archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Echte stratenmakers gevraagd Frits Hoorweg

0618BZ Stratenmaker
Dit is een kwestie van grote sociale en politieke importantie: de achteruithollende kwaliteit van de bestrating in Nederland. Het heeft iets belachelijks om je daar druk over te maken, dat besef ik ook wel. Vandaar die eerste zin, waarin Janis Joplin wordt geparafraseerd. Zij liet een gezongen gebed, waarin ze de Heer vraagt of hij geen Mercedes Benz * voor haar kan kopen, voorafgaan door: ‘This is a song of great social and political import.’ Een beetje ironie kan geen kwaad, maar geen misverstand: het is voor mij een serieuze ergernis.
Als een mens zich ergens aan gaat storen krijgt hij onvermijdelijk het idee dat het vroeger beter was. Hier is sprake van een psychologische wetmatigheid, die niet noodzakelijkerwijs zijn oorsprong in de realiteit heeft. Holt de kwaliteit van de bestrating echt achteruit? Ik denk het wel, vooral omdat ik een voor de hand liggende reden zie waarom het zo is.
 
De straat, en de stoep niet te vergeten, moet regelmatig open voor de zoveelste nieuwe buis of kabel. Ik vermoed dat die kabels het grootste probleem zijn. Het aanbod van nieuwigheden op elektronisch gebied groeit tegen de klippen op en om daar ten volle van te kunnen profiteren hebben we steeds geavanceerdere leidingen nodig. En vlug een beetje graag! Overal worden ze vandaan gehaald: mannen om de straat open te breken, en er een nieuwe kabel in te leggen, vaak uit verre landen. Stratenmakers zijn het beslist niet. Ze leggen de stenen op een rijtje en gaan er een paar keer met zo’n lawaaiapparaat overheen, dat is alles. Eens in de zoveel tijd wordt er vanwege de gemeente wel een poging gedaan om de straat weer op te knappen, maar veelal staat binnen een maand het volgende ploegje ongeschoolde gravers al weer op de stoep. Het lukt de gemeente blijkbaar niet vat op dat proces te krijgen.

Jaren geleden bezocht ik zo’n bijeenkomst waar mensen verhalen uitwisselen over hun werk. Daar kun je wat van leren, is het idee. Bij dergelijke evenementen overheerst in het algemeen beleefde belangstelling. Ook als het verhaal slecht verteld wordt, of erger nog volstrekt oninteressant is, veinst men interesse. Om in ieder geval de verteller niet te ontmoedigen. Maar bij deze specifieke gelegenheid ging dat mis. Een van de deelnemers vertelde dat hij bij een grote gemeente belast was met de coördinatie van de wegopbrekingen. Er ging een homerisch gelach op. ‘Wordt dat dan gecoördineerd? Nooit gemerkt!’ riep iemand en dat gaf de verteller de gelegenheid te zeggen dat hij daar dus verandering in ging brengen. Hoe hij dat dacht te gaan doen ben ik vergeten en ik heb niet de indruk dat het gelukt is. Er schijnt nu een nieuw initiatief te zijn om er wat aan te gaan doen (www.graafschade-voorkomen.nl ). Daar moet ik me eens in verdiepen.

Waar zijn de klassieke stratenmakers trouwens gebleven? Juist op het moment dat we er veel nodig hebben zijn ze nauwelijks meer te vinden. Nu ken ik mensen die dat zien als een teken van sociale vooruitgang en daar is iets voor te zeggen. Maar het is wel een merkwaardig gegeven dat juist als de markt erom schreeuwt zo’n beroep lijkt weg te kwijnen. Als het werk in zijn klassieke vorm lichamelijk te zwaar is moet je manieren zien te vinden om aanpassingen te ontwikkelen, zou ik denken. Je hebt nu het zogenaamde mechanisch bestraten, waarbij een vierkant van stenen dat op een tableau wordt aangeleverd in een keer wordt gelegd. Misschien heeft dat de toekomst, maar het resultaat hangt erg af van goed voorwerk en goede nazorg en ik heb het idee dat het daar vaak aan schort. Het komt namelijk regelmatig voor dat ik over een ogenschijnlijk mooi stukje straat loop of fiets en onder me de stenen tegen elkaar hoor klikken, een beetje zoals dominostenen die in serie omvallen. Het lijkt mij onvermijdelijk dat de boel daardoor sneller dan normaal gaat verzakken, maar alleen vanwege dat geluid al zou men dat moeten zien te voorkomen. Waarom? Omdat het niet zo hoort!

In een boek van Donna Leon ** voert Signorina Elettra (een medewerker van de politie) een toneelstukje op om een verdachte arts te misleiden. Als deze haar meedeelt dat ze de mogelijkheid zelf kinderen te krijgen uit haar hoofd moet zetten, huilt ze tranen met tuiten. Wanneer haar later gevraagd wordt of ze dat niet moeilijk vond, zegt ze: ‘Nee hoor, ik hoefde alleen maar te denken aan de masegni’. Uit de context blijkt dat het om straatstenen of tegels gaat die van oudsher in Venetië gebruikt werden. Bij een recente ophoging van het wegdek zijn ze echter vervangen door een ander, waarschijnlijk makkelijker te hanteren, soort stenen.
Kijk, zo uitzonderlijk is het blijkbaar ook weer niet dat ik chagrijnig wordt van de kwaliteit van onze bestrating.

* Op de LP ‘Pearl’
** ‘Suffer the little children’
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Echte stratenmakers gevraagd Frits Hoorweg
0618BZ Stratenmaker
Dit is een kwestie van grote sociale en politieke importantie: de achteruithollende kwaliteit van de bestrating in Nederland. Het heeft iets belachelijks om je daar druk over te maken, dat besef ik ook wel. Vandaar die eerste zin, waarin Janis Joplin wordt geparafraseerd. Zij liet een gezongen gebed, waarin ze de Heer vraagt of hij geen Mercedes Benz * voor haar kan kopen, voorafgaan door: ‘This is a song of great social and political import.’ Een beetje ironie kan geen kwaad, maar geen misverstand: het is voor mij een serieuze ergernis.
Als een mens zich ergens aan gaat storen krijgt hij onvermijdelijk het idee dat het vroeger beter was. Hier is sprake van een psychologische wetmatigheid, die niet noodzakelijkerwijs zijn oorsprong in de realiteit heeft. Holt de kwaliteit van de bestrating echt achteruit? Ik denk het wel, vooral omdat ik een voor de hand liggende reden zie waarom het zo is.
 
De straat, en de stoep niet te vergeten, moet regelmatig open voor de zoveelste nieuwe buis of kabel. Ik vermoed dat die kabels het grootste probleem zijn. Het aanbod van nieuwigheden op elektronisch gebied groeit tegen de klippen op en om daar ten volle van te kunnen profiteren hebben we steeds geavanceerdere leidingen nodig. En vlug een beetje graag! Overal worden ze vandaan gehaald: mannen om de straat open te breken, en er een nieuwe kabel in te leggen, vaak uit verre landen. Stratenmakers zijn het beslist niet. Ze leggen de stenen op een rijtje en gaan er een paar keer met zo’n lawaaiapparaat overheen, dat is alles. Eens in de zoveel tijd wordt er vanwege de gemeente wel een poging gedaan om de straat weer op te knappen, maar veelal staat binnen een maand het volgende ploegje ongeschoolde gravers al weer op de stoep. Het lukt de gemeente blijkbaar niet vat op dat proces te krijgen.

Jaren geleden bezocht ik zo’n bijeenkomst waar mensen verhalen uitwisselen over hun werk. Daar kun je wat van leren, is het idee. Bij dergelijke evenementen overheerst in het algemeen beleefde belangstelling. Ook als het verhaal slecht verteld wordt, of erger nog volstrekt oninteressant is, veinst men interesse. Om in ieder geval de verteller niet te ontmoedigen. Maar bij deze specifieke gelegenheid ging dat mis. Een van de deelnemers vertelde dat hij bij een grote gemeente belast was met de coördinatie van de wegopbrekingen. Er ging een homerisch gelach op. ‘Wordt dat dan gecoördineerd? Nooit gemerkt!’ riep iemand en dat gaf de verteller de gelegenheid te zeggen dat hij daar dus verandering in ging brengen. Hoe hij dat dacht te gaan doen ben ik vergeten en ik heb niet de indruk dat het gelukt is. Er schijnt nu een nieuw initiatief te zijn om er wat aan te gaan doen (www.graafschade-voorkomen.nl ). Daar moet ik me eens in verdiepen.

Waar zijn de klassieke stratenmakers trouwens gebleven? Juist op het moment dat we er veel nodig hebben zijn ze nauwelijks meer te vinden. Nu ken ik mensen die dat zien als een teken van sociale vooruitgang en daar is iets voor te zeggen. Maar het is wel een merkwaardig gegeven dat juist als de markt erom schreeuwt zo’n beroep lijkt weg te kwijnen. Als het werk in zijn klassieke vorm lichamelijk te zwaar is moet je manieren zien te vinden om aanpassingen te ontwikkelen, zou ik denken. Je hebt nu het zogenaamde mechanisch bestraten, waarbij een vierkant van stenen dat op een tableau wordt aangeleverd in een keer wordt gelegd. Misschien heeft dat de toekomst, maar het resultaat hangt erg af van goed voorwerk en goede nazorg en ik heb het idee dat het daar vaak aan schort. Het komt namelijk regelmatig voor dat ik over een ogenschijnlijk mooi stukje straat loop of fiets en onder me de stenen tegen elkaar hoor klikken, een beetje zoals dominostenen die in serie omvallen. Het lijkt mij onvermijdelijk dat de boel daardoor sneller dan normaal gaat verzakken, maar alleen vanwege dat geluid al zou men dat moeten zien te voorkomen. Waarom? Omdat het niet zo hoort!

In een boek van Donna Leon ** voert Signorina Elettra (een medewerker van de politie) een toneelstukje op om een verdachte arts te misleiden. Als deze haar meedeelt dat ze de mogelijkheid zelf kinderen te krijgen uit haar hoofd moet zetten, huilt ze tranen met tuiten. Wanneer haar later gevraagd wordt of ze dat niet moeilijk vond, zegt ze: ‘Nee hoor, ik hoefde alleen maar te denken aan de masegni’. Uit de context blijkt dat het om straatstenen of tegels gaat die van oudsher in Venetië gebruikt werden. Bij een recente ophoging van het wegdek zijn ze echter vervangen door een ander, waarschijnlijk makkelijker te hanteren, soort stenen.
Kijk, zo uitzonderlijk is het blijkbaar ook weer niet dat ik chagrijnig wordt van de kwaliteit van onze bestrating.

* Op de LP ‘Pearl’
** ‘Suffer the little children’
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2