archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Paris vous parle | Katharina Kouwenhoven | |||
Mijn vriendin Rie, inmiddels 91 jaar, ging in 1946, toen de grenzen weer open waren, liftend naar Parijs. Ze was toen 22 jaar oud. Er was in Europa nog wel een deviezenprobleem. Omdat ze werkte bij de Schagerkrant kende ze Jan Brusse, die een column had in de krant waarin hij vanuit Frankrijk het Franse leven versloeg. Hij was bereid haar te helpen en zorgde niet alleen voor de benodigde deviezen, maar ook voor het adres van een pension waar een Franse dame kamers verhuurde aan jonge (kwetsbare) vrouwen. Dat pension was in de Rue Mouffetard. De afgelopen twee weken had ik een appartement in de buurt van de Rue Mouffetard en daarom moest ik hier aan denken. Ik ben ook een keer met Rie in Parijs geweest, maar toen kon zij het pension niet terugvinden. De Rue Mouffetard is een leuk straatje, inmiddels erg populair bij toeristen en in de loop der jaren erg veranderd. Aanvankelijk was het een marktstraatje vol stalletjes met Franse lekkernijen: groente, vlees, vis, kaas, brood, patisserie en natuurlijk de nodige rommel. Dit is vrijwel geheel verdwenen en nu is het een eetstraatje, met restaurantjes van allerlei soort. Ik was onder andere met mijn oudste kleinzoon in Parijs en met hem hebben we er kaasfondue gegeten. Men was wel bereid voor hem een versie zonder wijn te maken. Zo'n straatje dus. Wat doe je met een jongen van elf in Parijs? Met deze jongen gingen we naar alle musea in de Jardin des Plantes, ook vlakbij ons appartement. Het zoölogisch museum viel tegen: allemaal opgezette dieren, maar wel veel over de evolutie. Als je die dieren wilt zien kun je beter naar de aanpalende dierentuin gaan, want daar bewegen ze (meestal, als het niet te warm is). Er waren ook uitgestorven dieren, niet opgezet, maar van kunststof en die bewegen nooit meer, dus daar is niets aan verloren gegaan. Veel leuker is de mineralengalerij, een niet te grote ruimte met een aantal gigantische mineralen en heel veel kleintjes in spectaculaire kleuren. Mensen zouden ze bedacht kunnen hebben, maar dat was niet nodig, de natuur is ze voor geweest, al waren ze wel goed verstopt. Echt spectaculair is het paleontologisch museum met enorme zalen vol skeletten van onbestaanbare dieren. Zo lijkt het althans, maar ooit waren ze bekleed en toen leken ze wel op dieren die we nu ook nog kennen. Sommige skeletten zijn zo groot dat het onmogelijk lijkt dat ze deel uitmaakten van een levend wezen. Een waar paradijs, dat museum en in een prachtig gebouw. Fossielen en mineralen zijn een hobby van mijn kleinzoon en dus moesten we naar de markt op de Place d'Aligre. Elke ochtend, behalve maandag, ligt daar tot een uur of één allerhande spul uitgestald en daar zijn dingen bij die je in Nederland nauwelijks nog ziet. Het interessantst zijn echter de kartonnen dozen met rommel, waar van alles tussen kan zitten, ook fossielen en mineralen. En die vonden we ook. Net als bordjes in de vorm van koolbladeren, mijn hobby. Met mijn vriend Willem vertoefde ik hier altijd dichtbij en we gingen bijna elke ochtend naar deze markt. Hij was in die zin veranderd dat er nu heel wat Noordafrikanen een stal hadden. Zwarte Afrikanen leveren nog altijd alleen hand- en spandiensten. De Place d'Aligre is een paradijs voor de verzamelaar. Tot mijn verbazing wilde mijn kleinzoon ook wel naar het Picassomuseum. Hij is niet zo van schilderijen, maar van Picasso zijn er ook objecten (van oude rommel) en collages van papier, stof of hout en die boeiden hem wel. Het was raadzaam van tevoren kaartjes te reserveren en inderdaad scheelde dat zeker een uur in de rij staan. Binnen was het niettemin druk en moest je een plaatsje proberen te veroveren om iets te kunnen zien. Voor mij was het een feest der herkenning, veel stukken bevonden zich ook in de oude versie van het museum. Natuurlijk wilde mijn kleinzoon de Eifeltoren op, helemaal tot bovenin. Kaartjes daarvoor kon je pas weer twee weken later reserveren. Hij is met zijn moeder in de rij gaan staan, met een stripboek en een tablet om te tijd te doden. De rij was eindeloos en bovendien bleek dat je voor het hoogste gedeelte opnieuw in de rij moest, want daar kunnen niet zoveel mensen tegelijk naar toe. Ze hebben het opgegeven. Een andere keer maar weer eens proberen en dan zes weken van tevoren reserveren. Moeder en zoon gingen 3e Paasdag weer naar Amsterdam en toen kwam er een vriendin van mij. Daarmee heb ik de tentoonstelling van Velázquez in het Grand Palais bezocht. Wat een luxe: de ene week naar de late Rembrandt en de volgende naar Velázquez, de twee beste schilders van de 17e eeuw, à mon avis. En dan was er ook nog een overzicht van de onnavolgbare Bonnard (in Orsay), voor wie het in Frankrijk kennelijk altijd zomer was en die drie oorlogen heeft meegemaakt (die trouwens in zijn werk geen enkel spoor hebben nagelaten). De schilder van het huis-, tuin- en keukenleven, maar met uitzicht op zee. Er was ook nog werk van Klimt en tijdgenoten te zien, maar daar hing wat weinig Klimt naar mijn smaak. Dat is wat ik toevallig gezien heb, want er was natuurlijk nog veel meer. Zo is het nu eenmaal in Parijs. Er zijn meer dan 50 musea en altijd bijzondere tentoonstellingen. Mijn kleinzoon heeft zich ook nog vermaakt met de beelden aan de Seine, de parkjes en speelplaatsjes en de fitnessapparaten in de buitenlucht. Een jongen doet nu eenmaal wat jongens graag doen (zie foto), ook in Parijs. ------------------------------------------------------- De plaatjes zijn van Katharina Kouwenhoven -------------------------------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! |
||||
© 2015 Katharina Kouwenhoven | ||||
powered by CJ2 |