archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
De tranen van Anna van Bemmelen (2) | Jack Luiten | |||
Achteraf bleek de cirkelende jager te behoren tot een squadron Spitfires, dat foto’s maakte van de ‘uitgeklede’ bommenwerper. De jagers hadden het commando gekregen om het toestel te vernietigen. Bij de aanval waren twee jagers betrokken, zo bleek later. Er was een onbeschrijflijke paniek, toen een jager zeer laag aan kwam vliegen en het vuur opende. ’Deckung’, schreeuwden de Duitse soldaten. Boer Janson kwam uit de voordeur naar buiten. Hij besefte schijnbaar niet wat er aan de hand was en dat werd hem, zo bleek later, fataal. Velen zochten een goed heenkomen in de stal, de Duitsers brachten kinderen in veiligheid in de kaaskelder. Sjaan van Bemmelen bracht via het achterhuis haar twee broertjes binnen zonder te weten hoe ernstig de situatie was. Ze had geprobeerd haar broertje Gerrie tussen haar benen te beschermen. Later bleek dat een kogel van achter door haar rok de kleine had geraakt. Korte tijd later arriveerde de Zoeterwoudse huisarts Wybo Kortmann. Op de fiets. Het was een verschrikkelijke chaos. De ontreddering was compleet. Hij kan zich nog herinneren hoe hij de twee kleintjes van Van Bemmelen hulp verleende. Ed bloedde hevig en de Duitsers hielpen bij de aanleg van een noodverband. Met Gerrie leek eerst niet veel aan de hand. Toen hij over pijn in de buik klaagde en zijn kleertjes werden uitgetrokken, bleek ook hij door een kogel te zijn geraakt. Ze moesten zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. De huisarts kreeg geen toestemming om de Duitse legerambulance te gebruiken. De gewonden werden op een kaasbrik met een dikke laag stro naar het Leidse Elisabeth-ziekenhuis afgevoerd. De huisarts, gevraagd naar zijn herinnering aan die afschuwelijke maandagmiddag, staart verdrietig voor zich uit. Zijn onderlip trilt als de beelden weer op zijn netvlies verschijnen. Bij elke vraag blijft hij recht voor zich uit kijken ten teken dat hij er eigenlijk liever niet verder over wil praten. Een paar andere kinderen van de familie Van Bemmelen, die thuis in de poort speelden, hadden het schietende vliegtuig natuurlijk ook gehoord. Ed weet nog dat een van zijn broers thuis had verteld dat ’ze het vliegtuig in de Geer in brand hadden geschoten’. Een half uur later werd er bij Van Bemmelen aangebeld. Een van de kinderen was bij de beschieting gewond geraakt. Mevrouw Van Bemmelen was verstijfd van schrik. Gegrepen door de angst raakte ze in paniek. Ze wilde maar één ding: zo gauw mogelijk er naar toe. Haar dochter Cock, toen 16 jaar, ging op de fiets met haar moeder mee. Een paar honderd meter voor het brandende vliegtuig werden ze tegengehouden door Duitse soldaten. Maar niets of niemand kon mevrouw Van Bemmelen, volledig over haar toeren, nog tegenhouden. Wat er daarna gebeurd is weet ze niet precies meer. Haar beide jongste zoontjes heeft ze op de plaats des onheils niet meer gezien. Ze waren al eerder afgevoerd richting Leiden, waar ze werden geopereerd. De kleuter Gerrie had zwaar inwendig letsel en overleed de volgende dag. Eddie was in de rechterschouder geraakt. De kogel was er aan de andere kant via zijn rug weer uitgekomen. Hij had geluk en bracht het er wél levend af. Ed van Bemmelen, een halve eeuw later: ‘We lagen bij elkaar in het ziekenhuis. Toen ik bijkwam, vroeg ik direct hoe het met mijn broertje ging. Ik weet niet meer hoe lang het heeft geduurd, voordat ik hoorde dat hij dood was.’ Zijn zusje Jopie van Bemmelen werd waarschijnlijk bij de eerste beschieting door mitrailleurvuur dodelijk getroffen. Haar bejaarde moeder vertelt, een halve eeuw later, met vochtige ogen: ‘Ze was zó bang voor vliegtuigen. Een paar maanden eerder was ze een goeie vriendin verloren. Dat had haar erg aangegrepen, de angst zat er bij haar goed in.’ Tijdens de beschieting is ze, net als vele anderen, in paniek weggerend en getroffen. Haar broertje Jan kwam er met een schampschot vanaf. Bij de beschietingen vielen nog drie andere slachtoffers. Degenen die dekking zochten in de boerderij hoorden een vliegtuig een tweede en derde keer een salvo geven om het toestel in brand te schieten. Boer Janson (60) kwam om bij de tweede beschieting. Vlakbij het toestel werd korte tijd later het ontzielde lichaam gevonden van de Zoeterwoudse Maria den Elsen-Zonderop (36), moeder van vijf kinderen. Hun namen zijn te lezen op de gevel van het Zoeterwoudse gemeentehuis. Voorts kwam een Duitse soldaat om het leven. Cock van Bemmelen kan zich nog goed haar fietstochten naar het ziekenhuis in Leiden voor de geest halen. Ze maakte die tocht regelmatig om eieren en melk te brengen, en vlees. Onderweg heeft ze enkele keren langs de kant van de weg dekking moeten zoeken omdat ze uit de lucht door Engelsen werd beschoten. Huilend zit ze nu aan tafel met haar moeder en broer Ed, die het van dichtbij meemaakte. Ze vertellen snikkend hoe wreed hun droom over de naderende bevrijding werd verstoord. ‘De oorlog was voorbij, het was 5 mei. Feest. Iedereen danste, mensen sprongen een gat in de lucht. De gevoelens van opluchting en bevrijding, om weer vrij te kunnen gaan en staan waar je wilde, die gevoelens hebben wij niet gehad. We konden niet blij zijn’, vertelt Anna van Bemmelen. Anno 1995 spreekt de hoogbejaarde vrouw (‘Ze kaart nog steeds vier keer per week en telt geen punt verkeerd’, verzekert zoon Ed) een indrukwekkend dankwoord uit aan het adres van ene Neel Hoogeveen, die na een bombardement in Den Haag was gevlucht naar Stompwijk. Ze was ondergedoken bij de familie Van Schie in Stompwijk. ‘Ze heeft me er echt doorheen gesleept. De eerste weken na de dood van mijn kinderen is ze bij me in huis geweest. Zij heeft echt geweldig geholpen. Ik ben haar daar nog steeds dankbaar voor’. En vader Willem van Bemmelen? Hij was die tragische maandagmiddag niet in de polder. De echtgenote van Anna, die in 1962 op 70-jarige leeftijd overleed, zat in het veetransport. En hij handelde in brandstof (vooral kolen). Hoe hij het drama in de Geerpolder verwerkte en daarmee verder kon leven, dat weten zijn kinderen en Anna niet meer. Cock: ‘Later heeft pa wel eens verteld dat hij zijn verdriet op zijn eigen manier verwerkte. Een man mocht immers niet huilen. Als hij ’s morgens vroeg in de polder rondliep om koeien te gaan halen voor transport, dan liet hij zijn tranen de vrije loop. Dat verhaal van ’m ben ik nooit vergeten.’ Op 3 maart 1945, de dag waarop bij vergissing de Haagse wijk Bezuidenhout door de Britse RAF werd gebombardeerd en meer dan vijfhonderd doden vielen, werden Gerrie en Joop van Bemmelen op het R.K. Kerkhof van de St. Laurentiuskerk in Stompwijk begraven. Op het overlijdenskaartje prijkt hun foto. Op de achterzijde worden hun ouders getroost met Jezus’ woorden bij het sterven van Jarius dochtertje. ’Vreest niet maar gelooft...Waarom weent ge? Uw kind is niet dood, maar slaapt’. De pijn en het verdriet van die afschuwelijke oorlogsmiddag in de Geerpolder zullen altijd blijven. Niet alleen bij de familie Van Bemmelen, maar bij vele inwoners van Zoeterwoude en Stompwijk, die het bidprentje met Rust zacht Gerrie en Jopie nog tussen de oude foto’s bewaren. Hier is een directe link naar deel 1. ------------------------------------------------------- Met dank aan mevrouw Anna van Bemmelen, haar kinderen Ed en Cock en dokter Wybo Kortmann. Bronnen waren onder meer de stichting Oud-Zoeterwoude (bron: het blad Suetan van augustus 1990) en ‘Van Hongerwinter tot bevrijding’ van Fr. A.M. van den Elsen. -------------------------------------------------------- De plaatjes zijn door de schrijver zelf geleverd. |
||||
© 2015 Jack Luiten | ||||
powered by CJ2 |