archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Slappe excuses Willem Minderhout

1202BZ Knie‘Komt er nog wat, Willem? De deadline is al weer ruimschoots verstreken!’ ‘Sorry, Frits. Ik ben gisteren aan mijn knie geopereerd, dus lukte het me niet om iets te typen.’ ‘Gisteren? De deadline was eergisteren! Die vlieger gaat niet op!’ ‘Je hebt gelijk, maar daarvoor was ik al een paar maanden van slag. Ik heb nooit wat en dit was ook eigenlijk niet erg, maar het is ongelofelijk hoeveel energie je kwijt raakt aan een beetje pijn in je knie.’

‘Wat had je dan?’ ‘Een kapotte meniscus. Er zat al jaren wat te broeien in die knie, maar ik had er niet echt last van. Ik basketbalde er gewoon mee. Maar deze zomer ging er wat mis. Ik zat wat raar om ergens een schroef in te draaien toen er ineens een vlammende pijn door mijn knie schoot. Het was zo erg dat ik besloot om naar een fysiotherapeut te gaan. Die had direct door dat er iets aan de hand was waar hij niets aan kon doen. Een kapotte meniscus, da’s werk voor de orthopedisch chirurg. Je moet dan wel een paar maanden wachten totdat je aan de beurt bent. Gisteren was het dan eindelijk zover. Een hele ervaring.’

‘Kun je daar dan niets over schrijven?’ ‘Misschien wel een goed idee. Ik was nog nooit in mijn leven echt onder het mes gegaan, dus ik was benieuwd wat me te wachten stond. Het leek me wel interessant. Ik zou een ruggenprik krijgen waardoor ik mee kon kijken met de operatie.’ ‘En?’

‘Bizar, Frits. Ik werd in mijn operatiehemd naar een zaaltje gereden waar ik een bloeddruk- en hartslagmeter en nog wat draden aan zuignappen en een infuus aangepast kreeg. Daarna kwam de anesthesist. Ik moest op de rand van het bed gaan zitten om die ruggenprik te ontvangen. Het deed, zoals beloofd, helemaal geen pijn, maar daarna …’ ‘Wat daarna?’ ‘Ik was de helft van mijn lichaam kwijt. Vanaf mijn navel voelde ik niks meer. Dat wil zeggen: ik kon er wel met mijn vingers bij, maar wat ik voelde was niet van mij en het voelde heel raar aan. En toch voelde ik mijn benen. Dat moet een soort fantoomgevoel zijn, want toen de chirurg mijn been optilde voelde ik mijn been op een andere plaats dan waar ik hem zag. Vooral mijn billen voelden raar aan. Ik denk dat dat komt omdat alle spierspanning wegvalt. Ze waren wel warm, maar volkomen doods. Als stopverf, of zo. Terwijl ik met mijn vingers mijn ‘dode helft’ onderzocht dacht ik even dat ze me een luier hadden aangedaan, of zo. Die ‘luier’ bleek, na enig nadenken, mijn piemel te zijn. Beangstigend, hoor, zo’n lam lulletje. Je denkt dan onwillekeurig: ‘als dat maar weer goed komt.’

‘Heb je nog mee kunnen kijken?’ ‘Ja, de chirurg stak een cameraatje in die dooie knie van mij en begon rond te speuren. Ik kon alles volgen op de monitor, dus ik zag net zoveel als de rest van het team. Het meeste zag er gelukkig goed uit. Ik heb best wel een mooie knieschijf, al zeg ik het zelf. Met een soort haaknaald werd er wat ruimte gecreëerd zodat alle hoeken en gaten bekeken konden worden en uiteindelijk zagen we een licht beschadigd stukje kraakbeen en een losgescheurd stukje meniscus. De chirurg stuurde een schaartje aan een draad mijn knie binnen en begon dat netjes bij te knippen. Het leek wel krabbenvlees wat ie aan het bijpunten was. In een vloek en een zucht had hij het losgeknipt en liet hij mij zijn schaartje zien, waar een stukje ‘surimi’ aan hing. De boosdoener.’

‘Duurde dat lang?’ ‘Nee, voor ik het wist lag ik alweer op de uitslaapkamer. Daar viel ik nog wel bijna flauw. Waarom weet ik niet. Ik werd wat misselijk en mijn bloeddruk daalde, maar ik knapte al snel weer op. Ik zat dus klaarwakker op die uitslaapkamer, maar miste nog steeds mijn halve lichaam. Gelukkig mocht ik wel al snel naar de zaal. Als de verdoving uitgewerkt was en ik geplast had zou ik weer naar huis mogen. Ik had een beetje gejokt dat ik al weer wat voelde onder mijn navel om van die uitslaapkamer af te komen, maar ik voelde nog niks. Je krijgt wel rare gedachten hoor. Dat je de rest van je leven als halve man – nou ja: voormalige man eigenlijk – door het leven moet en zo. Het duurde best wel lang voordat ik weer een vin kon verroeren. Na een uur kon ik mijn heupen weer een beetje bewegen. Daardoor bewogen die benen mee, maar ‘mijn benen’ waren het nog niet. Heel raar gevoel! Of heel raar niet-gevoel.

Daarna ging het gelukkig wat sneller. ‘Mijn’ benen kwamen weer terug. Ik mocht uit bed om met ondersteuning naar de WC te lopen, maar het wonderbaarlijke was dat ik gewoon los kon lopen. Mijn geopereerde been was wel wankel, maar deed nauwelijks pijn. Mijn billen en mijn piemel waren nog totaal verlamd. Blijkbaar duurt de verdoving daar het langst. Het plassen lukte daardoor niet, maar dat zei ik natuurlijk niet. Ik wilde weg en veinsde dat ik een flinke plas gedaan had. Ik vond dat ik wel weer genoeg tijd had doorgebracht in de wereld van de gezondheidszorg. Zoals men thuis plast, plast men nergens.’

‘En nu?’ ‘Langzaam maar zeker moet het weer helemaal goed komen met die knie volgens de orthopeed. Dus misschien haal ik de volgende deadline voor De Leunstoel weer gewoon. Je weet maar nooit.’

--------------------------------------------
De tekening is van Annemiek Meijer
----------------------------------------------------------------------------------------
Ook het boek 'Excuses bedenk je, resultaten behaal je' van Jean-Luc Spaninks
kan besteld worden bij bolcom. Doe dat via de banner rechts, dan steunt u De Leunstoel.


© 2014 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Slappe excuses Willem Minderhout
1202BZ Knie‘Komt er nog wat, Willem? De deadline is al weer ruimschoots verstreken!’ ‘Sorry, Frits. Ik ben gisteren aan mijn knie geopereerd, dus lukte het me niet om iets te typen.’ ‘Gisteren? De deadline was eergisteren! Die vlieger gaat niet op!’ ‘Je hebt gelijk, maar daarvoor was ik al een paar maanden van slag. Ik heb nooit wat en dit was ook eigenlijk niet erg, maar het is ongelofelijk hoeveel energie je kwijt raakt aan een beetje pijn in je knie.’

‘Wat had je dan?’ ‘Een kapotte meniscus. Er zat al jaren wat te broeien in die knie, maar ik had er niet echt last van. Ik basketbalde er gewoon mee. Maar deze zomer ging er wat mis. Ik zat wat raar om ergens een schroef in te draaien toen er ineens een vlammende pijn door mijn knie schoot. Het was zo erg dat ik besloot om naar een fysiotherapeut te gaan. Die had direct door dat er iets aan de hand was waar hij niets aan kon doen. Een kapotte meniscus, da’s werk voor de orthopedisch chirurg. Je moet dan wel een paar maanden wachten totdat je aan de beurt bent. Gisteren was het dan eindelijk zover. Een hele ervaring.’

‘Kun je daar dan niets over schrijven?’ ‘Misschien wel een goed idee. Ik was nog nooit in mijn leven echt onder het mes gegaan, dus ik was benieuwd wat me te wachten stond. Het leek me wel interessant. Ik zou een ruggenprik krijgen waardoor ik mee kon kijken met de operatie.’ ‘En?’

‘Bizar, Frits. Ik werd in mijn operatiehemd naar een zaaltje gereden waar ik een bloeddruk- en hartslagmeter en nog wat draden aan zuignappen en een infuus aangepast kreeg. Daarna kwam de anesthesist. Ik moest op de rand van het bed gaan zitten om die ruggenprik te ontvangen. Het deed, zoals beloofd, helemaal geen pijn, maar daarna …’ ‘Wat daarna?’ ‘Ik was de helft van mijn lichaam kwijt. Vanaf mijn navel voelde ik niks meer. Dat wil zeggen: ik kon er wel met mijn vingers bij, maar wat ik voelde was niet van mij en het voelde heel raar aan. En toch voelde ik mijn benen. Dat moet een soort fantoomgevoel zijn, want toen de chirurg mijn been optilde voelde ik mijn been op een andere plaats dan waar ik hem zag. Vooral mijn billen voelden raar aan. Ik denk dat dat komt omdat alle spierspanning wegvalt. Ze waren wel warm, maar volkomen doods. Als stopverf, of zo. Terwijl ik met mijn vingers mijn ‘dode helft’ onderzocht dacht ik even dat ze me een luier hadden aangedaan, of zo. Die ‘luier’ bleek, na enig nadenken, mijn piemel te zijn. Beangstigend, hoor, zo’n lam lulletje. Je denkt dan onwillekeurig: ‘als dat maar weer goed komt.’

‘Heb je nog mee kunnen kijken?’ ‘Ja, de chirurg stak een cameraatje in die dooie knie van mij en begon rond te speuren. Ik kon alles volgen op de monitor, dus ik zag net zoveel als de rest van het team. Het meeste zag er gelukkig goed uit. Ik heb best wel een mooie knieschijf, al zeg ik het zelf. Met een soort haaknaald werd er wat ruimte gecreëerd zodat alle hoeken en gaten bekeken konden worden en uiteindelijk zagen we een licht beschadigd stukje kraakbeen en een losgescheurd stukje meniscus. De chirurg stuurde een schaartje aan een draad mijn knie binnen en begon dat netjes bij te knippen. Het leek wel krabbenvlees wat ie aan het bijpunten was. In een vloek en een zucht had hij het losgeknipt en liet hij mij zijn schaartje zien, waar een stukje ‘surimi’ aan hing. De boosdoener.’

‘Duurde dat lang?’ ‘Nee, voor ik het wist lag ik alweer op de uitslaapkamer. Daar viel ik nog wel bijna flauw. Waarom weet ik niet. Ik werd wat misselijk en mijn bloeddruk daalde, maar ik knapte al snel weer op. Ik zat dus klaarwakker op die uitslaapkamer, maar miste nog steeds mijn halve lichaam. Gelukkig mocht ik wel al snel naar de zaal. Als de verdoving uitgewerkt was en ik geplast had zou ik weer naar huis mogen. Ik had een beetje gejokt dat ik al weer wat voelde onder mijn navel om van die uitslaapkamer af te komen, maar ik voelde nog niks. Je krijgt wel rare gedachten hoor. Dat je de rest van je leven als halve man – nou ja: voormalige man eigenlijk – door het leven moet en zo. Het duurde best wel lang voordat ik weer een vin kon verroeren. Na een uur kon ik mijn heupen weer een beetje bewegen. Daardoor bewogen die benen mee, maar ‘mijn benen’ waren het nog niet. Heel raar gevoel! Of heel raar niet-gevoel.

Daarna ging het gelukkig wat sneller. ‘Mijn’ benen kwamen weer terug. Ik mocht uit bed om met ondersteuning naar de WC te lopen, maar het wonderbaarlijke was dat ik gewoon los kon lopen. Mijn geopereerde been was wel wankel, maar deed nauwelijks pijn. Mijn billen en mijn piemel waren nog totaal verlamd. Blijkbaar duurt de verdoving daar het langst. Het plassen lukte daardoor niet, maar dat zei ik natuurlijk niet. Ik wilde weg en veinsde dat ik een flinke plas gedaan had. Ik vond dat ik wel weer genoeg tijd had doorgebracht in de wereld van de gezondheidszorg. Zoals men thuis plast, plast men nergens.’

‘En nu?’ ‘Langzaam maar zeker moet het weer helemaal goed komen met die knie volgens de orthopeed. Dus misschien haal ik de volgende deadline voor De Leunstoel weer gewoon. Je weet maar nooit.’

--------------------------------------------
De tekening is van Annemiek Meijer
----------------------------------------------------------------------------------------
Ook het boek 'Excuses bedenk je, resultaten behaal je' van Jean-Luc Spaninks
kan besteld worden bij bolcom. Doe dat via de banner rechts, dan steunt u De Leunstoel.
© 2014 Willem Minderhout
powered by CJ2