archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
e-Xhibitionisme Willem Minderhout

0610BZ LinkedIn
Regelmatig duiken er berichten op over jongeren die in de problemen zijn gekomen door al te grote openhartigheid op websites als Hyves, tot regelrechte chantage met - met behulp van webcams opgenomen – filmpjes van al te intieme handelingen. Ik vond dat altijd erg stom van die slachtoffers. Mijn kinderen zouden daar vast te slim voor zijn, om over mezelf nog maar te zwijgen.
 
Sinds kort begin ik daar sterk aan te twijfelen. Naast de Leunstoel houd ik nog een weblog, zet mijn artikeltjes voor gedrukte media op een website en ik heb al 150 filmpjes op YouTube gezet. Als me iets leuks overkomt en ik heb mijn digitale camera niet bij me, voel ik een lichte paniek opkomen omdat ik het niet kan documenteren.
 
Ik ‘zit’ zelfs op Hyves. Daar doe ik echter vrijwel niets mee. Ik ben ooit uitgenodigd om iemands ‘vriend’ te worden en daar heb ik ja tegen gezegd. Dat doe ik nog steeds als ik de uitnodigende partij ken en aardig vind. Ik heb zo een aantal uit het oog verloren vrienden en vriendinnen teruggevonden en dat vind ik erg prettig.
 
Deze passieve houding had ik lange tijd ook op zo’n ander relatienetwerk: ‘Linked In’. Ook daar ben ik ooit ingerold doordat ik werd uitgenodigd. Ik heb bij een ICT-firma gewerkt en in die wereld was dat systeem al heel snel populair, dus binnen de kortste keren had ik een heleboel contacten in mijn database. Linked In is gericht op professionals, niet op pubers. Een van de bedoelingen is dat je met behulp van die site ook werk – opdrachten of een baan – kunt vinden. Je kunt er dus ook je CV op kwijt. Dat CV vormt zich gedeeltelijk vanzelf, want als iemand je uitnodigt die meedeelt dat je ooit samen bij bedrijf X hebt gewerkt en je bevestigt dat, dan wordt dat automatisch in je profiel opgenomen.
 
Wat Linked In leuk maakt is, naast dat je adressenbestand actueel blijft en je contact houdt met al die mensen die tegenwoordig om de haverklap van baan veranderen, dat je de contacten van je contacten kunt zien. Dat maakt soms onvermoede relaties zichtbaar tussen vrienden, kennissen en (voormalige) collega’s. ‘Verrek, kennen die elkaar?’ Daarom – en natuurlijk omdat er een element van competitie in zit – ben ik ook begonnen met een actief uitnodigingsbeleid. Linked In is allang niet meer het domein van de IT-professionals. ‘Iedereen’ - tot Jan Peter Balkenende en Obama aan toe – kun je er tegenwoordig aantreffen.
 
Gebruik van Linked In leidt op verschillende manieren tot e-xhibitionistisch gedrag. Het meest onschuldige is de drang om het aantal contacten te maximaliseren. En het ene contact is het andere natuurlijk niet: een min of meer belangrijk persoon levert een mooi ‘plaatje’ op voor je album. Het lijkt zo een beetje op voetbalplaatjes sparen. ‘Yes! Ik heb Huntelaar!’ Dit leidt ook tot frustraties als de beroemdheden uit je kennissenkring weigeren om zich met Linked In in te laten. Zo probeer ik al maanden tevergeefs om de hoofdredacteur van De Leunstoel te verlokken om zich in te schrijven en zich bij mijn contacten te voegen. Kan je eindelijk eens met iemand pronken en dan krijg je dat.
 
Erger is het dat je je contacten kunt voorzien van een aanbeveling. Je kunt ook contacten vragen om zo’n aanbeveling voor jou te schrijven. Het kan natuurlijk functioneel zijn dat je, als je dit systeem gebruikt om aan opdrachten te komen, voormalige tevreden klanten hierom vraagt. Ik kreeg echter een paar keer zo’n verzoek van mensen die ik weliswaar goed ken, maar met wie ik nooit gewerkt heb. Ik had geen idee wat ik op zou moeten schrijven, ik schreef dan ook niets, maar0610Z Jenever dat bezorgde me wel een knagend schuldgevoel.
 
Op een avond – onder invloed van een paar prettige jenevertjes - heb ik ook een aantal aanbevelingen geschreven en – hoe laag kun je vallen – een aantal mensen gevraagd om mij aan te bevelen. Want dat is natuurlijk de bedoeling: you scratch my back, I scratch yours. Dat doe ik dus – als de jeneverfles in de kast blijft staan – niet meer.
 
Maar nu komt mijn grootste probleem. Enige tijd geleden vroeg iemand me of ik via Linked In wilde bijhouden wat ik aan het lezen ben. Ook weer zo’n leuk programmaatje. Je zoekt het desbetreffende boek op in de Amazon-catalogus en je kunt er een kort commentaar bij schrijven. Met een klik kun je zien welke andere Linked In gebruikers dat boek ook gelezen hebben en wat zij er van vonden.
 
Het vervelende is dat al je contacten een melding krijgen van het boek dat je hebt geselecteerd. En als je in je commentaar een typefout herstelt, krijgen ze die melding nog een keer. Het uitwisselen van informatie over boeken wordt zo een vorm van exhibitionistisch leesgedrag. Een dwangneuroot als ik wil dan ook nog eens compleet zijn en dat lukt niet altijd. Bart Tromps postuum verschenen Bush en Blair en het veld van eer, Van Casterens Lelystad, Siebelinks Suezkade, Frans Nauta’s Innovatieplatfom en Bert Kreemers’ Hete Hangijzers staan nog niet in de Amazoncatalogus. Het klamme zweet brak me uit: ‘Hoe houd ik mijn lijst nu compleet?’
 
Daarnaast heb ik de nare gewoonte om tientallen boeken tegelijk te lezen. Sommige heb ik in een dag uit, over sommige doe ik jaren en weer andere lees ik slechts gedeeltelijk. Wanneer voer je die nu in? Pas als je na een bladzijde of honderd denkt dat je het daadwerkelijk uit gaat lezen? Moet je een boek dat je na tien bladzijden ter zijde legt schielijk uit je lijst verwijderen? Moet je ook alle boeken die je ooit gelezen hebt invoeren? Ik twijfel, ik weet het niet, ik ben ten einde raad. Linked In zelf geeft niet veel steun. Je kunt je boeken op drie manieren catalogiseren: ‘is reading’, ‘has read’ en ‘wants to read’. De tweede categorie is al schier onuitvoerbaar, maar stel dat je aan de derde categorie begint en alle boeken invoert die je zou willen lezen? Het invoeren alleen al zou mij de tijd ontnemen om er nog één daadwerkelijk te lezen!
 
Ik brand ondertussen wel van nieuwsgierigheid om te weten met welke Linked In-gebruikers ik mijn lievelingsschrijvers deel. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik die boeken pas invoer als ik ze daadwerkelijk herlees. Dit stomme systeem stimuleert me op die manier tot een intensieve herleescampagne en dat is misschien een positief effect.
 
Maar waarom doe ik dit in vredesnaam? Wie zit op deze informatie te wachten? En wat kan mij het schelen wat die andere Linked Inners lezen? En wat doe ik als ‘Linked In’ me straks vraagt om iedere CD die ik opzet te registreren? Een foto van iedere maaltijd te publiceren? Zal ik daar weerstand tegen kunnen bieden? En als mijn virtuele vrienden het ook gaan doen?
 
Ik ben bang dat ik verloren ben. Ik ben verworden tot een onverbeterlijke e-xhibitionist.
 
Maar er is nog hoop: ik twitter nog steeds niet.
 
 
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.


© 2009 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
e-Xhibitionisme Willem Minderhout
0610BZ LinkedIn
Regelmatig duiken er berichten op over jongeren die in de problemen zijn gekomen door al te grote openhartigheid op websites als Hyves, tot regelrechte chantage met - met behulp van webcams opgenomen – filmpjes van al te intieme handelingen. Ik vond dat altijd erg stom van die slachtoffers. Mijn kinderen zouden daar vast te slim voor zijn, om over mezelf nog maar te zwijgen.
 
Sinds kort begin ik daar sterk aan te twijfelen. Naast de Leunstoel houd ik nog een weblog, zet mijn artikeltjes voor gedrukte media op een website en ik heb al 150 filmpjes op YouTube gezet. Als me iets leuks overkomt en ik heb mijn digitale camera niet bij me, voel ik een lichte paniek opkomen omdat ik het niet kan documenteren.
 
Ik ‘zit’ zelfs op Hyves. Daar doe ik echter vrijwel niets mee. Ik ben ooit uitgenodigd om iemands ‘vriend’ te worden en daar heb ik ja tegen gezegd. Dat doe ik nog steeds als ik de uitnodigende partij ken en aardig vind. Ik heb zo een aantal uit het oog verloren vrienden en vriendinnen teruggevonden en dat vind ik erg prettig.
 
Deze passieve houding had ik lange tijd ook op zo’n ander relatienetwerk: ‘Linked In’. Ook daar ben ik ooit ingerold doordat ik werd uitgenodigd. Ik heb bij een ICT-firma gewerkt en in die wereld was dat systeem al heel snel populair, dus binnen de kortste keren had ik een heleboel contacten in mijn database. Linked In is gericht op professionals, niet op pubers. Een van de bedoelingen is dat je met behulp van die site ook werk – opdrachten of een baan – kunt vinden. Je kunt er dus ook je CV op kwijt. Dat CV vormt zich gedeeltelijk vanzelf, want als iemand je uitnodigt die meedeelt dat je ooit samen bij bedrijf X hebt gewerkt en je bevestigt dat, dan wordt dat automatisch in je profiel opgenomen.
 
Wat Linked In leuk maakt is, naast dat je adressenbestand actueel blijft en je contact houdt met al die mensen die tegenwoordig om de haverklap van baan veranderen, dat je de contacten van je contacten kunt zien. Dat maakt soms onvermoede relaties zichtbaar tussen vrienden, kennissen en (voormalige) collega’s. ‘Verrek, kennen die elkaar?’ Daarom – en natuurlijk omdat er een element van competitie in zit – ben ik ook begonnen met een actief uitnodigingsbeleid. Linked In is allang niet meer het domein van de IT-professionals. ‘Iedereen’ - tot Jan Peter Balkenende en Obama aan toe – kun je er tegenwoordig aantreffen.
 
Gebruik van Linked In leidt op verschillende manieren tot e-xhibitionistisch gedrag. Het meest onschuldige is de drang om het aantal contacten te maximaliseren. En het ene contact is het andere natuurlijk niet: een min of meer belangrijk persoon levert een mooi ‘plaatje’ op voor je album. Het lijkt zo een beetje op voetbalplaatjes sparen. ‘Yes! Ik heb Huntelaar!’ Dit leidt ook tot frustraties als de beroemdheden uit je kennissenkring weigeren om zich met Linked In in te laten. Zo probeer ik al maanden tevergeefs om de hoofdredacteur van De Leunstoel te verlokken om zich in te schrijven en zich bij mijn contacten te voegen. Kan je eindelijk eens met iemand pronken en dan krijg je dat.
 
Erger is het dat je je contacten kunt voorzien van een aanbeveling. Je kunt ook contacten vragen om zo’n aanbeveling voor jou te schrijven. Het kan natuurlijk functioneel zijn dat je, als je dit systeem gebruikt om aan opdrachten te komen, voormalige tevreden klanten hierom vraagt. Ik kreeg echter een paar keer zo’n verzoek van mensen die ik weliswaar goed ken, maar met wie ik nooit gewerkt heb. Ik had geen idee wat ik op zou moeten schrijven, ik schreef dan ook niets, maar0610Z Jenever dat bezorgde me wel een knagend schuldgevoel.
 
Op een avond – onder invloed van een paar prettige jenevertjes - heb ik ook een aantal aanbevelingen geschreven en – hoe laag kun je vallen – een aantal mensen gevraagd om mij aan te bevelen. Want dat is natuurlijk de bedoeling: you scratch my back, I scratch yours. Dat doe ik dus – als de jeneverfles in de kast blijft staan – niet meer.
 
Maar nu komt mijn grootste probleem. Enige tijd geleden vroeg iemand me of ik via Linked In wilde bijhouden wat ik aan het lezen ben. Ook weer zo’n leuk programmaatje. Je zoekt het desbetreffende boek op in de Amazon-catalogus en je kunt er een kort commentaar bij schrijven. Met een klik kun je zien welke andere Linked In gebruikers dat boek ook gelezen hebben en wat zij er van vonden.
 
Het vervelende is dat al je contacten een melding krijgen van het boek dat je hebt geselecteerd. En als je in je commentaar een typefout herstelt, krijgen ze die melding nog een keer. Het uitwisselen van informatie over boeken wordt zo een vorm van exhibitionistisch leesgedrag. Een dwangneuroot als ik wil dan ook nog eens compleet zijn en dat lukt niet altijd. Bart Tromps postuum verschenen Bush en Blair en het veld van eer, Van Casterens Lelystad, Siebelinks Suezkade, Frans Nauta’s Innovatieplatfom en Bert Kreemers’ Hete Hangijzers staan nog niet in de Amazoncatalogus. Het klamme zweet brak me uit: ‘Hoe houd ik mijn lijst nu compleet?’
 
Daarnaast heb ik de nare gewoonte om tientallen boeken tegelijk te lezen. Sommige heb ik in een dag uit, over sommige doe ik jaren en weer andere lees ik slechts gedeeltelijk. Wanneer voer je die nu in? Pas als je na een bladzijde of honderd denkt dat je het daadwerkelijk uit gaat lezen? Moet je een boek dat je na tien bladzijden ter zijde legt schielijk uit je lijst verwijderen? Moet je ook alle boeken die je ooit gelezen hebt invoeren? Ik twijfel, ik weet het niet, ik ben ten einde raad. Linked In zelf geeft niet veel steun. Je kunt je boeken op drie manieren catalogiseren: ‘is reading’, ‘has read’ en ‘wants to read’. De tweede categorie is al schier onuitvoerbaar, maar stel dat je aan de derde categorie begint en alle boeken invoert die je zou willen lezen? Het invoeren alleen al zou mij de tijd ontnemen om er nog één daadwerkelijk te lezen!
 
Ik brand ondertussen wel van nieuwsgierigheid om te weten met welke Linked In-gebruikers ik mijn lievelingsschrijvers deel. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik die boeken pas invoer als ik ze daadwerkelijk herlees. Dit stomme systeem stimuleert me op die manier tot een intensieve herleescampagne en dat is misschien een positief effect.
 
Maar waarom doe ik dit in vredesnaam? Wie zit op deze informatie te wachten? En wat kan mij het schelen wat die andere Linked Inners lezen? En wat doe ik als ‘Linked In’ me straks vraagt om iedere CD die ik opzet te registreren? Een foto van iedere maaltijd te publiceren? Zal ik daar weerstand tegen kunnen bieden? En als mijn virtuele vrienden het ook gaan doen?
 
Ik ben bang dat ik verloren ben. Ik ben verworden tot een onverbeterlijke e-xhibitionist.
 
Maar er is nog hoop: ik twitter nog steeds niet.
 
 
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.
© 2009 Willem Minderhout
powered by CJ2