archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Een rustig mens | ||||
Hoofdredacteur ESB Fieke van de Lecq is economisch met haar tijd | Theo Capel | |||
Voor economen is tijd kostbaarder dan geld. Dat was de ervaring van Fieke van der Lecq toen ze exit-interviews hield met opzeggers van hun abonnement op het tijdschrift ESB. De afkorting staat voor Economisch Statistische Berichten, zoals de titel van het blad voluit luidt. Het is het vakblad voor economen, maar niet voor hen alleen, dat decennialang een weekblad was. Sinds 2003 verschijnt het tweewekelijks. “Onze lezers kwamen er niet meer aan toe het elke week te lezen. Het bleef op de stapel liggen. Het ging de opzeggers minder om de kosten, dan om de tijd. Natuurlijk zie je ook wel invloed van de conjunctuur, maar dat zit dan meer bij de institutionele abonnees. Een bedrijf dat bijvoorbeeld eerst dertien abonnementen had, vermindert dat aantal met een paar als er bezuinigd moet worden.” Van der Lecq (“Ja met een c en een q. Het klinkt chique, maar het is maar een gewone naam”) is sinds vier jaar hoofdredacteur van ESB. Het is een volle baan waarvan ze één werkdag weet te combineren met wetenschappelijk werk. Voor die ene dag heeft ze een zogenaamde nul-aanstelling aan de Erasmus Universiteit, een aanstelling zonder salaris, maar wel met faciliteiten als het gastgebruik van iemands werkkamer. Op grond van die aanstelling wordt ze geacht primair door publicaties aan de ontwikkeling van de economische wetenschap bij te dragen. En dan zijn er nog talrijke andere bezigheden en beslommeringen waarmee ze haar week opvult. Een druk bezet leven vereist een goede dagindeling, bereikbaarheid, besliskracht en, al klinkt dat paradoxaal, rust om zaken te overdenken en om bij te komen en op te laden. Allemaal zaken die ze goed in het oog houdt. In een artikel in de Volkskrant werd Fieke van der Lecq gerekend tot de 100 vrouwen die ministeriabel zijn. Daarover is ze laconiek. “Op zo'n positie zit ik niet te wachten. Bovendien, ik ben 37 en als je naar de vrouwen van dertig in dit kabinet kijkt, dan zie je dat het alleen maar staatssecretarissen zijn. De vrouwelijke ministers van dit moment zijn ouder. Op zich zou je op je 37e best minister kunnen zijn.” Ze is overigens zeer content met het hoofdredacteurschap. “Het is een felbegeerde positie. Ik ben de opvolger van Hugo Keuzekamp die vervolgens hoogleraar aan de UvA was en sinds kort weer naar het bedrijfsleven is overgestapt. Ik werd het door gewoon te solliciteren. Als beetje serieus econoom lees je je vakblad en daarin stond een advertentie. Jazeker, er waren meer kandidaten, maar ze kozen voor mij.” Het zal vast geholpen hebben dat ze cum laude is afgestudeerd. Ze deed aan de RUG een dubbel doctoraal: in algemene economie en in bedrijfseconomie. Het cum laude gold voor de laatstgenoemde richting (“Ja inderdaad, er bestaat ook summa cum laude , maar dan moet je, geloof ik, overal een 9 voor hebben gehaald. Dat lukt maar weinigen. Roel Pieper is dan een voorbeeld dat me te binnen schiet”). Enkele jaren terug, in de periode dat ze senior-beleidsmedewerker op het Ministerie van Financiën was, promoveerde ze op een onderwerp uit de geldtheorie ('Money, coordination and prices'). “Het is in het Engels, meteen zo geschreven. Engels is zo'n beetje de vaktaal van economen. Je ziet in hun Nederlandse publicaties ook veel Engels jargon. Dat maakt een artikel niet aantrekkelijker om te lezen en economen worden toch al niet getraind om prettig leesbare artikelen te schrijven. Nederlands wordt steeds meer een moeilijke taal voor hen. Flip de Kam is een van de weinigen die daar nooit problemen mee heeft en al sinds jaar en dag in NRC Handelsblad aansprekend over economie schrijft. Als redactie is het onze taak om artikelen te plaatsen die uitnodigen tot lezen. Zo'n driekwart van de artikelen krijgen we aangeboden. Het overige kwart acquireren we zelf. We hebben allerlei economen in ons achterhoofd. ESB zelf heeft een zeer kleine redactie. Wij zijn dan ook redacteuren en geen journalisten. Als hoofdredacteur ben ik meewerkend voorvrouw.” Behalve dat laatste is Fieke van der Lecq ook uit hoofde van haar functie lid van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. “Eerst was de toegang beperkt tot hoofdredacteuren van dagbladen. Toen mochten de serieuze opiniebladen erbij en vervolgens de nieuwsrubrieken van radio en tv. Ik heb toen als vakblad met maatschappelijke betekenis en met invloed aangeklopt en werd toegelaten. Wij worden als ESB vaak geciteerd als nieuwsbron en men interviewt onze auteurs.” Een bekend voorbeeld van een artikel met nieuwswaarde is het vaste nieuwjaarsartikel dat door de secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken wordt geschreven over de toestand van de Nederlandse economie. Het maken van een tijdschrift hangt van het nemen van beslissingen aan elkaar. Er is de planning van de inhoud, de bespreking van de stukken, kiezen voor auteurs en dan ook nog de gang van zaken om daadwerkelijk alles op tijd gedrukt en bij de abonnees te krijgen. Aan beslissen gaat meestal overleg vooraf, maar uiteindelijk moet er toch een knoop worden doorgehakt. Uiteindelijk is vaak een verkeerd woord. Er moet nu een beslissing worden genomen. “Bepaalde zaken kun je makkelijk inschatten, helemaal als je vier jaar het blad maakt. Maar soms is het verstandig om bedenktijd te nemen. Dan zeg je bijvoorbeeld dat je iemand over een uur terugbelt, ook al staat er druk op je om meteen iets te besluiten. Snel knopen doorhakken spreekt wel aan, maar je moet wel bedenken of het verstandig is. Trots zijn dat je altijd snel kan beslissen, vind ik een verkeerde instelling. Of je nu wel of niet de tijd hebt of neemt voor een besluit, toch voel je de druk van al die kleine en grote zaken waar je de hele dag mee bezig bent. Daarom is het belangrijk dat je ook actief rust zoekt. Thuis heb ik daarom bewust geen televisie. Natuurlijk kan je het overkomen dat je dan van de televisie van de buren kunt genieten, maar gelukkig heb ik hele stille buren. Dat is ook een overweging om er te blijven wonen. Naar de radio luister ik wel, maar dan vooral in de auto in de file. Radio 1 is een hele goede nieuwszender. Films kijken en literatuur lezen doe ik ook niet. Non-fictie lees ik weer wel. En voor ontspanning probeer ik een keer of twee per week te rennen. En dan is er het ballroomdansen en latin dat ik graag doe.” Of de rustpunten in een druk leven bewaard blijven, is een open vraag. Met ingang van het nieuwe jaar wordt Fieke van der Lecq voorzitter van Mensa, de vereniging van hoogbegaafde mensen. Ze is daarvan al jaren lid. Tijdens haar werk als promotieonderzoeker aan de Groningse universiteit kreeg ze behoefte aan mensen met interesse in verschillende vakgebieden naast hun eigen discipline. Ze hoopte die te vinden in de club van slimme mensen. Enigszins onzeker liet ze zich testen. Haar goede intellectuele prestaties tijdens en na haar studie overtuigden haar niet meteen van het feit dat ze echt tot de slimsten van het land hoorde. “Dat is een bekende eigenschap van hoogbegaafden. Die bedenken altijd hoe iets nog beter kan. Dus toen ik de individuele test had gemaakt, die volgt als je voor de korte schriftelijke test slaagt, wist ik het nog net zo niet.” De ongerustheid was echter nergens voor nodig. Ze was welkom als lid. De gezelligheid vond ze er ook en de herkenning van haar eigen manier van doen en denken bij de anderen. Slimme mensen hebben de neiging verbanden en patronen te zien en snel een vertaalslag van de ene zaak naar de andere te maken. Dat is iets dat haar aanspreekt en ook voor haar geldt. Het voorzitterschap zal haar gauw ook een dag in de week kosten en dan zijn er met vaste zaken al zes dagen gevuld van de zeven. Rustige buren zijn dan extra nodig om tot jezelf te kunnen komen. En als de rust niet wil komen, omdat de gedachten vanzelf op blijven borrelen, kun je altijd nog proberen de hersens op non-actief te stellen door te gaan rennen of dansen. Bewegen kan een mens rustig maken, in ieder geval de denkende mens. |
||||
© 2004 Theo Capel | ||||
powered by CJ2 |