archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ergernissen | ||||
De wens en de gedachte | Gábor Budavári | |||
Ik ken de Nederlandse geschiedenis niet zo goed, maar geniet van verhalen over de heroïsche daden van ’s lands helden. De meest interessante zijn die, waarbij een kleine David de reus Goliath opnieuw overwint, al heet die kleine Prins Maurits en is de reus hertog van Alva. Of de gebeurtenissen feitelijk iets anders verliepen dan de overdracht het wil? Een kniesoor die zich door dat soort kleinigheden laat afleiden van het heroïsche naar de grauwe werkelijkheid.
Zo kon het Turfschip niet door het Spanjaardsgat varen, omdat dit gat pas 20 jaar later werd gebouwd. Merkwaardig dat de werkelijkheid, die niet minder interessant moet zijn dan het verhaal, tot de dag van vandaag moet wijken voor het sprookje! Deze kennis hebben wij, mijn vrouw en ik, één dezer dagen in het Breda’s Museum vergaard. Dat de stad in de geschiedenis als ‘De stercke stad Breda’ figureert hebben wij ook in dit museum geleerd. Vele – in prima staat verkerende tekeningen van de stad – tonen de fortificaties, zoals de muren en torens en ook waterwerken etc.
Breda was ons niet onbekend. Zo heb ik enkele kleine misstappen in deze stad begaan. Ik kreeg er de gelegenheid te bewijzen dat ik absoluut geen idee heb van bowlen. Als totaal waardeloos lid van een groep, die tegen twee andere groepen streed, nam ik eerst de kleinste bal ter hand. Die met mijn vingers alleen vasthouden bleek onmogelijk. Dus ondersteunde ik de bal met mijn linker hand en probeerde hem zo tot bij de kegels te krijgen. Gelukkig stootte de bal tegen de rand van de baan en kaatste daardoor naar de kegels. Zo lukte het zowaar een paar daarvan om te gooien.
Het volgende lid van onze groep toonde mij de juiste wijze van spelen. Hoewel ik nu de grootst mogelijke bal nam, die in mijn hand paste en mijn resultaat met sprongen vooruit ging, werd mijn groep toch laatste in de wedstrijd. Mijn kameraden namen mij dit niet kwalijk, althans ik heb geen afkeurende opmerkingen gehoord.
Gelukkig kon ik nog dezelfde dag hun gedrag honoreren na ons bezoek aan het Casino. De dag werd goed gemaakt door mijn winst aan de roulette tafel. Die bedroeg 300 guldens en dat bedrag heb ik voor een deel besteed aan een aperitief voor de gehele groep. Ik kon ook nog een redelijke fooi voor het personeel achterlaten. Mijn verdere herinneringen hebben betrekking op een prima restaurant, waar ik voor het eerst – en tot nu toe laatst – meemaakt hoe op hete keramische bakplaten diverse uitgelezen vleessoorten werden gebakken aan de tafel (heet het steengrill?).
Ik danste er ook met een (veel) kleinere dame (een weduwe, ik was toen weduwnaar), die minstens zo goed kon dansen als ik.
Deze gebeurtenisjes speelden zich af in de jaren negentig van de vorige eeuw.
In ieder geval hebben wij nu een paar dagen – wat de stad betreft – in enige teleurstelling doorgebracht. Wat de gebouwen betreft: de oudste (zoals de Grote Kerk, het Begijnhof, de bebouwing van de Grote Markt met het oude Stadhuis en enkele oude straten) weken duidelijk af van de ‘naoorlogse bebouwing’, de resultaten van een niet erg gelukkig gekozen stadsplanning. De nieuwste en modernste (zoals het Chassé-Theater, Stadskantoor en Holland Casino met het Breda’s Museum) laten een grote ruimte vrij voor toekomstige stadsontwikkeling.
Hoe klein een stad moge zijn en nog kleiner binnen de singels, een haven drukt zijn stempel op de omgeving. Bij ons bezoek aan het totaal uitgestorven Kasteel ( Zelfs geen wachtposten! Blijkbaar waren alle cadetten met verlof.) liepen wij door straten die ontzettend vies waren, met gebouwen die sinds de 30-jarige oorlog niet waren onderhouden. Hun bestemming was duidelijk op de nachtprogramma’s gericht. De leveranciers van diverse soorten drank, met kruiwagens, getuigden daarvan. Nu terugdenkend herinner ik geen ramen!
Ons hotel lag binnen de Singel, bij de Parade. De meisjes van de receptie waren zeer aardig en dienstbereid, evenals het personeel van het restaurant. De ontbijttafels waren meer dan vol met vele soorten van keuzemogelijkheden. Vlees en vis, melk en zuivelproducten, eieren, gebak enz. De koffieautomaten – in het bijzonder de combinatie van soorten koffie die mijn vrouw produceerde – leverden werkelijk een uitstekend product. Gedurende de werkdagen was het restaurant redelijk vol met zakenmensen, die vrijdag na werktijd naar huis terugkeerden.
Hier kwam dan onze verrassing. Zaterdag wilden wij in de duidelijk legere ontbijtzaal wederom genieten van die voortreffelijke koffie, maar het kon en mocht niet! We kregen wel koffie, maar de twee apparaten waar wij aan verknocht waren geraakt mochten wij juist niet gebruiken! Het is zaterdag en dan kan aan de gasten geen koffie daaruit worden geserveerd! Dan niet. De koffie uit een ander apparaat was ook niet slecht, maar kon niet aan die van vrijdag tippen!
Wij begrepen er niets van. Het personeel kon ook geen verklaring geven. Toen wij na het ontbijt het restaurant verlieten zei mijn vrouw, dat zij een ‘review’ zou schrijven over deze rare gang van zaken. Wij gingen naar de tafel in de lounge, waar wij de ochtendkranten lazen. Binnen een paar seconden kwam de chef van het restaurant om ons de huisregels uit te leggen: in het weekeinde worden de gasten bediend met champagne, maar niet met koffie uit beide apparaten. Of wij een champagne wilden drinken. Eigenlijk hadden wij geen zin in champagne, maar soit! De chef bracht twee glazen vol champagne. Mij kwam de kleur van de vloeistof verdacht voor, evenals het feit dat het niet uit een fles maar zo open in glazen was gebracht. Op onze vraag kregen wij als antwoord, dat de champagne uit Zuid Afrika stamde. Wij namen er als teken van vriendschap toch een slok van. Misschien zou die goed smaken bij gebraden worst, na het ontbijt smaakte het nergens naar. |
||||
© 2012 Gábor Budavári | ||||
powered by CJ2 |