archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Yalda en Esther, hartsvriendinnen | Willem Minderhout | |||
In de reeks interviews met studenten van de Haagse Hogeschool is het deze keer de beurt aan Esther Grisnich en Yalda Walinezjadazl. Op het eerste gezicht zijn beide dames elkaars absolute tegenpolen. Yalda is weggegaan uit Iran omdat zij het daar als seculier persoon niet uit kon houden in zo’n door religieuze dwingelandij doordrenkte samenleving. Esther komt uit een echt SGP-nest en haar leven wordt juist getekend door een vrijwillige onderwerping aan allerlei religieuze regels in een seculiere maatschappij. Toch zijn ze vanaf de eerste dag dat ze elkaar tegenkwamen op de Haagse Hogeschool dikke vriendinnen.
‘Ik heb me nooit zo tot mijn eigen kring beperkt, dus zo gek is het niet dat ik met Yalda kennismaakte. Dat het zo zou klikken was natuurlijk niet te voorzien. Ik ben heel gelukkig met onze vriendschap. We trekken elkaar door de studie heen, want we zitten allebei wel eens in een dip. Dat heeft niets met onze studievaardigheden te maken, want we zitten allebei in het Mastertraject. Dat wil zeggen dat we na de HHS in één jaar onze Master Bestuurskunde in Leiden kunnen halen. We worstelen allebei met onze afkomst, al is dat bij Yalda natuurlijk veel heftiger dan bij mij. Zij heeft haar hele verleden achter zich gelaten en moest hier opnieuw beginnen.’
‘Esther was een van de eerste medestudenten die kennis met me maakte. Mijn Nederlands was niet zo goed en ik zie er natuurlijk wat anders uit dan de meesten, dus ze was nieuwsgierig naar waar ik vandaan kwam. Net als veel Nederlanders wist ze niet zoveel over Iran. De meesten weten het verschil tussen Iran en Irak niet eens. Esther wilde wel alles weten.’
‘Ik was enorm onder de indruk van Yalda. Ze was hier nog maar twee jaar en beheerste het Nederlands al zo goed dat ze een HBO-studie kon gaan doen. Ze was ook constant met die taal bezig. Ze hield allemaal lijsten bij van woorden die ze nog niet kende. Al die lijsten samen vormen volgens mij een goede basis voor een woordenboek Nederlands-Perzisch.’
‘Ik wist eigenlijk relatief veel over Nederland. In Iran is het onderwijs erg goed en er werd op school veel aandacht besteed aan geschiedenis en aardrijkskunde. Pas de laatste tijd probeert het regime ook die vakken te islamiseren. Ik heb bijvoorbeeld gehoord dat de Franse Revolutie niet meer behandeld mag worden.‘
‘We lijken qua achtergrond elkaars spiegelbeeld, maar dat heeft onze vriendschap nooit in de weg gestaan. Mijn vader heeft zich als grondwerker opgewekt tot een succesvolle ondernemer. Hij werkt onder andere veel voor de familie Van der Valk. Studeren wordt in ons gezin niet echt gestimuleerd. Van meisjes wordt helemaal niet verwacht dat ze verder studeren na het VMBO. Meer heb je toch niet nodig als moeder? Yalda komt uit een familie met allemaal hoogleraren. Ze heeft zelfs twee jaar medicijnen gestudeerd in Iran.’
‘Ik kom uit een familie die hoge functies bekleedde onder de Shah. Mijn opa was filosoof en voor de Islamitische Revolutie een tijdje burgemeester van Tabriz. Mijn vader was burgemeester van Maku. Na de revolutie werden alle mensen die onder de Shah een functie hadden bekleed weggezuiverd. Mijn vader is hoogleraar natuurkunde geworden. De toestand in Iran is verschrikkelijk, maar het regime is ook weer niet te vergelijken met de Taliban of zo. Vrouwen hebben betrekkelijk veel bewegingsvrijheid. Ze kunnen studeren en werken. Thuis konden we gewoon over alles praten.’ ‘Ik ben altijd maatschappelijk en politiek actief geweest tegen de dictatuur. Ik steunde altijd die figuur die de democratie dichterbij kon brengen en ging daarbij vaak tot op het randje. Tijdens de campagne voor Khatami, ik was toen zeventien, ben ik keihard op mijn hoofd geslagen door de schooldirecteur. Uit respect voor mijn vader heeft hij me niet aangegeven. Mijn vader vond dat verschrikkelijk. Hij is voortdurend bang en wil het liefst zo min mogelijk opvallen. Ik wilde altijd politicologie studeren, maar dat vond hij maar niets. Daarom ben ik medicijnen gaan studeren totdat ik weg kon naar Nederland. Ik ben dus heel blij dat ik hier bestuurskunde kan studeren.’
‘Bij mij ging dat dus heel anders. Studeren, en zeker bestuurskunde, was voor meisjes eigenlijk niet zoals de gewoonte is. Daar heb ik me altijd tegen verzet. Dat is eigenlijk gek, want mijn broers en mijn zus lopen altijd keurig in de pas. Mijn ouders denken dat ik afdwaal en soms voel ik me inderdaad een ‘koekoeksjong’. Ik ben en blijf een gelovige Christen, maar ik wil me niet beperken tot dat enge milieu van de Gereformeerde Gemeente. Mijn ouders zijn daar overigens ook wel wat van teruggekomen toen er in de kerk onenigheid ontstond met de dominee en de kerkraad waar ook mijn directe familie bij betrokken was. Het was een moeilijke periode en ook heel pijnlijk omdat je het vertrouwen in de dominee en de kerk verloor maar ook veel vrienden en kennissen kwijtraakte. Het gevoel buitengesloten te worden en onrecht te zien raakt je als tiener diep en is onvergetelijk. We zijn toen met de hele familie naar de Hersteld Hervormde Kerk gegaan waar mijn ouders toch ook wel hebben leren kijken buiten de kerkmuren van de Gereformeerde Gemeente. Het veranderen van kerk betekende wel dat veel van onze vrienden en kennissen niets meer met ons te maken wilden hebben en ik mijn vriendinnen en vriendengroep verloor. Ik kon niet tegen dat bekrompen gedrag. Die verschrikkelijke sociale controle, het geroddel en het kijken met oogkleppen op! Ik hoor wel eens vergelijkbare verhalen van medestudenten uit strenge Moslimgezinnen. Ik denk dat er heel veel overeenkomsten zijn tussen strenge Moslims en strenge Gereformeerden.’ ‘Ik heb altijd graag gezongen en wilde na de Driestar, een Reformatorische school in Gouda, naar het conservatorium voor klassieke zang. Dat vonden mijn ouders echter veel te veel op jezelf gericht. Om maar zo snel mogelijk klaar te zijn met een MBO-opleiding heb ik heb Sociaal-Pedagogisch Werk gestudeerd in Alphen. Dat was geen gereformeerde school en ik kwam met allerlei soorten mensen in contact. Ik vond dat heerlijk. Ik twijfel of bijzonder onderwijs nu zo’n grote rol moet spelen. De verantwoordelijkheden voor een opvoeding in een bepaalde richting is toch aan de ouders? Of zouden ouders de weg van de minste weerstand willen kiezen en hun kind willen beschermen?’ ‘In tegenstelling tot mijn ouders was ik al jong ondernemend en ging stage lopen in Canada, terwijl mijn ouders nog nooit gevlogen hebben. Ik was ook betrokken bij het Onderwijs Vernieuwingsprogramma. Uiteindelijk werd ik gekozen tot studentenafgevaardigde van de MBO’s in de stuurgroep waarvoor we een keer moesten vergaderen bij staatssecretaris Van Bijsterveldt op het ministerie. Daar waren ze zo van me onder de indruk dat ze me adviseerden om bestuurskunde te gaan studeren. ‘Zie je wel, ik moet verder studeren wil ik de wereld iets goeds achter kunnen laten’, ging er toen door me heen. Ik heb hun advies opgevolgd en er geen moment spijt van gehad.’
‘Esther is zo sterk! Ik zat een paar keer helemaal stuk door wat er zich de laatste tijd allemaal in Iran afspeelt. Ik kon gewoon even geen aandacht meer aan school besteden. Bovendien ging het thuis een tijdje niet zo goed. Esther grijpt me dan bij mijn lurven en sleept me er weer bij.
De Iraanse oppositie moet het van de vrouwen hebben. Nu al bestaat 70% van alle studenten in Iran uit vrouwen. Wacht maar tot die op de arbeidsmarkt komen. Dan is het onmiddellijk gedaan met dat achterlijke regime van ayatollahs en mullahs.
Ik ga nooit, nooit, nooit terug zolang daar een dictatuur heerst. De vrijheid van meningsuiting is voor mij fundamenteel. Als dat ontbreekt stik ik. De overheid mag niet bepalen wat je gelooft of denkt! Ik heb het bovendien heel erg naar mijn zin in Nederland.’
‘Mijn vriendschap met Yalda heeft mijn blik verruimd. We leven vanuit totaal verschillende uitgangspunten, maar we kunnen elkaar altijd weer vinden. Ik heb net een reis naar India achter de rug met een groep medestudenten. Ook dat was voor mij een hele ervaring. Je ervaart dat mensen totaal anders kunnen leven en toch gelukkig kunnen zijn. Dat ik in Lisse ben geboren in een Gereformeerd gezin bepaalt natuurlijk mijn leven, maar dat geeft me toch geen recht om over anderen te oordelen? Ik ben er steeds meer van overtuigd dat het streng gereformeerde denken dat alleen wij naar de hemel mogen, niet de ware weg is. Dat gezeur over kleine dogmatische dingen! Alsof het God daarom gaat! Ik ga tegenwoordig wel eens naar de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt op aanraden van een klasgenoot. Ik vind dat een verademing.’
‘Ik vind dat veel gelovigen een voorbeeld aan Esther kunnen nemen. Zij staat werkelijk open voor iedereen en blijft toch zichzelf.‘
‘Ja, maar wie ‘ik ben’, weet ik niet zo goed meer. Ik ben constant in ontwikkeling.‘
********************************
|
||||
© 2010 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |