archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Bowie, Laarmans en Schoonhoven | Dik Kruithof | |||
De Bowie tentoonstelling die eerder te zien (en te horen) was in Londen, Toronto, Sao Paulo, Chicago, Parijs en Melbourne is nu in het Groninger Museum, wat de laatste plaats zal zijn waar David Bowie is te zien is. Het is een tentoonstelling op twee niveau’s, enerzijds kun je hem gewoon doorwandelen en heel veel herinneringen uit zijn archief bekijken en de bijgeleverde verhalen op tekstborden lezen. Ouderwets museumbezoek dus, waardoor je een goed beeld krijgt van de vele personen die hij in zijn muziek gebruikt heeft en de ontwerpen en teksten die daarvoor gemaakt en geschreven zijn. Het andere niveau hoor je op de koptelefoon, die er hier echt bij hoort en het wordt ook gebracht als een verplichting om hem op te zetten. De verrassing is dat je niet steeds hoeft te klikken om een tekst te horen, maar dat je de muziek krijgt die hoort bij de beelden van het tweede niveau, de manshoge foto’s die de rest van de muur vullen. Zo kun je blijven staan om een videoclip te bekijken en dan hoor je direct de muziek. Het totaal is een ervaring op zich. (David Bowie is loopt tot 13 maart. Het advies is om vooraf kaarten te kopen en die zijn vrij duur). Tegelijk met David Bowie heeft het Groninger Museum een tentoonstelling van Joris Laarman: JorisLaarmanLab. Die geeft een goed beeld van de mogelijkheden van de computer en 3D-printer, maar nog veel meer een inzicht in de fascinerende wereld van ontwerper, uitvinder en kunstenaar Joris Laarman. Hij werkt in het gebied waar design, technologie, wetenschap en kunst elkaar raken. Zijn bekendheid dankt hij aan de Bone chair, die gemaakt is met software ontwikkeld om groeiprocessen in planten weer te geven. Hij gelooft in een toekomst waarin de productie ter plekke kan worden gerealiseerd, zodat transport- en opslagkosten niet meer nodig zijn. De dingen die hij maakt zijn meestal erg mooi. Zijn eerste grote tentoonstelling mag gezien worden en reist na 10 april door naar Parijs, Houston en New York. Groningen is dichterbij! Aan Jan Schoonhoven zijn twee tentoonstellingen gewijd, de ene in het Stedelijk museum Schiedam, dat een naam heeft hoog te houden met moderne Nederlandse kunst en de andere in het Princessehof in Delft, dat in mijn beleving door heel andere zaken bekend is, maar nu een prima presentatie verzorgt over de Delftse ambtenaar en kunstenaar die Schoonhoven was. Eerst maar naar Schiedam om een volledig overzicht van Schoonhoven in het kader van de nulbeweging te zien. Vorig jaar schreef ik al over de tentoonstelling in het Stedelijk in Amsterdam, waar de beweging in zijn internationale context werd getoond en een volledig overzicht van Schoonhoven is beslist de moeite waard. Ik kende hem alleen van de gestileerde witte reliëfs en het was leuk om te zien wat hij daarvoor was: een tekenleraar die werk maakt dat aan Paul Klee doet denken, later een ruige materieschilder in donkere kleuren. Hij is ongeveer vijftig jaar als hij in 1964 het witte Groot Kwadratenreliëf maakt en dat wordt het vertrekpunt voor zijn verdere, uiterst succesvolle werk. Hij was toen al lid van de nulgroep en werd met andere leden van de groep geraakt door de tentoonstellingen van de Italiaan Piero Manzoni in Rotterdam en Den Haag. Manzoni werkte met witte klei om zoveel mogelijk alleen het materiaal te laten spreken en de kunstenaar uit het schilderij te halen. Schoonhoven werd gegrepen door het wit en reduceert in de komende jaren de vormentaal ook tot regelmatig geordende structuren. Na zijn succes op de Biënnale van 1967 in Sao Paulo komt het zelfs tot een uitbestede productie: assistenten maken de reliëfs op basis van gedetailleerde aanwijzingen. Het is opmerkelijk hoeveel verschillende variaties hij nog bedenkt en maakt in dat op het eerste idee toch beperkte terrein van wit geschilderde reliëfs. Dan moet de conclusie eigenlijk wel zijn: een geweldige kunstenaar, die zich toch echt laat zien in zijn werk. In Delft wordt de kunstenaar als mens getoond, is nog meer zichtbaar van zijn jeugd en wordt ingegaan op zijn spelen met licht en zijn band met de stad, tot aan de putdeksels die soms als voorbeeld gediend hebben voor de structuren van zijn reliëfs. De twee tentoonstellingen geven samen een volledig beeld van leven en werk van één van de grote Nederlandse kunstenaars van de vorige eeuw. Ze zijn nog tot 14 februari te zien. In Schiedam is als extraatje nog tot september de tentoonstelling Ik houd van Holland met naoorlogse Nederlandse kunst. Een mooi overzicht met werk van meer dan 60 kunstenaars. Let wel op: voor informatie drukken op de vloerknoppen (voor mij een nieuw systeem). ------------------------- De foto’s zijn van Dik Kruithof ------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! |
||||
© 2016 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |