archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Droomland | Henk Klaren | |||
Het zal een jaar of vijftien geleden zijn. We waren net voor de tweede keer in Utrecht gaan wonen. In het muziekcentrum Vredenburg was een korenfestival. Het werd georganiseerd –en voor zover ik weet gebeurt dat nog steeds ieder jaar– door het smartlappenkoor Grachtensmart. Maar er waren niet alleen maar smartlappenkoren, wel allemaal koren gespecialiseerd in het lichte genre –hoor hem– en Nederlandstalig. We gingen eens kijken. Bij wijze van opening van het festival studeerde een dirigent met het publiek Droomland in. Nou ja, instuderen… Maar in elk geval zongen we met zijn allen uit volle borst, ik meen zelfs tweestemmig. Het is een heerlijk lied om groepsgewijs te zingen.
Ik weet niet precies of het daardoor kwam, maar kort daarop was mijn vrouw lid van een met Grachtensmart ‘concurrerend’ koor: de Steegzangers, genoemd naar het roemruchte Utrechtse buurtje de Zeven Steegjes. Het koor oefende in het buurtgebouwtje daar, zodoende. Vervolgens bleek mij dat er allerlei korenfestivals zijn. Ik heb er als toeschouwer/-hoorder nogal wat bezocht en Droomland kwam vaak langs, in allerlei smaken en kleuren.
Het is een oud lied. Ik had altijd een beetje het idee dat het in de Jordaantraditie thuishoorde; steeds gedacht dat het in ons land voor het eerst op de plaat is gezet door Johnny Jordaan, in duet met Tante Leen en later met Willy Alberti; of andersom. Blijkt niet te kloppen. Het is voor het eerst op de plaat gezet door Willy Derby, in 1934. Veel later kwam Willy Alberti met de zangeres Ans Heidendaal en inderdaad daarna ook met Johnny Jordaan. Er is ook een kunstfluitversie uit die tijd, van de toen beroemde Jan Tromp. Ja, dat bestond toen.
Nog een groot zanger: Rinus Michels. Hij had het ook op zijn repertoire staan. Ik herinner mij beelden uit 1988. Hij zong met luide stem voor het Nederlandse kampioenselftal. Schitterogen, handen diep in de zakken en zonder enige terughoudendheid. Prachtig, maar…. in het Engels: Beautiful Isle of Somewhere. Nu zijn er niet veel liedjes vanuit het Nederlandse taalgebied naar het Angelsaksische gebracht en ook deze niet. Het lied komt uit Amerika.
In 1897 voelde een domineesvrouw, Jessie B. Pounds, zich op een zondag niet zo goed en ging niet mee naar de kerk. Toen de dominee terug kwam had ze de tekst klaar. John S. Fearis maakte de muziek en de rest is geschiedenis. De tekst van Jessie was wat aan de religieuze kant. Tekst en muziek leenden zich goed voor begrafenisplechtigheden. Het is bijvoorbeeld gespeeld op de begrafenis van de vermoorde president McKinley. In versies van Vera Lynn en Jo Stafford was het een tijd een soort Amerikaans Waarheen Waarvoor.
In de Nederlandse vertaling van J. Poeltuyn is het religieuze aspect verdwenen en is het lied alleen nog sentimenteel/utopisch. Door Paul de Leeuw en André Hazes is de belangstelling ervoor niet zo lang geleden weer opgeleefd. Dat gold niet voor de smartlappenkoren en hun publiek natuurlijk, daar is die nooit weg geweest. Tegenwoordig zingen allerlei lui het. Kijk maar eens op Youtube. Stoor je niet al te zeer aan types als Gerard Joling of aan van die schattige kleine jongetjes met-goud-in-de-keel. Wel jammer is het dat de Jordaanversies er niet op staan; en Rinus Michels!
Het is ook een lied dat zich goed leent voor herberijming ten behoeve van bruiloften en partijen. Onlangs voerden we een instrumentale versie uit voor een jarige vriendin, waarna eerst haar man (met een eigen tekst) en daarna het publiek (Tekst Poeltuyn) mocht zingen. Zelden zo’n plezier gehad. *************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2010 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |