archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 4
7 juni 2007
Bezigheden > Koken delen printen terug
Vraag niet hoe Maeve van der Steen

0108 Verrukkingen in Frankrijk
Bijna iedere dag vind het leuk om te koken, eerst lekker je neus achterna op de markt en thuis de buit op de keukentafel uitstallen en snijden en hakken maar. Als ik op vakantie te lang in een hotel zit, waardoor je iedere dag genoodzaakt bent in een restaurant te eten, krijg ik zelfs ontwenningsverschijnselen: kijk die prachtige zilveren visjes daar nou liggen, wat zullen die vrolijk spetteren in de pan, en wat zien die de artisjokken er goed uit, en wat zou ik die onbekende groene bladeren graag eens proeven, zou het snijbiet zijn?

Markten in zuidelijke landen zijn onweerstaanbaar, ik was eens, door warmte en slapeloosheid uit mijn hotelbed gedreven, om zeven uur ’s ochtends op de beroemde overdekte markt aan de Ramblas in Barcelona. Het was het uur van de aanvoer van gigantische vissen, door sterke mannen met knoestige handen voortgesleept. Kazen en kaasjes, halve koeien, paprika’s, uien en tomaten arriveerden. Al spoedig begon het stapelen in enorme piramides van sperziebonen, aubergines, bananen, gigantische grapefruits, ananassen... . Ik dronk een glas vers geperst sinaasappelsap, dat stalletje was al open, en had spijt dat ik geen fototoestel bij me had om het vrouwtje dat stilletjes in een zonnige hoek tuinboontjes zat te doppen vast te leggen.

Die tuinboontjes, nou ja, andere dan weer want het was inmiddels een paar dagen later, heb ik wel degelijk in een restaurant gegeten, met knapperig gebakken rauwe ham, bij wijze van spekjes, er doorheen. Het was februari, in Spanje de tijd voor verse tuinboontjes. Heerlijk was het, en ook verfrissend om in een restaurant eens echte groente te krijgen. Het was wel een apart te bestellen gang, voorgerecht geloof ik. Zelfs in zuidelijke landen zijn groenten in restaurants vaak het stiefkindje. Courgette of aubergine zitten wel eens in een gerecht verwerkt, en tomaten en uien natuurlijk, maar in Frankrijk en België kun je rustig een vijfgangen menu eten dat bijna uitsluitend bestaat uit dierlijke producten: paté, ham, eieren, vis, vlees, en een stukje kaas toe. Met hoogstens ergens een blaadje sla en een augurkje erbij, en zij noemen aardappels natuurlijk groente. In Nederland, het groenteland bij uitstek (Wat eten jullie vanavond? Boerenkool.) krijg je dan wel groente, maar vraag niet hoe! Een ongaar broccolietje. Een halfhard worteltje. Eén roosje te zachte bloemkool uit het water. Drie peultjes onder het vlees gemoffeld, alsof je ze niet mag zien. ‘We doen het niet meer hoor, groente erbij,’ vertrouwde een restauranteigenaar me een keer toe. ‘Niemand eet het op.’ Dat haalt je de koekoek, als het niet lekker is en altijd hetzelfde. Ook zo’n merkwaardig verschijnsel is dat zelfs in highbrow en hippe, dure restaurants rustig hetzelfde garnituur bij totaal verschillende gerechten wordt gegeven. Rode kool met gember, lekker bij de lamskoteletjes, maar idioot bij subtiel gestoofde tarbot. Dan doet zo’n kok zijn best om originele uitgebalanceerde schotels te creëren, doet hij er een garnituur bij die alleen bij één gerecht past.

Ik verlang naar een restaurant dat zijn groenten evenveel aandacht geeft als zijn vis en vlees, zonder vegetarisch te zijn, maar het zal wel te ingewikkeld worden en daardoor economisch niet interessant. En waarschijnlijk interesseert het de meeste mensen inderdaad niet zoveel, de meeste mannen kunnen gerust zonder spinazie schijnt het. ‘Veel groente en weinig aardappelen, dat eet niet lekker voor een man,’ had Gerard Reve tenslotte eens de ene vrouw tegen de andere horen zeggen.

Laatst was het weer zover, ik zat in een hotel en had helemaal geen keus, moest in het restaurant van het hotel eten en wel het menu, want ik had een Hotelbon. Gratis slapen betekent dat, en dan duur dineren en ontbijten, want verdiend moet er worden, de uitvinder van de Hotelbon is multimiljonair geworden. Het eten was saai, als hoofdgerecht mocht ik kiezen tussen kipfilet en tilapiafilet, twee gekweekte, vrij smakeloze opties dus. Ik koos voor de vis, en die was redelijk, en de Ardenner ham vooraf was heerlijk, jammer dat ze het Parmaham noemden. Veel sla overal bij.
Maar voor een keer was ik dankbaar dat ik niet hoefde te koken. Er zijn van die mooie zonnige dagen dat je alleen maar naar het strand wil. En een eindje fietsen door de duinen. Dan een pilsje drinken, en daarna een glaasje wijn, met een bordje eten erbij, want fietsen maakt hongerig. En de wilde rozen ruiken zo heerlijk, en de zee is zo mooi, ja soms zeur je gewoon verder niet. Vandaag dus geen recept. Ga maar eens elders genieten (bijvoorbeeld bij hotel Duinoord bij Wassenaar).

Tot slot een recensie van de Qool wijnen van Ilja Gort. Slechts 8º alcohol! Ik heb er twee geproefd, de witte en de rode. De witte vond ik weinig geur hebben, maar bij nader doordrinken behoorlijk lekker. De rode vond ik werkelijk iets missen, wat vlak en limonadig. Ga ze zeker nog eens nemen, al is het maar voor de herkansing.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472


© 2007 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Vraag niet hoe Maeve van der Steen
0108 Verrukkingen in Frankrijk
Bijna iedere dag vind het leuk om te koken, eerst lekker je neus achterna op de markt en thuis de buit op de keukentafel uitstallen en snijden en hakken maar. Als ik op vakantie te lang in een hotel zit, waardoor je iedere dag genoodzaakt bent in een restaurant te eten, krijg ik zelfs ontwenningsverschijnselen: kijk die prachtige zilveren visjes daar nou liggen, wat zullen die vrolijk spetteren in de pan, en wat zien die de artisjokken er goed uit, en wat zou ik die onbekende groene bladeren graag eens proeven, zou het snijbiet zijn?

Markten in zuidelijke landen zijn onweerstaanbaar, ik was eens, door warmte en slapeloosheid uit mijn hotelbed gedreven, om zeven uur ’s ochtends op de beroemde overdekte markt aan de Ramblas in Barcelona. Het was het uur van de aanvoer van gigantische vissen, door sterke mannen met knoestige handen voortgesleept. Kazen en kaasjes, halve koeien, paprika’s, uien en tomaten arriveerden. Al spoedig begon het stapelen in enorme piramides van sperziebonen, aubergines, bananen, gigantische grapefruits, ananassen... . Ik dronk een glas vers geperst sinaasappelsap, dat stalletje was al open, en had spijt dat ik geen fototoestel bij me had om het vrouwtje dat stilletjes in een zonnige hoek tuinboontjes zat te doppen vast te leggen.

Die tuinboontjes, nou ja, andere dan weer want het was inmiddels een paar dagen later, heb ik wel degelijk in een restaurant gegeten, met knapperig gebakken rauwe ham, bij wijze van spekjes, er doorheen. Het was februari, in Spanje de tijd voor verse tuinboontjes. Heerlijk was het, en ook verfrissend om in een restaurant eens echte groente te krijgen. Het was wel een apart te bestellen gang, voorgerecht geloof ik. Zelfs in zuidelijke landen zijn groenten in restaurants vaak het stiefkindje. Courgette of aubergine zitten wel eens in een gerecht verwerkt, en tomaten en uien natuurlijk, maar in Frankrijk en België kun je rustig een vijfgangen menu eten dat bijna uitsluitend bestaat uit dierlijke producten: paté, ham, eieren, vis, vlees, en een stukje kaas toe. Met hoogstens ergens een blaadje sla en een augurkje erbij, en zij noemen aardappels natuurlijk groente. In Nederland, het groenteland bij uitstek (Wat eten jullie vanavond? Boerenkool.) krijg je dan wel groente, maar vraag niet hoe! Een ongaar broccolietje. Een halfhard worteltje. Eén roosje te zachte bloemkool uit het water. Drie peultjes onder het vlees gemoffeld, alsof je ze niet mag zien. ‘We doen het niet meer hoor, groente erbij,’ vertrouwde een restauranteigenaar me een keer toe. ‘Niemand eet het op.’ Dat haalt je de koekoek, als het niet lekker is en altijd hetzelfde. Ook zo’n merkwaardig verschijnsel is dat zelfs in highbrow en hippe, dure restaurants rustig hetzelfde garnituur bij totaal verschillende gerechten wordt gegeven. Rode kool met gember, lekker bij de lamskoteletjes, maar idioot bij subtiel gestoofde tarbot. Dan doet zo’n kok zijn best om originele uitgebalanceerde schotels te creëren, doet hij er een garnituur bij die alleen bij één gerecht past.

Ik verlang naar een restaurant dat zijn groenten evenveel aandacht geeft als zijn vis en vlees, zonder vegetarisch te zijn, maar het zal wel te ingewikkeld worden en daardoor economisch niet interessant. En waarschijnlijk interesseert het de meeste mensen inderdaad niet zoveel, de meeste mannen kunnen gerust zonder spinazie schijnt het. ‘Veel groente en weinig aardappelen, dat eet niet lekker voor een man,’ had Gerard Reve tenslotte eens de ene vrouw tegen de andere horen zeggen.

Laatst was het weer zover, ik zat in een hotel en had helemaal geen keus, moest in het restaurant van het hotel eten en wel het menu, want ik had een Hotelbon. Gratis slapen betekent dat, en dan duur dineren en ontbijten, want verdiend moet er worden, de uitvinder van de Hotelbon is multimiljonair geworden. Het eten was saai, als hoofdgerecht mocht ik kiezen tussen kipfilet en tilapiafilet, twee gekweekte, vrij smakeloze opties dus. Ik koos voor de vis, en die was redelijk, en de Ardenner ham vooraf was heerlijk, jammer dat ze het Parmaham noemden. Veel sla overal bij.
Maar voor een keer was ik dankbaar dat ik niet hoefde te koken. Er zijn van die mooie zonnige dagen dat je alleen maar naar het strand wil. En een eindje fietsen door de duinen. Dan een pilsje drinken, en daarna een glaasje wijn, met een bordje eten erbij, want fietsen maakt hongerig. En de wilde rozen ruiken zo heerlijk, en de zee is zo mooi, ja soms zeur je gewoon verder niet. Vandaag dus geen recept. Ga maar eens elders genieten (bijvoorbeeld bij hotel Duinoord bij Wassenaar).

Tot slot een recensie van de Qool wijnen van Ilja Gort. Slechts 8º alcohol! Ik heb er twee geproefd, de witte en de rode. De witte vond ik weinig geur hebben, maar bij nader doordrinken behoorlijk lekker. De rode vond ik werkelijk iets missen, wat vlak en limonadig. Ga ze zeker nog eens nemen, al is het maar voor de herkansing.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472
© 2007 Maeve van der Steen
powered by CJ2