archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Chris Domen en de rust van het kerkhof Theo Capel

0212 Rustig mens
In de top van een van de tuitgevels van de dienstwoning van Chris Domen zit een onduidelijk gat. Heel toepasselijk hebben kraaien het als hun eigen woning in gebruik genomen. En zoals hij zegt, heb je bij kraaien niet alleen pa, ma en de kinderen in huis, maar ook ooms en tantes en de rest van de familie. Het geschetter en gekras stoort hem niet en kraaien en een kerkhof horen ook wel bij elkaar.
Domen is de tuinman van de gemeentelijke begraafplaats Jaffa in Delft en meer dan dat. Hij is de werkmeester ofwel chef die met vijf man personeel drie begraafplaatsen beheert. Niet alleen het tuinonderhoud is hun taak, maar ook het begeleiden van de uitvaarten, ontvangst van bezoekers, bijhouden van grafmonumenten, ruimen van de graven en natuurlijk het grafdelven.

'Het maken van graven is zonder meer onze eerste taak en het ruimen van bestaande graven. Voor 99% tref je daar alleen nog maar knekels in aan. Mijn vader deed hetzelfde werk als koster van de Hervormde kerk in het roomse Oudenbosch. Doordeweeks werkte hij gewoon op de betonfabriek, maar op zaterdag en zondag was hij koster en op zaterdag moest ik vaak mee naar de begraafplaats. En soms moest hij tussendoor een vrije dag opnemen om een graf te graven en dan te stutten met planken. Anders stort de kuil in. Na de uitvaart kan er een plank weg en dan komt de volgende er bovenop. Tot 1992 mochten er vier personen boven op elkaar in een graf liggen, maar in verband met de stand van het grondwater zijn het er nu nog maar drie. De onderste van de vier lag al heel snel in het water en dan blijft het stoffelijk overschot min of meer intact.
Hier op Jaffa hebben we daar niet echt last van. Het is hier opgebracht zand op een kleiige ondergrond. Zand werkt het lekkerst. Het is luchtiger dan klei en dat bevordert de vertering. Zelf een kuil delven met een schep doen we niet meer. We hebben tegenwoordig een speciaal ontwikkelde graafmachine die heel smal op de banden staat. We hebben hem ook zo laten construeren dat we er dekplaten van grafmonumenten mee kunnen tillen. Dan praat je over gewichten van driehonderd tot elfhonderd kilo. Als die per ongeluk gaan schuiven, ben je blij dat je werkschoenen met stalen neuzen draagt.'

De bijbaan van zijn vader was niet de bepalende factor om op een begraafplaats te gaan werken voor Chris Domen. Zoals wel meer in het leven speelde het toeval een rol. Hij zat eerst jaren in de bloembollen en kreeg toen een baan bij de groenvoorziening bij de gemeente. Met name het onderhoud als 'groundsman' van de gemeentelijke tennisbanen was zijn taak, totdat die werden geprivatiseerd. Omdat in de winter het werk op de tennisbanen stillag, viel hij in die periode al in op een van de begraafplaatsen. Dat werk beviel ook en een volledige overstap lag voor de hand. Nu doet hij het al meer dan twintig jaar en is hij vermoedelijk de laatste gemeenteman die met een dienstwoning. Het huis diende oorspronkelijk voor een deel als ontvangstruimte voor de bezoekers bij een begrafenis, maar bij de eerste uitbreiding van Jaffa dat rond1870 werd aangelegd, kwam er een echte aula, zodat het oorspronkelijke huis een volledige woonbestemming kreeg.
Na zonsondergang gaat de begraafplaats dicht en dan heerst er letterlijk de rust van het kerkhof. Met zijn hond maakt Chris Domen dan nog een laatste ronde. Je weet maar nooit wat er voor ongewenste zaken zouden kunnen gebeuren.

'Nare of rare zaken heb ik eigenlijk nauwelijks meegemaakt. Nee, een begraafplaats trekt geen zelfmoordenaars aan. De enige moord en doodslag is onder de kraaien en eksters. Die slachten zelfs hun eigen jongen af en elkaar. De vogellijkjes liggen 's ochtends soms her en der. Maar er heeft zich nog nooit iemand verhangen hier. In al die jaren is het me één keer overkomen dat ik iemand halfdood aantrof. Dat was op een andere begraafplaats. Ik sloot af en zag dat er nog een damesfiets tegen het hek stond. Ik maakte toen een ronde en zag een jonge vrouw languit op een graf liggen. Ze was eigenlijk al buiten bewustzijn. Haar ogen draaiden vreemd en ze was niet meer aanspreekbaar. Het bleek dat ze op het graf van haar overleden tweelingzuster lag. Ze had levensproblemen en had er een eind aan willen maken. Ik heb de ambulance gebeld en die hebben haar weggehaald. Ze heeft het overleefd.
Nee, van haar zelf heb ik daarna nooit meer iets gehoord.
Wat je ook een enkele keer meemaakt is dat mensen helemaal leeglopen bij een graf. Niet van verdriet, maar van woede. Soms heeft iemand zo'n hekel aan de overledene dat hij zichzelf niet meer kan beheersen en staat te schelden en te tieren bij het graf. Maar meestal zie je alleen mensen die bloemen op een graf komen zetten en tussen de middag bij mooi weer lopen hier mensen van de TU Delft waarvan de gebouwen om ons heen staan, in hun pauze een boterhammetje te eten.'

De bloemen op de graven zijn regelmatig ook de lunch en het diner van fazanten die zich op Jaffa hebben genesteld. Vooral tulpenbollen zijn voor hen een delicatesse. Mensen zetten een schaaltje tulpen op een graf en de fazant denkt dat het voor hem is bedoeld. Narcissen mijden ze. Domen weet met zijn ervaring in de bloembollen dat een narcis een soort slijm afgeeft op de plek waar de bloem uit de bol komt. Je stak voortdurend je middelvinger inde grond om de bloemen af te te kunnen snijden en voelde je het slijmerige. Als je daar gevoelig voor was, kreeg je een onaangenaam eczeem over je hele hand. Fazanten weten blijkbaar ook van dat slijm.
'Behalve van fazanten hebben we ook last van konijnen. Bij jonge heesters vreten ze net boven de wortelpartij de bast eraf en dan sterft de struik. Bij vaste planten klauwen ze soms het geheel met wortel en al eruit om lekker de wortels op te kunnen knagen. Maar er is iets met de konijnen en er zijn er niet zo veel meer. Als we er nu nog tien hebben is het veel. Maar als het weer goed met ze gaat, heb je er zo zestig tot zeventig in een jaar. Ze mogen nu niet meer worden gejaagd. Zes jaar geleden is de Faunawet gewijzigd en is het op begraafplaatsen verboden om te jagen. Voor die tijd hadden we ook nog twee boswachters in Delft. In de zomerperiode kwamen die bij zonsopgang dan konijnen afknallen. Nu wordt een jong konijn soms door een kraai te pakken genomen of door een sperwer. Andere roofvogels hebben we hier niet. Die zie je meer boven open veld, maar een sperwer die weet nog aardig tussen de bomen hier te laveren.'

De bomen zijn deels de trots van de begraafplaats. Er staan twee rijen prachtige kastanjes bij de ingang en op het oudste deel staan een stel reusachtige platanen. Mooi om te zien, maar ook met een nadeel.
'Platanen zijn echte stofvangers. Als je takken van af moet halen en die dan in de verpulveraar kneust, slaat het stof je op je keel.'
De keuze van de beplanting is tegenwoordig uitbesteed aan een bureau voor tuinarchitectuur. Op een begraafplaats verwacht je geen uitbundige kleurenpracht. Een vuurdoorn met zijn overdaad aan rode bessen in het najaar zul je er niet snel tegenkomen. Een kerria vol met gele pompons ook niet. Nog los van het feit dat het een struik is met veel wortelopschot. Planten die hun plaats weten zijn geliefder. Nu het weer voorjaar wordt zie je tussen de groenblijvende struiken de spirea vol met witte bloemschermen. De sneeuwklokjes die vooral uitbundig achter de aula bloeien, zijn nu heengegaan. Maar de echte sneeuw nam begin maart kort hun rol over.
'Die ochtend liep ik als eerste over de begraafplaats. Je hoorde de sneeuw onder je schoenen knerpen. En wit is nu eenmaal een prachtige kleur. Het was sneeuw die ook goed op de takken van de bomen bleef liggen. Alles lag er stil en rustig bij. Prachtig was het.'
 
Geen treurende mensen, geen knagende konijnen, even niet delven, geen gekras van kraaien. Gewoon de rust van het kerkhof over je laten komen. En dan pas weer denken aan al die stille getuigen met wie je alleen in gedachten over die witte schoonheid kan praten.


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Een rustig mens"
Beschouwingen > Een rustig mens
Chris Domen en de rust van het kerkhof Theo Capel
0212 Rustig mens
In de top van een van de tuitgevels van de dienstwoning van Chris Domen zit een onduidelijk gat. Heel toepasselijk hebben kraaien het als hun eigen woning in gebruik genomen. En zoals hij zegt, heb je bij kraaien niet alleen pa, ma en de kinderen in huis, maar ook ooms en tantes en de rest van de familie. Het geschetter en gekras stoort hem niet en kraaien en een kerkhof horen ook wel bij elkaar.
Domen is de tuinman van de gemeentelijke begraafplaats Jaffa in Delft en meer dan dat. Hij is de werkmeester ofwel chef die met vijf man personeel drie begraafplaatsen beheert. Niet alleen het tuinonderhoud is hun taak, maar ook het begeleiden van de uitvaarten, ontvangst van bezoekers, bijhouden van grafmonumenten, ruimen van de graven en natuurlijk het grafdelven.

'Het maken van graven is zonder meer onze eerste taak en het ruimen van bestaande graven. Voor 99% tref je daar alleen nog maar knekels in aan. Mijn vader deed hetzelfde werk als koster van de Hervormde kerk in het roomse Oudenbosch. Doordeweeks werkte hij gewoon op de betonfabriek, maar op zaterdag en zondag was hij koster en op zaterdag moest ik vaak mee naar de begraafplaats. En soms moest hij tussendoor een vrije dag opnemen om een graf te graven en dan te stutten met planken. Anders stort de kuil in. Na de uitvaart kan er een plank weg en dan komt de volgende er bovenop. Tot 1992 mochten er vier personen boven op elkaar in een graf liggen, maar in verband met de stand van het grondwater zijn het er nu nog maar drie. De onderste van de vier lag al heel snel in het water en dan blijft het stoffelijk overschot min of meer intact.
Hier op Jaffa hebben we daar niet echt last van. Het is hier opgebracht zand op een kleiige ondergrond. Zand werkt het lekkerst. Het is luchtiger dan klei en dat bevordert de vertering. Zelf een kuil delven met een schep doen we niet meer. We hebben tegenwoordig een speciaal ontwikkelde graafmachine die heel smal op de banden staat. We hebben hem ook zo laten construeren dat we er dekplaten van grafmonumenten mee kunnen tillen. Dan praat je over gewichten van driehonderd tot elfhonderd kilo. Als die per ongeluk gaan schuiven, ben je blij dat je werkschoenen met stalen neuzen draagt.'

De bijbaan van zijn vader was niet de bepalende factor om op een begraafplaats te gaan werken voor Chris Domen. Zoals wel meer in het leven speelde het toeval een rol. Hij zat eerst jaren in de bloembollen en kreeg toen een baan bij de groenvoorziening bij de gemeente. Met name het onderhoud als 'groundsman' van de gemeentelijke tennisbanen was zijn taak, totdat die werden geprivatiseerd. Omdat in de winter het werk op de tennisbanen stillag, viel hij in die periode al in op een van de begraafplaatsen. Dat werk beviel ook en een volledige overstap lag voor de hand. Nu doet hij het al meer dan twintig jaar en is hij vermoedelijk de laatste gemeenteman die met een dienstwoning. Het huis diende oorspronkelijk voor een deel als ontvangstruimte voor de bezoekers bij een begrafenis, maar bij de eerste uitbreiding van Jaffa dat rond1870 werd aangelegd, kwam er een echte aula, zodat het oorspronkelijke huis een volledige woonbestemming kreeg.
Na zonsondergang gaat de begraafplaats dicht en dan heerst er letterlijk de rust van het kerkhof. Met zijn hond maakt Chris Domen dan nog een laatste ronde. Je weet maar nooit wat er voor ongewenste zaken zouden kunnen gebeuren.

'Nare of rare zaken heb ik eigenlijk nauwelijks meegemaakt. Nee, een begraafplaats trekt geen zelfmoordenaars aan. De enige moord en doodslag is onder de kraaien en eksters. Die slachten zelfs hun eigen jongen af en elkaar. De vogellijkjes liggen 's ochtends soms her en der. Maar er heeft zich nog nooit iemand verhangen hier. In al die jaren is het me één keer overkomen dat ik iemand halfdood aantrof. Dat was op een andere begraafplaats. Ik sloot af en zag dat er nog een damesfiets tegen het hek stond. Ik maakte toen een ronde en zag een jonge vrouw languit op een graf liggen. Ze was eigenlijk al buiten bewustzijn. Haar ogen draaiden vreemd en ze was niet meer aanspreekbaar. Het bleek dat ze op het graf van haar overleden tweelingzuster lag. Ze had levensproblemen en had er een eind aan willen maken. Ik heb de ambulance gebeld en die hebben haar weggehaald. Ze heeft het overleefd.
Nee, van haar zelf heb ik daarna nooit meer iets gehoord.
Wat je ook een enkele keer meemaakt is dat mensen helemaal leeglopen bij een graf. Niet van verdriet, maar van woede. Soms heeft iemand zo'n hekel aan de overledene dat hij zichzelf niet meer kan beheersen en staat te schelden en te tieren bij het graf. Maar meestal zie je alleen mensen die bloemen op een graf komen zetten en tussen de middag bij mooi weer lopen hier mensen van de TU Delft waarvan de gebouwen om ons heen staan, in hun pauze een boterhammetje te eten.'

De bloemen op de graven zijn regelmatig ook de lunch en het diner van fazanten die zich op Jaffa hebben genesteld. Vooral tulpenbollen zijn voor hen een delicatesse. Mensen zetten een schaaltje tulpen op een graf en de fazant denkt dat het voor hem is bedoeld. Narcissen mijden ze. Domen weet met zijn ervaring in de bloembollen dat een narcis een soort slijm afgeeft op de plek waar de bloem uit de bol komt. Je stak voortdurend je middelvinger inde grond om de bloemen af te te kunnen snijden en voelde je het slijmerige. Als je daar gevoelig voor was, kreeg je een onaangenaam eczeem over je hele hand. Fazanten weten blijkbaar ook van dat slijm.
'Behalve van fazanten hebben we ook last van konijnen. Bij jonge heesters vreten ze net boven de wortelpartij de bast eraf en dan sterft de struik. Bij vaste planten klauwen ze soms het geheel met wortel en al eruit om lekker de wortels op te kunnen knagen. Maar er is iets met de konijnen en er zijn er niet zo veel meer. Als we er nu nog tien hebben is het veel. Maar als het weer goed met ze gaat, heb je er zo zestig tot zeventig in een jaar. Ze mogen nu niet meer worden gejaagd. Zes jaar geleden is de Faunawet gewijzigd en is het op begraafplaatsen verboden om te jagen. Voor die tijd hadden we ook nog twee boswachters in Delft. In de zomerperiode kwamen die bij zonsopgang dan konijnen afknallen. Nu wordt een jong konijn soms door een kraai te pakken genomen of door een sperwer. Andere roofvogels hebben we hier niet. Die zie je meer boven open veld, maar een sperwer die weet nog aardig tussen de bomen hier te laveren.'

De bomen zijn deels de trots van de begraafplaats. Er staan twee rijen prachtige kastanjes bij de ingang en op het oudste deel staan een stel reusachtige platanen. Mooi om te zien, maar ook met een nadeel.
'Platanen zijn echte stofvangers. Als je takken van af moet halen en die dan in de verpulveraar kneust, slaat het stof je op je keel.'
De keuze van de beplanting is tegenwoordig uitbesteed aan een bureau voor tuinarchitectuur. Op een begraafplaats verwacht je geen uitbundige kleurenpracht. Een vuurdoorn met zijn overdaad aan rode bessen in het najaar zul je er niet snel tegenkomen. Een kerria vol met gele pompons ook niet. Nog los van het feit dat het een struik is met veel wortelopschot. Planten die hun plaats weten zijn geliefder. Nu het weer voorjaar wordt zie je tussen de groenblijvende struiken de spirea vol met witte bloemschermen. De sneeuwklokjes die vooral uitbundig achter de aula bloeien, zijn nu heengegaan. Maar de echte sneeuw nam begin maart kort hun rol over.
'Die ochtend liep ik als eerste over de begraafplaats. Je hoorde de sneeuw onder je schoenen knerpen. En wit is nu eenmaal een prachtige kleur. Het was sneeuw die ook goed op de takken van de bomen bleef liggen. Alles lag er stil en rustig bij. Prachtig was het.'
 
Geen treurende mensen, geen knagende konijnen, even niet delven, geen gekras van kraaien. Gewoon de rust van het kerkhof over je laten komen. En dan pas weer denken aan al die stille getuigen met wie je alleen in gedachten over die witte schoonheid kan praten.
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2