archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Jerry Snellink: bestuurder en activist | Willem Minderhout | |||
Tijdens mijn eerste maanden op de Haagse Hogeschool was ik al blij dat ik bij benadering wist waar mijn les over zou moeten gaan. Ik had nog geen tijd gehad om, zo ik er al zin in had gehad, alle reglementen waar ik me aan zou moeten houden te doorworstelen. Gelukkig zat er een jongeman in de groep die feilloos wist wanneer ik weer iets voorstelde dat volgens de regels helemaal niet kon. Hij schroomde niet om mij daar in zo’n geval vriendelijk doch beslist op te wijzen. Dit bleek de vervaarlijke studentenleider Jerry Snellink te zijn. Hij was niet alleen secretaris van de Haagse Studentenvakbond, maar hij zat ook nog eens in de Academieraad en de Hogeschoolraad. Ondanks al die nevenfuncties slaagde hij er ook nog in om uitstekend te presteren op school en zelfs het pre-Mastertraject met succes te volgen. Bij de laatste Gemeenteraadsverkiezingen stond Jerry vrij hoog op de SP-lijst. Even koesterde ik de illusie dat Jerry en ik allebei in de Haagse Gemeenteraad terecht zouden komen. De relatie PvdA-SP zou in dat geval aanmerkelijk verbeterd zijn! Helaas – vooral voor de stad Den Haag, uiteraard – vielen we allebei buiten de boot. Jerry heeft net zijn derdejaars ‘leerarbeidsplaats’ (LAP) bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling afgerond en ‘lapt’ nu in zijn laatste jaar bij ROC Mondriaan.
‘Ik ben in 1988 in Voorburg geboren. Voorburg klinkt misschien chic, maar ik kom uit een heel apart nest. Mijn ouders hebben – op de basisschool na – geen opleiding gevolgd. Mijn moeder werkt in de thuiszorg en mijn vader werkte in een verffabriek en daarna in de groenvoorziening. Hij heeft nu een versleten rug, maar gelukkig heeft hij een baan als suppoost bij het Museon gevonden. Ze zijn allebei zo eigenwijs als maar kan. ‘Blijf altijd kritisch en neem niet zomaar dingen aan van anderen,’ is hun lijfspreuk en die heb ik van ze overgenomen. Ik lijk dus veel op ze, maar ik kon en wilde wel leren. En ik wil vooruit in de wereld. Mijn ouders hebben dat altijd gestimuleerd, maar ze konden me niet helpen met mijn huiswerk. Ik heb Havo, natuur en techniek, gedaan en dat ging ze al snel boven hun pet. Ik was op de middelbare school ondanks mijn goede resultaten wel een buitenbeentje. Een Gothic die van Dead Metal houdt. Ik was een fan van Dark Tranquility en ik reisde heel het land af naar Metal-concerten.
Mijn ouders hebben nooit veel te besteden gehad. Onder die omstandigheden werd ik snel zelfstandig. Hard leren en daarnaast werken. Vanaf mijn vijftiende ben ik al min of meer financieel onafhankelijk. Op de Haagse Hogeschool noemen ze zo’n geval als ik een ‘eerste generatie student’: iemand die als eerste uit zijn familie hoger onderwijs volgt. Meestal slaat die definitie op allochtone studenten. Ik kan me daardoor goed inleven in de hindernissen die zij moeten overwinnen om succesvol te kunnen studeren. Door die kritische houding, die ik met de paplepel heb binnengekregen, wilde ik me altijd met van alles en nog wat bemoeien. Ik was op de middelbare school al actief in de leerlingenraad en de medezeggenschapsraad, en in de gemeentelijke Jongerenraad. Daar kwam ook Ehsan Jami, die toen gemeenteraadslid was, regelmatig op bezoek. In het begin vond ik hem wel sympathiek, maar op den duur was er geen land meer met hem te bezeilen. Hij werd steeds dominanter en recalcitranter. Hij luisterde vooral graag naar zichzelf.
Ik ben geïnteresseerd in onderwijs en kinderen, dus na de HAVO ging ik naar de PABO. Dat bleek echter wel een heel makkelijke opleiding. Alleen de stage die ik liep was een uitdaging. Na het eerste jaar, dat ik wel succesvol afsloot, ben ik gestopt. In het jaar dat ik PABO studeerde ben ik ook lid geworden van de SP. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 heb ik SP gestemd. Op mijn vader! Ik heb me wel verdiept in de andere partijen. Ik was zelfs een tijdje tamelijk rechts. Uiteindelijk kwam ik toch bij de SP terecht. Het sociale aspect, niet het geld maar de mens moet leidend zijn, dat sprak me aan. Daarnaast is het activisme, niet lullen maar doen, me op het lijf geschreven. Nadat ik lid werd, kreeg ik bezoek van de lokale afdeling met de vraag of ik actief wilde worden. Dat wilde ik wel. Binnen een maand zat ik in het bestuur. Binnen twee maanden was ik afdelingsvoorzitter en maakte ik onderdeel uit van de partijraad. De befaamde scholing van de SP heb ik vooral gehad van het voormalige Kamerlid Hans van Leeuwen. Ik reed altijd met hem mee naar partijbijeenkomsten en dan discussieerden we wat af. In augustus 2007 ben ik verhuisd naar Den Haag. Hierdoor moest ik mijn functie van afdelingsvoorzitter neerleggen, omdat ik door mijn verhuizing lid werd van de Haagse SP afdeling.
Nadat ik met de PABO gestopt was ben ik twee jaar gaan werken. Ik heb vele verschillende baantjes gehad. Van suppoost in een museum, geluidstechnicus, podiumbouwer tot ambtenaar bij de belastingdienst. Na een tijd ging het toch kriebelen, ik wilde weer een uitdaging. Ik ging op zoek naar een geschikte studie. Ik zocht iets in de richting van maatschappij en gedrag. In juni 2007 was ik toevallig op een open dag van de Haagse Hogeschool en liep langs de stand van Bestuurskunde/Overheidsmanagement. Ik had nog nooit van die studie gehoord, maar mijn interesse was gewekt. Nadat ik een presentatie van Maarten Haverkamp – teamleider van de opleiding – had bijgewoond, wist ik dat ik deze studie zou kiezen. In september 2007 ben ik begonnen.
Het eerste jaar van de opleiding was voor mij erg succesvol. Ik behaalde mijn propedeuse en mijn gemiddelde cijfer was hoog genoeg voor deelname aan het pre-mastertraject van de opleiding. Tevens werd ik het eerste jaar gekozen als vertegenwoordiger van onze academie in de hogeschoolraad en academieraad om de studentenbelangen binnen de organisatie van de Haagse Hogeschool te behartigen. Daarnaast was ik ook actief binnen de opleidingscommissie. Ik bleef actief voor de SP, maar dan in Den Haag. In 2008 in de functie van organisatiesecretaris. Mijn activisme voor de SP nam in mijn tweede jaar wat af, omdat ik een nieuwe uitdaging had gevonden: ik werd secretaris van de Haagse Studentenvakbond. Dat was een erg leuke tijd. Helaas eindigde dat met een knetterende ruzie in het bestuur. We hadden gewoon te lang en te intensief met elkaar opgetrokken. Momenteel is dat allemaal wel weer bijgelegd. Daarnaast bleef ik lid van de hogeschoolraad en academieraad, Het laatste half jaar was ik voorzitter van zowel de studentgeleding als de personeelsgeleding.
Ik vind mijn bestuurlijke en mijn activistische instelling overigens helemaal niet op gespannen voet staan met elkaar. Als activist moet je in staat zijn werkbare compromissen te sluiten en als bestuurder mag je je activistische inslag nooit vergeten. Dat is toch de motivatie om je met bestuurlijke zaken bezig te houden? Ik kom misschien over als een ‘regelneef’, maar er gaat administratief regelmatig iets mis op school. Ik wijt dat vooral aan de grote werkdruk van de docenten. Het zijn allemaal gemotiveerde mensen, maar ze hebben veel te veel hooi op hun vork. En dan wil ik er wel eens fijntjes op wijzen dat het raar is dat de studiegids aan het eind van het jaar nog steeds ‘concept’ is, om maar eens een voorbeeld te noemen.
Ik heb nu een leerarbeidsplaats bij ROC Mondriaan, een onderwijsgigant in Den Haag en omstreken. Ik houd me daar bezig met studenten- en ouderparticipatie. Ben ik toch weer in het onderwijs beland! Ik geef overigens ook echt les. Ik ben ‘tutor’ van drie eerstejaarsstudenten. Het is heel leerzaam en uitdagend om de eerstejaarsstof aan ze uit te leggen. Ze zijn ook erg gemotiveerd. ‘Tutoring’ is vrijwillig, dus het zijn de meer gemotiveerde studenten die het volgen.
Bestuurskunde studenten zijn over het algemeen wel gemotiveerd, maar er vallen er in het eerste jaar veel af. Ik denk dat de opleiding wat al te rooskleurig wordt voorgespiegeld. Je moet gewoon hard werken om het te halen. Het beginniveau is ook nogal wisselend. MBO-studenten hebben vaak heel weinig taal- en maatschappijkennis, maar ook het peil van de HAVO-studenten is wisselvallig. Sommigen hebben al een tijd gewerkt en zijn het studeren helemaal verleerd. Ik denk dat werkcolleges in kleinere groepen het rendement zullen verhogen. Ja, dan moeten ze de colleges wel voorbereiden, inderdaad. Er zijn toch altijd wel een paar die dat doen? Daar kan de rest zich dan aan optrekken, toch?
Vroeger wilde ik schrijver worden of heel slim. Ik schreef en maakte kleine boekjes. Eerst met de hand, later met een typemachine die ik voor tien gulden bij de kringloop had gekocht. Maar het onderwijs trekt mij ook nog steeds. In het onderwijs draag je bij aan de ontwikkeling van mensen en je blijft jezelf ontwikkelen. Lesgeven is namelijk ook jezelf spiegelen en jezelf kritisch beoordelen. De keuze voor Bestuurskunde/ Overheidsmanagement lijkt dan niet helemaal logisch. Hoewel ik denk dat ik wel maatschappijleer kan geven op een middelbare school bijvoorbeeld. Maar ik zie mijzelf ook wel lesgeven aan een opleiding bestuurskunde of politicologie. Daarom heb ik ook bewust gekozen voor het pre-mastertraject. Een master is namelijk in het onderwijs, zeker op een hogeschool of universiteit een vereiste. En misschien promoveer ik zelfs. Een promotieonderzoek naar ‘de kloof’ tussen de burgers en politiek en bestuur, dat zou ik graag doen!
De actieve politiek blijft natuurlijk ook trekken. De SP is wel een groot deel van haar aanhang kwijt, maar ik zie de toekomst toch zonnig tegemoet. Emile Roemer is een blijvertje. Hij is als geen ander in staat om de partij weer verder op te bouwen. Als voormalig wethouder in Boxmeer – met de VVD als collegepartner – acht ik hem daartoe als geen ander in staat. Nee, Kamerlid wil ik niet worden. Dat vind ik allemaal zo abstract. Maar als ik in de Gemeenteraad of de Provinciale Staten kan komen, dan zeg ik daar zeker geen nee tegen!
*******************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2010 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |