijgen om een belangrijke rol te vervullen. Himmler greep het feit dat Hendrik de Vogelaar duizend jaar eerder tot Duits koning was uitgeroepen aan om het stadje in 1936 tot een soort mythisch centrum van Duitsland te bombarderen. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat dit geen blijvend succes werd.

We mogen ons ook gelukkig prijzen dat de geallieerden het stadje niet gebombardeerd hebben. Na een periode van verwaarlozing in de DDR ziet het er weer kek uit en is het zeker een omweg waard. Ik kan u de huisgemaakte zure zult in de Schlosskrug Am Dom van harte aanbevelen.

Links:

Quedlinburg

Hanzestad Quedlinburg



---------
De foto is van de schrijver
© 2016 Willem Minderhout
powered by CJ2