archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
Hedendaagse Aboriginal kunst in Utrecht | Dik Kruithof | |||
Voor mijn gevoel het minst bekende museum van Utrecht, hoewel het in het winkelcentrum ligt, aan de Oudegracht vlak achter de prachtige boekwinkel van Steven Sterk. Eindelijk ben ik er eens in geweest en het was de moeite waard. De kunst van de eerste bewoners van het werelddeel Australië is oorspronkelijk tijdelijke en rituele kunst, die niet bestemd was voor de blikken van buitenstaanders. Het waren routebeschrijvingen of landschappen waarmee aan de goden werd gevraagd om hun zegen uit te spreken over jachtplannen of zoektochten naar voedsel en water. Op verschillende plaatsten waar westerlingen het vertrouwen wisten te winnen van de Aboriginals zijn deze overgegaan op het gebruik van westerse verven in plaats van de vroegere kleurstoffen op basis van aarde. Het programmaboekje van de lopende tentoonstelling vertelt het mooi: ‘Aboriginal kunst zoals wij die nu kennen is ontstaan in Papunya, een plaats in de woestijn van Centraal-Australië. In 1971 vestigde zich hier een jonge blanke tekenleraar, Geoffrey Bardon. Door zijn contacten met oudere Aboriginals zag hij wat zij maakten. Hij raakte geïnteresseerd in de traditionele schilderingen en wist enkele ouderen te motiveren om de muren van de plaatselijke school te beschilderen. Met het voor deze kunstenaars nieuwe materiaal, acrylverf, beschilderden zij de school met traditionele Aboriginal motieven. Acryl werkte uitermate goed in dit stoffige gebied omdat deze verf snel droogt. Dit was het begin van experimenten op allerlei soorten ondergrond en uiteindelijk schilderden zij ook op canvas. Er ontstond zo een kunstbeweging. Deze groeide en verspreidde zich over andere Aboriginal-gemeenschappen in de woestijn. Elke gemeenschap ontwikkelde zijn eigen, herkenbare stijl in de stip- en cirkeltechniek.’ Stippellijnen en cirkels zijn vaak de kenmerken die de kunst als Aboriginal herkenbaar maken. Een ander kenmerk is het kleurgebruik dat vaak nog gebaseerd is op de aardkleuren van het werelddeel. Denk aan Ayers Rock en je ziet de kleuren vaak terug in de schilderijen. Het mooie van de tentoonstelling is dat er goed zichtbaar is hoe de verschillende centra van schilderkunst elk eigen kenmerken hebben bewaard maar ook dat individuele schilders hun eigen ontwikkeling hebben doorgemaakt op basis van toch weer herkenbare herkomst. Of dat ze toch uitkomen op westerse voorbeelden. Zo lijkt de Colliding Roads van Jock Mosquito uit 1944 op afstand gezien geïnspireerd op Amerikaanse voorbeelden, maar van dichtbij herken je weer de stippellijnen die de rechthoekig kruisende wegen als op een landkaart aangeven. En dat vogelvluchtperspectief is dan weer kenmerkend voor de Aboriginal kunst. Papunya ligt in Centraal Australië en is daarmee een beetje een vreemde eend in deze tentoonstelling die Kleuren van de Kimberley heet, en dat is de Noordelijke punt van West Australië. Juist in dat gebied zijn alle kleurontwikkelingen herkenbaar, van de rotsgebieden aan de kust tot de woestijngebieden in het binnenland. Het begint met de Wandjina-figuren, oorspronkelijk rotstekeningen van geesten, hier zichtbaar gemaakt in de bekende op boombast of later papier geschilderde figuren met ogen en neus maar geen mond. Uit Oost Kimberley komen de okerkleurige landschappen met bergen en opvallende rotsen. Het westen valt daarentegen op door het brede kleurenpalet en de uit vogelvlucht weergegeven landschappen. De eigen collectie op de tweede verdieping geeft nog een breder overzicht van de Aboriginal kunst met ook een grote collectie wetpalen. Zeer de moeite waard en tot 6 oktober te zien. ---------------------------- De foto’s zijn van Dik Kruithof |
||||
© 2014 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |