archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Vechten met de beer | Jack Luiten | |||
Dat de kermis in het Zuid-Hollandse dorp Stompwijk achter de rooms-katholieke kerk wordt gehouden, lijkt toeval. Kermis komt niettemin van kerkmis, een kerkwijdingfeest. Dat feest gaat soms terug naar de oprichtingsdatum van een parochie. Een kermis werd vaak gehouden in combinatie met processies, een jaarmarkt of jaarbeurs. Het Duitse Messe staat ook voor jaarbeurs. De kermis is door de jaren heen altijd een volksfeest geweest. En dat is het nog, want nog steeds worden, op soms heel kleine schaal, kermissen gehouden, niet alleen in Nederland maar bijvoorbeeld ook in Frankrijk en Duitsland.
Oude kermisvermaken op de Nederlandse kermis als dassenbijten, ganstrekken, schijfschieten en mastklimmen begonnen medio de twintigste eeuw plaats te maken voor draaien, zweven en botsen. En niet te vergeten bier drinken, want dat hoort ook bij een kermis. In het Westland werd de kermis ooit op religieuze gronden verboden. Jongemannen uit die regio gingen op de fiets naar Stompwijk, waar de kermis naam had gemaakt. Daar viel altijd wat te beleven.
Een van de attracties was de bokstent. De overmoedige kermisbezoeker kon het opnemen tegen een zwarte bokser, een echte judoka en ….tegen een heuse beer. Vechten tegen de beer was een onderdeel van ‘de show’ van de bokstent. Amper vijftig jaar terug maakte amper iemand zich druk over dierenwelzijn. En een verhaal over een politieke partij voor dieren zou zeker op de kermis een dijenkletser zijn geweest.
De harddraverijvereniging Nooitgedacht en de Stompwijkse kermis bestonden onlangs honderd jaar. Het bestuur van die vereniging heeft een fraai geïllustreerd boek laten maken *. Met daarin uiteraard aandacht voor het vechten tegen de beer.
‘Wie wil er vechten tegen de beer?’ herhaalde de speaker uitdagend wanneer er geen reactie kwam uit het massaal toegestroomde publiek. ‘Is er dan niemand met spierballen, die zo’n lief beestje durft aan te pakken? Die beer eet u heus niet op!’ De spanning werd opgevoerd. De toeschouwers keken om zich heen om te zien of er links, rechts of misschien ergens achteraan toch nog een arm omhoog ging. Het werd even stil. En dan ineens: ‘Ja, hier’. Iemand uit de achterste rij van het publiek had zich gemeld. Onmiddellijk vloog vanaf het podium een gele overall over de hoofden van het publiek richting de lefgozer die het tegen de beer durfde op te nemen.
Twee van die onverschrokken jonge plaatselijke helden waren Jan Vogelaar (62) en Henk Zonderop (64). De nog steeds aan de Stompwijkseweg wonende Vogelaar weet zich zelfs de namen van beide beren nog te herinneren: Tosca en Sylvia. ‘Die stonden boven op het podium een flesje suikerwater leeg te tullen. Ze hadden een stevige muilkorf om en lederen beschermers voor de nagels van de voorpoten.’
De steile wand, de kleefton en de cakewalk, het waren stuk voor stuk populaire kermisattracties uit de jaren zestig. De grote bokstent met de beren heeft waarschijnlijk maar één keer op de Stompwijkse kermis gestaan. Er zijn dus niet veel voorstellingen geweest, maar menig al wat oudere kermisbezoekers weet zich die sensatie nog wel te herinneren.
Maar de echte krachtmeting zal menigeen zijn tegengevallen, denkt de al vele jaren in Rijpwetering woonachtige Zonderop. ‘Dat beest ging tegen me aan staan en hopsakee, voordat ik er erg in had lag ik al op de grond. Het was eigenlijk geen gevecht. Dat kon je natuurlijk nooit winnen,’ zegt de oud-Stompwijker, die zeker zo graag vertelt over andere attracties op de kermis. Zelfs de namen van de kermisexploitanten van toen weet hij zich na bijna een halve eeuw nog te herinneren: ‘De steile wand was van Jan Zusters en de bokstent van Jan de Groninger.’
Hij vertelt ook hoe hij met z’n Thomos rondjes draaide op de steile wand. En hoe hij werd ‘ingehuurd’ door de baas van de bokstent. ‘Als ik een robbertje wilde vechten in de bokstent kreeg ik vijftien gulden. Dat gingen we later opdrinken in het Blesse Paard. En daar kwam soms nog een fooi bij van de steile wand, we werkten per slot van rekening mee aan de voorstelling.’
In deze tijd waarin dieren worden doodgeknuffeld, is het nauwelijks meer voor te stellen dat er inderdaad twee reusachtige grizzlyberen op de Stompwijkse kermis huisden om het dorpse feest op te luisteren. Welk jaar het is geweest, kan niemand met zekerheid zeggen, het moet tweede helft jaren zestig zijn geweest. En foto’s van de ‘berenvoorstelling’ zijn tot op heden niet boven water gekomen. Maar bij Vogelaar staat de voorstelling van de beren nog scherp op het netvlies. ‘Die beren gingen wippen, jawel, op een echte wip. Gemaakt van staal, want die beesten waren loodzwaar. Een van die beren draaide ook rondjes op een step. Van mijn gevechten tegen de beer weet ik nog, dat ik echt probeerde om dat beest beet te pakken. Maar zo’n enorme beer douw je niet weg. Geen beginnen aan, want die grizzlybeer was twee koppen groter dan ik.’
Volgens Vogelaar was hij door anderen tot zijn daad van jeugdige overmoed aangezet. ‘We zaten in de tent met onder anderen Jan Verhagen en Henk van Leeuwen. Ze boden een tientje de man, als ik het deed. Ik heb, geloof ik, twee keer tegenover die beer gestaan. Eén keer kreeg ik zo’n gooi, dat ik uit de kooi werd geworpen, door het gordijn, het podium over en zo het trapje af naar beneden. Nee, ik heb er geen kneuzingen aan overgehouden. Althans, niet dat ik me herinner.’
Wat de geboren en getogen Stompwijker nog wel weet is dat hij van de eigenaar van de berentent 25 gulden kreeg voor zijn heldenmoed. ‘Ik geloof dat ik toen 45 gulden per week verdiende, dus dat was een heel bedrag.’ En eenmaal op de praatstoel: ‘Oh ja, die bokser van de bokstent kan ik me ook nog goed herinneren, ’n blonde gozer met de naam Johnny Gamble. Ja, die namen zijn me wel bijgebleven.’ Verder stond er volgens hem ook een judoka op het podium aan het begin van de voorstelling. Maar de meeste aandacht ging natuurlijk uit naar de beren.
De andere waaghals, Henk Zonderop, is een rappe prater. Hij haalt graag herinneringen op aan Stompwijk. Somt een rijtje namen op, waaronder die van leeftijdgenoot Theo Loose, die een paar weken voor dit vraaggesprek plotsklaps overleed. Dat greep hem aan: ‘Altijd een heel goeie maat van me geweest, die net als ik volop bezig was met de bescherming van weidevogels.’
Zonderop vertelt en passant over de Elfstedentocht van 1963 (‘Ik heb 120 kilometer gereden.’) en z’n schaatsende dorpsgenoten Kees de Haas en Toon de Winter, die ook een heel eind kwamen. En over het Nederlands kampioenschap boegsprietlopen, dat hij al 25 jaar in Rijpwetering organiseert. ‘NK Boegsprietlopen’ staat er letterlijk op het visitekaartje van Zonderop, die voor z’n vele vrijwilligerswerk zelfs een lintje heeft gekregen. ‘Ik hoop ook dat evenement nog een tijdje te mogen organiseren. Stuur al die Stompwijkers maar eens langs. Kunnen ze hier laten zien of ze wat durven…..’
* Dit artikel is een bewerking van een tekst uit het boek.
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief. Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2009 Jack Luiten | ||||
powered by CJ2 |