archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Naar Parijs voor Cartier-Bresson Katharina Kouwenhoven

1113VG BressonTwee weken geleden ging ik naar Parijs voor de overzichtstentoonstelling van Henri Cartier-Bresson (1908 - 2004), de beroemde fotograaf. Aanvankelijk was ik van plan alleen even op en neer te gaan, maar dat is eigenlijk, gezien de treinprijzen, een onzalig idee. Als je wat langer gaat zijn de vervoerskosten hetzelfde. Dus huurde ik een appartement, bestelde treinkaartjes en ging met een vriendin een hele week. Op Parijs raak je nooit uitgekeken, al ben je er, zoals ik, al meer dan dertig keer geweest.

De foto-expositie is ingericht in het Centre Pompidou en daar weten ze wel raad met het inrichten van grote tentoonstellingen. Mijn enige vrees bij dergelijke gelegenheden is een enorme rij wachtenden bij de kassa. Normaal gesproken voeg ik mij nooit in zo'n rij, maar als je iets echt graag wilt zien heb je weinig keus.

We brachten die dag eerst een bezoek aan de Sainte Chapelle, vlak bij de Notre Dame gelegen op het Ile de la Cité. Daar staat vaak ook een enorme rij, maar nu konden we zo doorlopen. Omdat de kapel op het terrein ligt van het Paleis van Justitie is er bij de ingang een grondige veiligheidscontrole en daar stagneert de toegang natuurlijk. Dat kan ik echter wel billijken. Die kapel is het waard. Het is een soort mini gotische kerk, gebouwd tussen 1243 en 1248 voor de relikwieën van Lodewijk IX, eentje die nog helemaal in tact is qua decoraties en die beschikt over een groot aantal enorme glas-in-loodramen vol bijbelse taferelen. De pilaren zijn beschilderd met abstracte figuren, de muren en het plafond zijn blauw met gouden sterren en er is geen plekje onbewerkt gelaten. Zo zagen alle gotische kerken er ooit uit. Veel is daar meestal niet van over en alles is nu grijs en grauw. De kapel wordt echter goed onderhouden en daardoor is het een klein wondertje.

Van de Sainte Chapelle is het niet heel ver lopen naar het Centre Pompidou. Bij de kassa was van rijen geen sprake, maar via een speaker werd ons medegedeeld dat de wachttijd bij de ingang van de tentoonstelling drie kwartier bedroeg, echter al snel gecorrigeerd tot een half uur. Het aantal bezoekers wordt gedoseerd om te zorgen dat je binnen nog wat kunt zien. De te bezichtigen foto's zijn namelijk niet heel groot en staan er veel mensen, dan is je uitzicht geheel belemmerd als je geen twee meter lang bent.
De tentoonstelling was zeer omvangrijk. Dat vraagt van de kijker een bepaalde aanpak, want zoveel beelden kun je niet bevatten en je onthoudt er ook niets van. Selecteren. Eerst zoeken naar de foto's die ik kende, maar nooit in het echt had gezien. Toen op zoek naar de foto's waarbij het vooral om de structuur ging. Dan de straatfoto's en daarna ook nog wat portretten.

Cartier-Bresson is wat mij betreft de beste fotograaf uit de predigitale tijd. Voor Bresson waren foto's een kwestie van 'het beslissende moment', als alles klopt en op zijn plaats valt. Het is een visueel hoogtepunt dat samenvalt met een dramatisch hoogtepunt. Een fotograaf herkent in een fractie van een seconde het belang van een gebeurtenis en van de organisatie van de vormen die deze gebeurtenis uitdrukken. Dit betekende dat aan het eenmaal vastgelegde beeld door de fotograaf niets meer veranderd werd. De foto's werden zelfs niet bijgesneden. Dit is natuurlijk een mooi credo, maar geen garantie voor mooie foto's, tenzij de fotograaf een goed oog heeft voor dit 'beslissende moment' en dat had Cartier-Bresson.

Al zijn foto's, allemaal zwart-wit, zijn een wonder van verhoudingen tussen licht en schaduw, die vaak een prachtig abstract schilderij vormen. Veel foto's bestaan uit bijna abstracte structuren, zoals diepe bandensporen in het zand of mensenmassa's naast een vol parkeerterrein. Ook als er wel mensen op de foto staan is het vaak alleen maar om het abstracte beeld te completeren.

In het digitale tijdperk worden alle foto's bewerkt. Het kader aanpassen is wel het minste, maar ook kleuren en vormen worden aangepast. Nu heeft niemand meer het oog van Cartier-Bresson nodig om een goede foto te maken. Daarom is zijn vermogen des te opmerkelijker. Kijken en knippen of kijken en wachten tot de schaduwen op zijn plaats vallen, wachten tot er een vuilnisbak omvalt, wachten tot iemand precies op de goede plaats gaat staan. Wie doet dat nog?

Cartier-Bresson is een van de oprichters van het fotografencollectief Magnum, een fotojournalist, een reportagemaker en een straatfotograaf. Op straat is veel te zien. Als je maar goed kijkt. Wat een weelde, al die beelden.
Op het terras van het museumrestaurant op de bovenste verdieping van Pompidou heb ik snel zelf een paar Bresson-foto's gemaakt.

---------------------------------------------
De foto is gemaakt door de schrijfster


© 2014 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Naar Parijs voor Cartier-Bresson Katharina Kouwenhoven
1113VG BressonTwee weken geleden ging ik naar Parijs voor de overzichtstentoonstelling van Henri Cartier-Bresson (1908 - 2004), de beroemde fotograaf. Aanvankelijk was ik van plan alleen even op en neer te gaan, maar dat is eigenlijk, gezien de treinprijzen, een onzalig idee. Als je wat langer gaat zijn de vervoerskosten hetzelfde. Dus huurde ik een appartement, bestelde treinkaartjes en ging met een vriendin een hele week. Op Parijs raak je nooit uitgekeken, al ben je er, zoals ik, al meer dan dertig keer geweest.

De foto-expositie is ingericht in het Centre Pompidou en daar weten ze wel raad met het inrichten van grote tentoonstellingen. Mijn enige vrees bij dergelijke gelegenheden is een enorme rij wachtenden bij de kassa. Normaal gesproken voeg ik mij nooit in zo'n rij, maar als je iets echt graag wilt zien heb je weinig keus.

We brachten die dag eerst een bezoek aan de Sainte Chapelle, vlak bij de Notre Dame gelegen op het Ile de la Cité. Daar staat vaak ook een enorme rij, maar nu konden we zo doorlopen. Omdat de kapel op het terrein ligt van het Paleis van Justitie is er bij de ingang een grondige veiligheidscontrole en daar stagneert de toegang natuurlijk. Dat kan ik echter wel billijken. Die kapel is het waard. Het is een soort mini gotische kerk, gebouwd tussen 1243 en 1248 voor de relikwieën van Lodewijk IX, eentje die nog helemaal in tact is qua decoraties en die beschikt over een groot aantal enorme glas-in-loodramen vol bijbelse taferelen. De pilaren zijn beschilderd met abstracte figuren, de muren en het plafond zijn blauw met gouden sterren en er is geen plekje onbewerkt gelaten. Zo zagen alle gotische kerken er ooit uit. Veel is daar meestal niet van over en alles is nu grijs en grauw. De kapel wordt echter goed onderhouden en daardoor is het een klein wondertje.

Van de Sainte Chapelle is het niet heel ver lopen naar het Centre Pompidou. Bij de kassa was van rijen geen sprake, maar via een speaker werd ons medegedeeld dat de wachttijd bij de ingang van de tentoonstelling drie kwartier bedroeg, echter al snel gecorrigeerd tot een half uur. Het aantal bezoekers wordt gedoseerd om te zorgen dat je binnen nog wat kunt zien. De te bezichtigen foto's zijn namelijk niet heel groot en staan er veel mensen, dan is je uitzicht geheel belemmerd als je geen twee meter lang bent.
De tentoonstelling was zeer omvangrijk. Dat vraagt van de kijker een bepaalde aanpak, want zoveel beelden kun je niet bevatten en je onthoudt er ook niets van. Selecteren. Eerst zoeken naar de foto's die ik kende, maar nooit in het echt had gezien. Toen op zoek naar de foto's waarbij het vooral om de structuur ging. Dan de straatfoto's en daarna ook nog wat portretten.

Cartier-Bresson is wat mij betreft de beste fotograaf uit de predigitale tijd. Voor Bresson waren foto's een kwestie van 'het beslissende moment', als alles klopt en op zijn plaats valt. Het is een visueel hoogtepunt dat samenvalt met een dramatisch hoogtepunt. Een fotograaf herkent in een fractie van een seconde het belang van een gebeurtenis en van de organisatie van de vormen die deze gebeurtenis uitdrukken. Dit betekende dat aan het eenmaal vastgelegde beeld door de fotograaf niets meer veranderd werd. De foto's werden zelfs niet bijgesneden. Dit is natuurlijk een mooi credo, maar geen garantie voor mooie foto's, tenzij de fotograaf een goed oog heeft voor dit 'beslissende moment' en dat had Cartier-Bresson.

Al zijn foto's, allemaal zwart-wit, zijn een wonder van verhoudingen tussen licht en schaduw, die vaak een prachtig abstract schilderij vormen. Veel foto's bestaan uit bijna abstracte structuren, zoals diepe bandensporen in het zand of mensenmassa's naast een vol parkeerterrein. Ook als er wel mensen op de foto staan is het vaak alleen maar om het abstracte beeld te completeren.

In het digitale tijdperk worden alle foto's bewerkt. Het kader aanpassen is wel het minste, maar ook kleuren en vormen worden aangepast. Nu heeft niemand meer het oog van Cartier-Bresson nodig om een goede foto te maken. Daarom is zijn vermogen des te opmerkelijker. Kijken en knippen of kijken en wachten tot de schaduwen op zijn plaats vallen, wachten tot er een vuilnisbak omvalt, wachten tot iemand precies op de goede plaats gaat staan. Wie doet dat nog?

Cartier-Bresson is een van de oprichters van het fotografencollectief Magnum, een fotojournalist, een reportagemaker en een straatfotograaf. Op straat is veel te zien. Als je maar goed kijkt. Wat een weelde, al die beelden.
Op het terras van het museumrestaurant op de bovenste verdieping van Pompidou heb ik snel zelf een paar Bresson-foto's gemaakt.

---------------------------------------------
De foto is gemaakt door de schrijfster
© 2014 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2