|
Soms ontgaat je wel eens wat. Ik vroeg laatst aan een
collega hoe het met Det de Beus ging. Ik had voor de zomervakantie een paar
keer contact met haar gezocht. Ik wilde haar interviewen voor De Leunstoel naar
aanleiding van het WK hockey dat in Den Haag gehouden zou worden. Tot mijn
verbazing had ze daar niet op gereageerd. ‘Weet je dat niet? Zij is deze zomer
overleden’, antwoordde hij.
Ik ontmoette Det toen zij en ik allebei net in dienst
waren van de Haagse Hogeschool. We volgden samen de opleiding
‘Pedagogisch-didactische vaardigheden’. Met mijn medestudenten Det en Nabela
klikte het direct, dus vormden we een groepje dat samen optrok en gecoacht
werd.
Tijdens een van die coachingsgesprekken kwam terloops het
sportverleden van Det aan de orde. Ik was stom verbaasd. Ik bleek naast een
dame te zitten die Olympisch goud had gewonnen en tot de beste hockey-keepsters
ooit had behoord. Mijn kennis van het Nederlandse hockey nadert nul, dus ik had
nog nooit van haar gehoord. Ik had haar wel gevraagd of ze soms familie van de
politicoloog Jos de Beus was. Dat bleek haar broer te zijn. Ook Jos is onlangs
overleden.
Grappig toeval was dat onze coach naar aanleiding van
Dets verhalen ook over zijn ‘sportverleden’ begon. Uit zijn verhaal maakte ik
op dat hij gekeept had in het zelfde team van het Haagse voetbalclubje
Celeritas waarin ik gespeeld had. Hij was echter net gestopt toen ik daar
begon.
Det vertelde dat ze lang met kanker had geworsteld. Ze
hoopte dat ze die ziekte nu overwonnen had en was vol ambitie aan het werk als
docent begonnen. Ook Olympische helden moeten gewoon werken voor hun brood. Ze werkte bij een andere ‘academie’ in de onderwijssupermarkt die Haagse
Hogeschool heet. Na onze gezamenlijke cursus kwam ik haar daardoor slechts zeer
incidenteel op de gang tegen. Het was altijd fijn om mijn mede-coachee tegen te
komen en even een praatje te maken. De laatste keer dat ik haar zag was in november vorig jaar. Ze had me gevraagd om een gastcollege voor haar studenten te geven. Ze maakte toen een zeer energieke en opgeruimde indruk. Iemand heeft op die dag een foto gemaakt. Op de achtergrond zie je een glimp van mijn presentatie: het schilderij 'De val van Icarus' van Pieter Bruegel de Oude. Ik gebruik dat altijd om de ironie des levens te illustreren: ergens in een hoekje vecht Icarus voor zijn leven terwijl de rest van de wereld onverstoord zijn gang gaat. Hoe toepasselijk! In januari overleed haar broer Jos. Ik realiseer me nu pas dat ze niet reageerde op een bericht van deelneming dat ik haar stuurde. Waarschijnlijk vocht ze toen al voor haar eigen leven. Via Lexis Nexis ontdekte ik dat NRC en het Algemeen
Dagblad enige aandacht aan haar dood hebben besteed. Ik pluk een aantal citaten
uit de NRC 1): "Op
de training deden we vaak een weddenschap", vertelt vriendin Cora de
Wilde, voormalig teammanager van het Nederlands elftal . ,,We konden een Mars
verdienen als we een doelpunt bij haar maakten. Er werden maar weinig Marsen
verdiend op die trainingen.
Gijs
van Heumen herinnert zich vooral de finale van het EK in 1987 tegen Engeland.
,,Dat liep uit op strafballen. Ik zei tegen Det: 'Ga bij de eerste bal maar
gewoon in de hoek staan en kijk wat er gebeurt'. Die bal ging erin, en daar was
ze zo boos over dat ze de drie volgende strafballen van Engeland allemaal
stopte. We waren kampioen. 'Ik ben zo goed dat ik alles kan tegenhouden', zei
ze later tegen me."
Cora
de Wilde denkt terug aan de halve finale op het EK in 1984. Oranje versloeg
daarin Duitsland en zou een paar dagen later de finale spelen tegen Engeland.
,,Maar toen waren we Det opeens kwijt", vertelt De Wilde lachend. ,,Ze was
gewoon vertrokken. Vlak voor de finale dook ze op. Haar vriend was blijkbaar
naar de halve finale komen kijken en ze was er even tussenuit geknepen. Dat was
ook Det. Ze trok haar eigen plan. We hebben haar natuurlijk wel gecorrigeerd,
maar ze stond gewoon in de basis. Ze was te goed om niet op te stellen."
Nederland won die finale in Lille met 2-0 van de Sovjet-Unie. Det de Beus hield
haar doel schoon. Zoals ze dat al die jaren zo vaak had gedaan.''
Dat was Det. Helaas zal dat interview voor De Leunstoel er
nooit komen. Rest me nog te zeggen dat de collega die mij het droeve nieuws vertelde de spits was van het voetbalteam waar onze coach en ik in gespeeld hebben.
Roem is - zoals alles - vergankelijk, dus geniet van het spel zolang het duurt. Er is in ieder geval één Olympische held, die ik nooit meer zal vergeten, ook al waren haar triomfen mij destijds volledig ontgaan.
Arman Avsaroglu, ‘Uitschuifbare benen; Necrologie Det de Beus (1958-2013),
hockeykeepster’, NRC Handelsblad, 23 juli 2013.
Det de Beus: http://nl.wikipedia.org/wiki/Det_de_Beus
|
|