archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 4
7 juni 2007
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Als een pinguïn Mabel Amber

0415VG LitMA
Op twee maanden na het hele jaar door vijftig graden onder nul. Poolwinden die het snot in de neus, het smeer in de oren en het vocht in de ogen doen stollen. Eén krakkemikkig kacheltje voor vijftig mensen, bijeen gedreven in een tochtige barak. Een dagelijks rantsoen van vijfhonderd gram droog brood, een pannetje soep gekookt van verrotte koolbladen, aangestoken wortelen, schimmelende aardappelen en nog wat brokken slijmerige vis. Werkdagen van zestien uur, zeven dagen per week. Werkadres: de mijn. Kleding: jakken en broeken van stug textiel dat de huid stuk schuurde, rafelig ondergoed, een duffelse jas (al door voorgangers afgedragen) en vilten laarzen die na een kwartier lopen door de harde sneeuw flink waren afgesleten en water zouden doorlaten in de natte mijnschachten.
Nog wat bijzonderheden: het gezelschap van miljarden luizen waardoor uitgetrokken kledingstukken zowaar bewogen; de eeuwige buikloop die maakte dat de lijders konden kiezen: ofwel zichzelf bevuilen ofwel nog verder verzwakken door overmatige blootstelling aan de vorst; de eeuwige strafmaatregelen om helemaal niets, zodat in elk geval de meeste gestraften voorgoed uit hun lijden werden verlost; de alom heersende tirannie van misdadigers die de term ‘het recht van de sterkste’ in de meest absolute zin des woords toepasten.
Toch heeft hij het overleefd, zo’n kleine twintig jaar werkkamp. God weet hoe. Wil, geest, geluk, de Voorzienigheid, dat alles bij elkaar; anders kan ik het niet verklaren. Na zijn vrijlating heeft hij nog de kracht kunnen vinden om zijn ervaringen met een haast griezelige precisie, zonder in politieke verhandelingen te vervallen, op te tekenen. Niets blijft de lezer bespaard: de wreedheden, de kwellingen, de schrijnende persoonlijke geschiedenissen, de welhaast ongelofelijke toestanden in de kampziekenhuizen, de bureaucratie, de ontmenselijking op alle fronten en vooral: de totale nutteloosheid van deze, ter ‘verbetering’ van het individu opgezette Stalinistische strafkampen in het noordelijkste puntje van Siberië. Nutteloos, afgezien dan van de goudvoorraden die door de vele duizenden, of zelfs miljoenen, gevangenen werden aangevuld.

Over wie heb ik het? Ik heb het over Varlam Sjalamov, wiens boek Berichten uit Kolyma onder mijn aandacht kwam, alweer zeven jaar geleden. De Volkskrant omschreef het als een ‘verpletterende leeservaring’ en voorts: ‘Je zult nooit meer de oude zijn.’
Ik kan deze omschrijving alleen maar beamen. Sindsdien is Varlam Sjalamov mijn persoonlijke held. Om zijn moed, zijn compassie, zijn talent (uniek en onnavolgbaar) en bovenal: om zijn vermogen getuigenis af te leggen op een diep doorvoelde wijze, temidden van de heersende onverschilligheid en afzijdigheid die hij aantrof na zijn terugkeer in Moskou.
Hij is als een pinguïn, de vogel die onvoorstelbare ontberingen weet te trotseren, in weerwil van zijn nietigheid.

Varlam Sjalamov:
Berichten uit Kolyma, De Bezige Bij, 2000 en
De Handschoen, De Bezige Bij, 2006.

****************************
 
******************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Kijk op www.buddenbrooks.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472




© 2007 Mabel Amber meer Mabel Amber - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Als een pinguïn Mabel Amber
0415VG LitMA
Op twee maanden na het hele jaar door vijftig graden onder nul. Poolwinden die het snot in de neus, het smeer in de oren en het vocht in de ogen doen stollen. Eén krakkemikkig kacheltje voor vijftig mensen, bijeen gedreven in een tochtige barak. Een dagelijks rantsoen van vijfhonderd gram droog brood, een pannetje soep gekookt van verrotte koolbladen, aangestoken wortelen, schimmelende aardappelen en nog wat brokken slijmerige vis. Werkdagen van zestien uur, zeven dagen per week. Werkadres: de mijn. Kleding: jakken en broeken van stug textiel dat de huid stuk schuurde, rafelig ondergoed, een duffelse jas (al door voorgangers afgedragen) en vilten laarzen die na een kwartier lopen door de harde sneeuw flink waren afgesleten en water zouden doorlaten in de natte mijnschachten.
Nog wat bijzonderheden: het gezelschap van miljarden luizen waardoor uitgetrokken kledingstukken zowaar bewogen; de eeuwige buikloop die maakte dat de lijders konden kiezen: ofwel zichzelf bevuilen ofwel nog verder verzwakken door overmatige blootstelling aan de vorst; de eeuwige strafmaatregelen om helemaal niets, zodat in elk geval de meeste gestraften voorgoed uit hun lijden werden verlost; de alom heersende tirannie van misdadigers die de term ‘het recht van de sterkste’ in de meest absolute zin des woords toepasten.
Toch heeft hij het overleefd, zo’n kleine twintig jaar werkkamp. God weet hoe. Wil, geest, geluk, de Voorzienigheid, dat alles bij elkaar; anders kan ik het niet verklaren. Na zijn vrijlating heeft hij nog de kracht kunnen vinden om zijn ervaringen met een haast griezelige precisie, zonder in politieke verhandelingen te vervallen, op te tekenen. Niets blijft de lezer bespaard: de wreedheden, de kwellingen, de schrijnende persoonlijke geschiedenissen, de welhaast ongelofelijke toestanden in de kampziekenhuizen, de bureaucratie, de ontmenselijking op alle fronten en vooral: de totale nutteloosheid van deze, ter ‘verbetering’ van het individu opgezette Stalinistische strafkampen in het noordelijkste puntje van Siberië. Nutteloos, afgezien dan van de goudvoorraden die door de vele duizenden, of zelfs miljoenen, gevangenen werden aangevuld.

Over wie heb ik het? Ik heb het over Varlam Sjalamov, wiens boek Berichten uit Kolyma onder mijn aandacht kwam, alweer zeven jaar geleden. De Volkskrant omschreef het als een ‘verpletterende leeservaring’ en voorts: ‘Je zult nooit meer de oude zijn.’
Ik kan deze omschrijving alleen maar beamen. Sindsdien is Varlam Sjalamov mijn persoonlijke held. Om zijn moed, zijn compassie, zijn talent (uniek en onnavolgbaar) en bovenal: om zijn vermogen getuigenis af te leggen op een diep doorvoelde wijze, temidden van de heersende onverschilligheid en afzijdigheid die hij aantrof na zijn terugkeer in Moskou.
Hij is als een pinguïn, de vogel die onvoorstelbare ontberingen weet te trotseren, in weerwil van zijn nietigheid.

Varlam Sjalamov:
Berichten uit Kolyma, De Bezige Bij, 2000 en
De Handschoen, De Bezige Bij, 2006.

****************************
 
******************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Kijk op www.buddenbrooks.nl
 
'Springveren, het beste uit de leunstoel’ is nu te koop. Luister ook naar 'De mannenpil' , een van de bijdragen, voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie www.eburon.nl/product_details.php?item_id=472


© 2007 Mabel Amber
powered by CJ2